Besluit van 21 juni 1995, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige artikelen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 14 juni 1995, nummer GBA95/U62;

Gelet op artikel 151, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en artikel 99 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 juli 1995 treden in werking:

a. artikel 34, eerste lid, onderdeel a, onder 8° en 9°, artikel 35, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, de artikelen 51 en 59, artikel 114, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, en artikel 127, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

b. artikel 12, vierde lid, artikel 19, eerste lid, onderdeel b, artikel 33, eerste lid, onderdeel a, de artikelen 40 en 60 en artikel 97, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 juni 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Uitgegeven de negenentwintigste juni 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven