Besluit van 4 september 1995, houdende wijziging van het Besluit voogdijregisters

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 17 juli 1995, nr. 507077/95/6;

Gelet op artikel 244 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 15 augustus 1995, no. W03.95.0361);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 25 augustus 1995, 512371/95/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het >Besluit voogdijregisters1 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a wordt vervangen door:

a. alle rechterlijke beslissingen, waarbij in het over minderjarigen uit te oefenen gezag hetzij blijvend, hetzij tijdelijk wordt voorzien of wijziging gebracht ingevolge de artikelen 77, tweede lid, onder a, 218, 219, 251, 253, 253b, 253c, 253d, 253g, 253h, 253ha, 253n, 253o, 253q, 253r, 266, 269, 271, 274, 275 en 277, 295 tot en met 297, 299a, 322, 324, 327, 328, 331, 334 en 453a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 823 en 824 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;.

2. Na onderdeel a wordt een nieuw onderdeel b ingevoegd, dat luidt:

b. de aantekening van gezamenlijk gezag, bedoeld in artikel 252 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;.

3. De onderdelen b tot en met g worden geletterd c tot en met h.

4. Onderdeel c (nieuw) komt te luiden:

c. meerderjarigverklaring, voor zover de desbetreffende moeder daardoor van rechtswege het gezag over haar kind verkrijgt, ondertoezichtstelling, voorlopige ondertoezichtstelling, verlenging of verkorting van de ondertoezichtstelling en de vervanging van de gezinsvoogdij-instelling door een andere;.

5. In het onderdeel f (nieuw) wordt «een der onder a, b, c, of d bedoelde beslissingen» vervangen door: een der onder a, c, d of e bedoelde beslissingen dan wel de aantekening, bedoeld onder b.

6. In onderdeel g (nieuw) vervalt: of toeziende voogdij.

b. In het tweede lid wordt «onder a, b, d, e, f en g» vervangen door: onder a, c, e, f, g en h; voorts wordt «onder c» vervangen door: onder d.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet van 6 april 1995 tot nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen, Stb. 240, in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 september 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Uitgegeven de veertiende september 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

De wijzigingen in het Besluit voogdijregisters vloeien enerzijds voort uit de op 6 april 1995 (Stb. 240) tot stand gekomen Wet tot nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen, anderzijds uit de Wet van 26 april 1995 (Stb. 255) tot herziening van de maatregel van ondertoezichtstelling van minderjarigen. Daarbij is in het bijzonder van belang:

a. de afschaffing van de toeziende voogdij;

b. de vernummering van een aantal artikelen in Boek 1 B.W. die tegelijk met de nieuwe regeling van het gezag over minderjarige kinderen heeft plaatsgevonden;

c. de nieuwe regeling van de aantekening door de griffier van het kantongerecht in het voogdijregister van het gezamenlijk gezag dat niet met elkaar gehuwde en nimmer met elkaar gehuwd geweest zijnde ouders over hun kind willen uitoefenen (nieuw onderdeel b van artikel 2, eerste lid, van het besluit; artikel 252 van de hierboven eerstgenoemde wet); en

d. het gegeven dat ingevolge de nieuwe regeling van de ondertoezichtstelling deze niet meer wordt uitgevoerd door een gezinsvoogd, maar door een gezinsvoogdij-instelling; verder vervalt de verwijzing naar het Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling, omdat dit besluit onder de nieuwe regeling zal vervallen.

De onder c bedoelde aantekening treedt in de plaats van de beslissing van de kantonrechter tot gezamenlijke ouderlijke macht. De mogelijkheid een verzoek te doen tot verkrijging van gezamenlijke ouderlijke macht is tot nu toe gebaseerd op jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 21 maart 1986, NJ 585). Wijziging van de aantekening geschiedt bij rechterlijke beslissing (artikel 253n van de hierboven eerstgenoemde wet). Hiervan vindt opnieuw aantekening plaats in het voogdijregister (artikel 2, eerste lid, onder a).

De nieuwe wettelijke regeling inzake de ondertoezichtstelling zal een dag eerder in werking treden als de wettelijke regeling inzake het ouderlijk gezag en omgang. Voor de inwerkingtredingsdatum van dit besluit is daarom aangesloten bij de datum van inwerkingtreding van laatstgenoemde wet.

In verband met de vernummering van een aantal artikelen het gezag betreffend zijn ter informatie twee transponeringstabellen bijgevoegd.

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Transponeringstabellen i.v.m. wetgeving ouderlijk gezag en omgang (Stb. 240)

Artikelen huidig Boek 1 B.W.Artikelen Wet ouderlijk gezag en omgang
161, 170251 leden 2 tot en met 5
161a377a
162, 171, 291253n en 253o (gezag) 377e (omgang)
162a, 171a377g (inhoudelijk gewijzigd)
166, leden 2 en 3; 176 lid 2253
246 lid 1251 lid 1
246 lid 2253a
246 lid 3253r j° 253q leden 1 en 2
246 lid 4
246a253s
247253i
248253j
249253k
250250
251253l (inhoudelijk gewijzigd)
252253l lid 3
253253m
254–278ots, ontheffing, ontzetting: technisch gewijzigd
279vervallen
280 lid 1 onder c en lid 2253p
281gewijzigd gehandhaafd
283253f
284vervallen
285253g (inhoudelijk gewijzigd)
286253h
287253b
288253c
289 en 290253d
291a253ha
292, 293gewijzigd gehandhaafd
294253h
295–306gewijzigd gehandhaafd
307–319vervallen
320–322gewijzigd gehandhaafd
323vervallen
324gewijzigd gehandhaafd
325vervallen
330vervallen
Artikelen Wet ouderlijk gezag en omgangArtikelen huidig Boek 1 B.W.
245
246324
247 tot en met 249
250250 (verruimd)
251 lid 1246 lid 1
251 leden 2 tot en met 5161, 170
252
253166 leden 2 en 3, 176 lid 2
253a246 lid 2
253b287
253c288
253d289 en 290
253e
253f283
253g285
253h286
253ha291a
253i247
253j248
253k249
253l leden 1 en 2251
253l lid 3252
253m253
253n en o162, 171 en 291
253p280 lid 1 onder c en lid 2
253q
253r (j° 253q)246 lid 3
253s246a
377a161a
377b, c en d
377e162, 171
377f
377g162a, 171a
377h

XNoot
1

Stb. 1969, 526, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 januari 1995, Stb. 36.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven