Wet van 4 mei 1995, houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter nadere uitwerking van artikel 107, tweede lid, van de Grondwet wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met regels betreffende het gebruik van de Nederlandse en de Friese taal in het bestuurlijk verkeer, teneinde de positie van de Nederlandse taal te waarborgen, alsmede groter gewicht toe te kennen aan de beginselen van gelijke behandeling en gelijkwaardigheid van de Friese taal in de provincie Friesland;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Algemene wet bestuursrecht1 wordt na afdeling 2.1 een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 2.2 GEBRUIK VAN DE TAAL IN HET BESTUURLIJK VERKEER

Artikel 2:6

  • 1. Bestuursorganen en onder hun verantwoordelijkheid werkzame personen gebruiken de Nederlandse taal, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan een andere taal worden gebruikt indien het gebruik daarvan doelmatiger is en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 2:7

  • 1. Een ieder kan de Friese taal gebruiken in het verkeer met bestuursorganen, voor zover deze in de provincie Friesland zijn gevestigd.

  • 2. Het eerste lid geldt niet, indien het bestuursorgaan heeft verzocht de Nederlandse taal te gebruiken op de grond, dat het gebruik van de Friese taal tot een onevenredige belasting van het bestuurlijk verkeer zou leiden.

Artikel 2:8

  • 1. Bestuursorganen kunnen in het mondeling verkeer binnen de provincie Friesland de Friese taal gebruiken.

  • 2. Het eerste lid geldt niet, indien de wederpartij heeft verzocht de Nederlandse taal te gebruiken op de grond, dat het gebruik van de Friese taal tot een onbevredigend verloop van het mondeling verkeer zou leiden.

Artikel 2:9

  • 1. In de provincie Friesland gevestigde bestuursorganen die niet tot de centrale overheid behoren, kunnen regels stellen over het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken.

  • 2. Onze Minister wie het aangaat kan voor onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot de provincie Friesland of een deel daarvan, regels stellen over het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken.

Artikel 2:10

  • 1. Een schriftelijk stuk in de Friese taal wordt tevens in de Nederlandse taal opgesteld, indien het:

    a. bestemd of mede bestemd is voor buiten de provincie Friesland gevestigde bestuursorganen of bestuursorganen van de centrale overheid,

    b. algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels inhoudt, of

    c. is opgesteld ter directe voorbereiding van de onder b genoemde voorschriften of regels.

  • 2. De bekendmaking, mededeling of terinzagelegging van een schriftelijk stuk als bedoeld in het eerste lid geschiedt in ieder geval ook in de Nederlandse taal, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.

Artikel 2:11

  • 1. Indien een schriftelijk stuk in de Friese taal is opgesteld, verstrekt het bestuursorgaan daarvan op verzoek een vertaling in de Nederlandse taal.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor het vertalen een vergoeding van ten hoogste de kosten verlangen.

  • 3. Voor het vertalen kan geen vergoeding worden verlangd, indien het schriftelijk stuk:

    a. de notulen van de vergadering van een vertegenwoordigend orgaan inhoudt, en het belang van de verzoeker rechtstreeks bij het genotuleerde is betrokken, dan wel de notulen van de vergadering van een vertegenwoordigend orgaan inhoudt, en de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels betreft, of

    b. een besluit of andere handeling inhoudt waarbij de verzoeker belanghebbende is.

Artikel 2:12

  • 1. Een ieder kan in vergaderingen van in de provincie Friesland gevestigde vertegenwoordigende organen de Friese taal gebruiken.

  • 2. Hetgeen in de Friese taal is gezegd, wordt in de Friese taal genotuleerd.

ARTIKEL II

Het koninklijk besluit van 4 juni 1830 (Stb. 19), houdende wijzigingen in de bestaande bepalingen op het stuk der onderscheidene talen in het Rijk in gebruik, wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 4 mei 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de vijftiende juni 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1994, 1, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 1995, Stb. 250.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 543.

Handelingen II 1993/94, blz. 6097–6123; 1994/95, blz. 162.

Kamerstukken I 1994/95, 23 543 (23, 23a, 23b, 23c, 23d).

Handelingen I 1994/95, blz. 1159–1166.

Naar boven