Besluit van 17 augustus 1995, houdende wijziging van het Besluit kredietaanbiedingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 12 juni 1995, nr. 95040121 WJA/W, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën;

Gelet op artikel 26, eerste, tweede en derde lid, van de Wet op het consumentenkrediet;

Gezien het advies van de Adviescommissie consumentenkrediet;

De Raad van State gehoord (advies van 13 juli 1995, nr. W10.95.0297);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 augustus 1995, nr. 95051651 WJA/W, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het >Besluit kredietaanbiedingen1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 8, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. uitsluitend en ten minste vier representatieve kredietlimieten met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen;

B

Artikel 9, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. uitsluitend en ten minste vier representatieve kredietsommen met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen;

C

In artikel 11 wordt «ten minste twee representatieve kredietlimieten met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen» vervangen door: uitsluitend en ten minste twee representatieve kredietlimieten met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen.

D

Artikel 12, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. uitsluitend en ten minste twee representatieve kredietsommen met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen;

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 17 augustus 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Uitgegeven de negenentwintigste augustus 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Het voorliggende besluit strekt tot wijziging van het Besluit kredietaanbiedingen. Deze wijziging is noodzakelijk teneinde zeker te stellen dat de bepalingen van het Besluit kredietaanbiedingen ten aanzien van de op grond van dat besluit bij kredietaanbiedingen te vermelden gegevens op uniforme wijze worden geïnterpreteerd en toegepast.

Het Besluit kredietaanbiedingen stelt in het belang van een goede voorlichting van de potentiële kredietnemers regels ten aanzien van de inhoud van de door kredietgevers, kredietbemiddelaars en leveranciers beschikbaar te stellen prospectussen, alsmede regels ten aanzien van de inhoud van op andere wijze gedane kredietaanbiedingen. Op grond van het bepaalde in artikel 8, onder a, moeten indien in een prospectus doorlopend krediet wordt aangeboden ten minste vier representatieve kredietlimieten met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen worden vermeld. Artikel 9, onder a, kent eenzelfde verplichting ten aanzien van niet-doorlopende kredieten. Artikel 11 verplicht er op gelijke wijze toe onder de in dat artikel aangegeven omstandigheden in een kredietaanbieding, niet zijnde een prospectus, ten minste twee representatieve kredietlimieten met daarbij de meest gebruikelijke betalingsregelingen te vermelden. Hetzelfde geldt voor artikel 12, onder a, met dien verstande dat in dat artikel abusievelijk de woorden «ten minste» niet zijn opgenomen.

Voor zover deze voorschriften betrekking hebben op vergunninghouders uit hoofde van de Wet op het consumentenkrediet worden zij administratiefrechtelijk gehandhaafd. De handhaving ten aanzien van de kredietbemiddelaars en leveranciers vindt op strafrechtelijke wijze plaats.

Bij de toepassing van deze bepalingen en bij het toezicht op de naleving daarvan is echter enige onduidelijkheid ontstaan omtrent de betekenis van de woorden «ten minste». Gebleken is dat in de praktijk naast de op grond van bovengenoemde artikelen vereiste voorbeelden tevens voorbeelden worden vermeld welke niet representatief zijn te achten. Het gaat daarbij in de regel om voorbeelden van kredieten met daarbij behorende betalingsregelingen welke slechts op beperkte schaal worden verstrekt als individueel maatwerkprodukt en derhalve niet als representatief produkt zijn te beschouwen. Een dergelijke wijze van krediet aanbieden strookt niet met het belang van een goede voorlichting, welke vereist dat de in de kredietaanbiedingen vermelde cijfermatige voorbeelden representatief voor het aangeboden produkt zijn.

Teneinde zeker te stellen dat slechts kredietaanbiedingen worden gedaan welke representatief zijn te achten is de tekst van de artikelen 8, onder a, 9, onder a, 11 en 12, onder a, van het Besluit kredietaanbiedingen gewijzigd in die zin dat thans uitdrukkelijk wordt bepaald dat in de kredietaanbiedingen uitsluitend en ten minste het vereiste aantal representatieve voorbeelden van kredieten met daarbij behorende betalingsregelingen mogen worden vermeld.

De Adviescommissie consumentenkrediet heeft instemmend over het aan haar voorgelegde ontwerp-wijzigingsbesluit geadviseerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele


XNoot
1

Stb. 1991, 548.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven