Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Financiën | Staatsblad 1995, 336 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Financiën | Staatsblad 1995, 336 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie van 9 maart 1995, WJB 95/288 M;
Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties;
De Raad van State gehoord (advies van 23 mei 1995, No.W06.95.0162);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie, van 21 juni 1995;
WJB95/699u;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De indicatoren, bedoeld in artikel 8 van de Wet melding ongebruikelijke transacties, die met betrekking tot casinotransacties zijn vastgesteld bij Ministeriële regeling van 22 december 1994 (Stcrt. 1994, 251), worden goedgekeurd.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting en Bijlagen in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Financiën,
G. Zalm
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Uitgegeven de negenentwintigste juni 1995
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) kunnen indicatoren voor de duur van zes maanden bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Aan de hand van deze indicatoren dient te worden bepaald of een transactie als ongebruikelijk in de zin van de wet MOT dient te worden aangemerkt.
Onderhavig besluit geeft uitvoering aan het bepaalde in artikel 8, tweede lid, van de Wet MOT. Ingevolge dat artikel dienen de indicatoren bij algemene maatregel van bestuur te worden goedgekeurd, binnen zes maanden na de vaststelling bij ministeriële regeling.
Deze goedkeuring is geen belemmering om de indicatorenlijsten op een later tijdstip bij ministeriële regeling aan te passen. Deze aanpassingen zullen dan wel daarna goedkeuring bij algemene maatregel van bestuur behoeven, willen zij langer dan zes maanden hun geldigheid behouden.
In aanvulling op de regeling van 20 januari 1994 (Stcrt. 1994, 17) van de Minister van Financiën en de Minister van Justitie houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Wet MOT, die is goedgekeurd bij Besluit van 27 juli 1994 (Stb. 1994, 558), tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet MOT (goedkeuring indicatoren), hebben ondergetekenden bij ministeriële regelingen van 22 december 1994 twee nieuwe lijsten van indicatoren vastgesteld die op 1 januari 1995 in werking zijn getreden (Stcrt. 1994, 251) (Bijlage I). Deze indicatoren, die betrekking hebben op creditcard-transacties en casino-transacties, worden in onderhavig besluit goedgekeurd conform artikel 8, tweede lid, wet MOT.
Bij de totstandkoming van de regelingen van 22 december zijn de betreffende bedrijfstakken, de casino's en de creditcardorganisaties in Nederland, gehoord.
De indicatoren-lijsten die in onderhavige besluit worden goedgekeurd, zijn tot stand gekomen in aansluiting op de financiële diensten die in de besluiten van 14 en 19 december 1994 zijn aangewezen.
Het Besluit van 14 december 1994, houdende aanwijzing van financiële diensten in het kader van de Wet MOT (Stb. 1994, 905) definieert creditcarddiensten als financiële dienst in de zin van de Wet MOT. Als financiële dienst wordt aangemerkt het aangaan van een verplichting tot betaling ten behoeve van de houder van een creditcard, aan degene die het vertoon van die creditcard bij wijze van betaling heeft aanvaard, behoudens voorzover het gaat om een creditcard die alleen kan worden gebruikt bij de uitgevende onderneming of instelling of bij een onderneming of instelling die tot dezelfde groep in de zin van artikel 24b, boek 2 van het burgerlijk Wetboek behoort.
Het Besluit van 19 december 1994, houdende aanwijzing van financiële diensten in het kader van de Wet MOT (Stb. 1994, 906) definieert bepaalde casino-diensten als financiële dienst in de zin van de Wet MOT. Als financiële dienst wordt aangemerkt het gelegenheid bieden, door middel van een speelcasino in de zin van artikel 27o, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, mee te dingen naar prijzen en premies, tegen een betaling anders dan in Nederlandse bankbiljetten en munten.
Toelichting Indicatoren Ongebruikelijke Transacties
De indicatorenlijst heeft als doel het begrip «ongebruikelijke transactie», waarvan melding verplicht is op grond van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties hanteerbaar te maken. De indicatorenlijst onderscheidt twee categorieën indicatoren, namelijk de objectieve en subjectieve indicatoren, waarbij eerstgenoemde onder de noemer «Melding verplicht» vallen en laatstgenoemde onder de noemer «Melding verplicht indien de instelling oordeelt dat de volgende situaties van toepassing zijn».
In het geval dat op een transactie of een voorgenomen transactie een objectieve indicator van toepassing is, moeten de transactiegegevens onverwijld gemeld worden aan het landelijke Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Bij de vaststelling of op een transactie of voorgenomen transactie een subjectieve indicator van toepassing is het oordeel van de instelling zelf van doorslaggevende betekenis.
De meldingsplicht van ongebruikelijke transacties beperkt zich niet tot uitgevoerde transacties maar betreft ook de voorgenomen transacties. In geval van een duidelijke wilsuiting van een cliënt om een transactie te verrichten, zal die voorgenomen transactie, indien ongebruikelijk op grond van één of meer van de indicatoren, ook indien die (nog) niet tot uitvoering komt, moeten worden gemeld.
Indicatoren Creditcard-transacties
Indicator I.A «Transacties die aan politie of Justitie gemeld worden» geeft aan dat de creditcardmaatschappij verplicht is transacties of voorgenomen transacties die, in verband met een gerede aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van witwassen, aan politie of Justitie worden gemeld, ook aan het Meldpunt te melden.
Opgemerkt wordt dat indien de creditcardmaatschappij vermoedt dat er sprake is van witwassen, de maatschappij het risico loopt zich schuldig te maken aan heling van uit misdaad verkregen gelden. Wanneer de creditcardmaatschappij besluit om de politie in te schakelen, zullen de gegevens van de betreffende transactie of voorgenomen transactie ook aan het Meldpunt doorgegeven moeten worden. Het is ook mogelijk dat de creditcardmaatschappij medewerking verleent aan een onderzoek van het Openbaar Ministerie en derhalve direct gegevens van ongebruikelijke transacties aan justitie verstrekt. Van deze meldingen dient de creditcardmaatschappij het Meldpunt eveneens op de hoogte te houden.
Indicator I.B «Storting door cliënt» stelt melding verplicht indien een cliënt in Nederland contante gelden stort, op een creditcardrekening, met een waarde groter dan f 25 000,–. De zinsnede «contante storting» geeft aan dat bij de transactie Nederlandse of buitenlandse valuta betrokken zijn in de vorm van munten en/of bankbiljetten.
Indicator I.C «Gebruik van creditcards» verplicht de creditcardmaatschappij elke transactie in Nederland van een cliënt, door gebruik van een creditcard, boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan, aan het Meldpunt te melden.
Indicator II.A «Vermoedelijke witwastransacties» is bedoeld om ruimte te geven aan de kennis, de ervaring en de intuïtie van de medewerkers van de creditcardmaatschappij zelf. De creditcardmaatschappij kan derhalve, naast de overige in de indicatorenlijst beschreven ongebruikelijke transacties, oordelen dat er bij een transactie of een voorgenomen transactie, gerede aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband houdt met witwassen. Indien de creditcardmaatschappij oordeelt dat deze indicator van toepassing is op een transactie, is melding hiervan verplicht aan het Meldpunt. Het bedrag van f 25 000,– dat bij de objectieve indicatoren als grensbedrag fungeert bij de vaststelling of een transactie ongebruikelijk is, speelt bij deze indicator geen rol.
Indicator II.B «Ontduiken grensbedrag» dient om te voorkomen dat de effectiviteit van de objectieve indicatoren wordt aangetast/ondermijnd. De term grensbedrag verwijst naar het bedrag dat genoemd wordt in de verschillende (objectieve) indicatoren, hetgeen op dit moment in alle gevallen f 25 000,– bedraagt. In het geval dat een cliënt stelselmatig transacties verricht onder het bedoelde grensbedrag, zal de creditcardmaatschappij gerede aanleiding hebben om te veronderstellen dat de cliënt op deze wijze melding van de transactie wil voorkomen. Deze indicator vergt grote oplettendheid van de creditcardmaatschappij.
Indicatoren Casino-transacties
Indicator I.A «Transacties die aan politie of Justitie gemeld worden» geeft aan dat het casino verplicht is transacties of voorgenomen transacties die, in verband met een gerede aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van witwassen, aan politie of Justitie worden gemeld, ook aan het Meldpunt te melden.
Opgemerkt wordt dat indien het casino vermoedt dat er sprake is van witwassen, het casino het risico loopt zich schuldig te maken aan heling van uit misdaad verkregen gelden. Wanneer het casino besluit om de politie in te schakelen, zullen de gegevens van de betreffende transactie of voorgenomen transactie ook aan het Meldpunt doorgegeven moeten worden. Het is ook mogelijk dat het casino medewerking verleent aan een onderzoek van het Openbaar Ministerie en derhalve direct gegevens van ongebruikelijke transacties aan justitie verstrekt. Van deze meldingen dient het casino het Meldpunt eveneens op de hoogte te houden.
Indicator I.B «Depot» stelt dat er sprake is van een ongebruikelijke transactie indien het casino van een cliënt munten, bankbiljetten en andere waarden boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan in bewaring neemt.
Indicator I.C «Girale transacties» stelt dat indien het casino een bedrag overboekt boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan, naar een cliënt, melding hiervan aan het Meldpunt verplicht is. De bedoelde girale transactie vindt normaliter plaats wanneer de cliënt de spelwinst op zijn rekening laat storten.
Indicator I.D.1 en 2 «Verkoop van speelpenningen» verplicht het casino verkoop van jetons te melden indien de verkoop een tegenwaarde van meer dan f 25 000,– betreft. De verplichting om te melden betreft alleen de verkoop waarbij de betaling plaatsvindt tegen inlevering van buitenlandse munten of bankbiljetten en/of inlevering van één of meer cheques. Verkoop van fiches tegen inlevering van Nederlandse valuta is op basis van deze indicator geen ongebruikelijke transactie.
Indicator II.A «Vermoedelijke witwastransacties» is bedoeld om ruimte te geven aan de kennis, de ervaring en de intuïtie van de medewerkers van het casino zelf. Het casino kan derhalve, naast de overige in de indicatorenlijst beschreven ongebruikelijke transacties, oordelen dat er bij een transactie of een voorgenomen transactie, gerede aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband houdt met witwassen. Indien het casino oordeelt dat deze indicator van toepassing is op een transactie, is melding hiervan verplicht aan het Meldpunt. Het bedrag van f 25 000,– dat bij de objectieve indicatoren als grensbedrag fungeert bij de vaststelling of een transactie ongebruikelijk is, speelt bij deze indicator geen rol.
Indicator II.B «Ontduiken grensbedrag» dient om te voorkomen dat de effectiviteit van de objectieve indicatoren wordt aangetast/ondermijnd. De term grensbedrag verwijst naar het bedrag dat genoemd wordt in de verschillende (objectieve) indicatoren, hetgeen op dit moment in alle gevallen f 25 000,– bedraagt. In het geval dat een cliënt stelselmatig transacties verricht onder het bedoelde grensbedrag, zal het casino gerede aanleiding hebben om te veronderstellen dat de cliënt op deze wijze melding van de transactie wil voorkomen. Deze indicator vergt grote oplettendheid van het casino.
De Minister van Financien,
G. Zalm
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Regeling van 22 december 1994 (Stcrt.1994, 251) Indicatorenlijst creditcardtransacties
A. Transacties die aan politie of Justitie worden gemeld: transacties of voorgenomen transacties die, in verband met een gerede aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van witwassen, aan politie of Justitie worden gemeld, moeten ook aan het meldpunt worden gemeld.
B. Storting door cliënt: contante storting door cliënt in Nederland ten gunste van een creditcardrekening boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan.
C. Gebruik van creditcards: gebruik van de creditcard in verband met een transactie boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan bij een aangesloten bedrijf in Nederland.
II. Melding verplicht indien de instelling oordeelt dat de volgende situaties van toepassing zijn:
A. Vermoedelijke witwastransacties: transacties of voorgenomen transacties waarbij er gerede aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband houden met witwassen.
B. Ontduiken grensbedrag: herhaaldelijke voorkeur van de cliënt voor transacties onder het grensbedrag waarbij er gerede aanleiding is om te veronderstellen dat deze daarmee melding wil voorkomen.
Regeling van 22 december 1994 (Stcrt. 1994, 251) Indicatorenlijst casinotransacties
A. Transacties die aan politie of Justitie worden gemeld: transacties of voorgenomen transacties die, in verband met een gerede aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van witwassen, aan politie of Justitie worden gemeld, moeten ook aan het meldpunt worden gemeld.
B. Depot: het in depot nemen van munten, bankbiljetten en andere waarden boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan.
C. Girale transacties: transacties boven f 25 000,– of de tegenwaarde daarvan.
D. Verkoop van speelpenningen;
1. verkoop aan een cliënt van speelpenningen met een tegenwaarde van meer dan f 25 000,– tegen inlevering van buitenlandse munten of bankbiljetten;
2. verkoop aan een cliënt van speelpenningen met een tegenwaarde van meer dan f 25 000,– tegen inlevering van één of meer cheques.
II. Melding verplicht indien instelling oordeelt dat de volgende situaties van toepassing zijn:
A. Vermoedelijke witwastransacties:
transacties of voorgenomen transacties waarbij er gerede aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband houden met witwassen.
B. Ontduiken grensbedrag:
Voorkeur van de cliënt voor transacties onder het grensbedrag waarbij er gerede aanleiding is om te veronderstellen dat deze daarmee melding wil voorkomen.
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Financiën.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 11 juli 1995, nr. 131.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1995-336.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.