Besluit van 26 april 1995 tot wijziging van de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren en de kandidaat-verkeersschouten per 1 april 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 25 februari 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 427332/94/6;

Gelet op artikel I van de Wet van 1 maart 1995, houdende wettelijke grondslag wijziging bezoldiging rechterlijke ambtenaren per 1 april 1993 (Stb. 117) en artikel 6 van het Besluit opleiding verkeersschouten;

De Raad van State gehoord (advies van 28 maart 1994, No. W03.94.0108);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, van 19 april 1995, nr. 487787/95/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

1. De bijlage, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren, zoals die gold op 31 maart 1994, wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage 1.

2. De bijlage, bedoeld in artikel 6 van het Besluit opleiding verkeersschouten, wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage 2.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 26 april 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de elfde mei 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Bijlage 1, bedoeld in artikel I, eerste lid, van het Besluit tot wijziging van de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren en de kandidaat-verkeersschouten per 1 april 1993

SalariscategorieSalaris in guldens per maand ingaand 1 april 1993
A 16 945
B 15 888
C 14 897
D 14 897
E 13 969
F 13 751
H 11 918
I 11 185
K 10 497
   
Laanvang 8 548
 na 1 jaar 8 795
 na 2 jaar 9 037
 na 3 jaar 9 287
 na 8 jaar 9 851
 na 9 jaar10 010
   
Maanvang 7 852
 na 1 jaar 8 088
 na 2 jaar 8 318
 na 3 jaar 8 548
 na 8 jaar 9 037
 na 9 jaar 9 162
   
Naanvang 7 256
 na 1 jaar 7 439
 na 2 jaar 7 623
 na 3 jaar 7 852
 na 8 jaar 8 318
   
Oaanvang 7 439
 na 1 jaar 7 623
 na 2 jaar 7 852
 na 3 jaar 8 088
 na 4 jaar 8 318
 na 5 jaar 8 548
 na 6 jaar 8 795
 na 7 jaar 9 037
 na 8 jaar 9 287
 na 9 jaar 9 543
   
Paanvang 5 564
 na 1 jaar 5 762
 na 2 jaar 5 959
 na 3 jaar 6 156
 na 4 jaar 6 339
 na 5 jaar 6 521
 na 6 jaar 6 704
 na 7 jaar 6 887
 na 8 jaar 7 073
 na 9 jaar 7 256
 na 10 jaar 7 439
 na 11 jaar 7 623
 na 12 jaar 7 852
 na 13 jaar 8 088
 na 14 jaar 8 203
   
Q  7 973
   
Raanvang 5 356
 na 1 jaar 5 762
 na 2 jaar 6 156
 na 3 jaar 6 521
 na 4 jaar 6 887
 na 5 jaar 7 073
 na 6 jaar 7 256
 na 7 jaar 7 439
 na 8 jaar 7 623
 na 9 jaar 7 852
 na 10 jaar 7 973
   
Saanvang 7 073
 na 1 jaar 7 256
 na 2 jaar 7 439
 na 3 jaar 7 623
 na 4 jaar 7 852
 na 5 jaar 8 088
 na 6 jaar 8 318
 na 7 jaar 8 548
 na 8 jaar 8 676
   
T  7 348
   
Uaanvang 5 564
 na 1 jaar 5 762
 na 2 jaar 5 959
 na 3 jaar 6 156
 na 4 jaar 6 339
 na 5 jaar 6 521
 na 6 jaar 6 704
 na 7 jaar 6 887
 na 8 jaar 7 073
 na 9 jaar 7 256
 na 10 jaar 7 439
 na 11 jaar 7 531
   
V  6 887
   
Waanvang 5 564
 na 1 jaar 5 762
 na 2 jaar 5 959
 na 3 jaar 6 156
   
Xaanvang 4 091
 na 1 jaar 4 285
 na 2 jaar 4 475
 na 3 jaar 4 569
 na 4 jaar 4 758
 na 5 jaar 4 945
 na 6 jaar 5 152
 na 7 jaar 5 356
 na 8 jaar 5 564
 na 9 jaar 5 762
 na 10 jaar 5 959
   
Yaanvang 3 716
 na 1 jaar 3 900
 na 2 jaar 4 091
 na 3 jaar 4 285
 na 4 jaar 4 475
 na 5 jaar 4 569
 na 6 jaar 4 662

Bijlage 2, bedoeld in artikel I, tweede lid, van het Besluit tot wijziging van de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren en de kandidaat-verkeersschouten per 1 april 1993

SalariscategorieSalaris in guldens per maand ingaand 1 april 1993
Schaal Aaanvang3 274
 na 1 jaar3 541
 na 2 jaar3 806
 na 3 jaar4 091
 na 4 jaar4 381
 na 5 jaar4 662
 na 6 jaar4 945
 na 7 jaar5 152
   
Schaal Baanvang4 381
 na 1 jaar4 662
 na 2 jaar4 945
 na 3 jaar5 152
 na 4 jaar5 356
 na 5 jaar5 564
 na 6 jaar5 762
 na 7 jaar5 959
 na 8 jaar6 156

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Bij koninklijk besluit van 25 april 1994 (Stb. 346) is het salaris van de burgerlijke rijksambtenaren met terugwerkende kracht tot en met 1 april 1993 verhoogd met 1,8 procent. Deze wijziging draagt een algemeen karakter. Op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren, zoals die gold op 31 maart 1994, wordt een dergelijke wijziging bij algemene maatregel van bestuur op overeenkomstige wijze en met ingang van dezelfde datum aangebracht in de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren. Dit besluit voorziet daarin. Evenals voor de burgerlijke rijksambtenaren, zijn de salarissen feitelijk al vanaf 1 april 1993 uitbetaald. De salariswijzigingen gelden mede voor hen die deel uitmaken van de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de Tariefcommissie en het College van Beroep studiefinanciering. Het besluit voorziet tevens in aanpassing van het salaris van de kandidaat-verkeersschouten, bedoeld in artikel 6 van het Besluit opleiding verkeersschouten.

De dekking van het aan deze salarisverhogingen verbonden totale beslag, dat fl. 5,1 mln. structureel bedraagt, wordt gevonden in de bij de miljoenennota 1994 toegevoegde loonbijstelling (3,6 mln.) en in de uit de herstructureringspot (1,5 mln.) aan de begroting van Justitie toegekende middelen.

De oorzaak van de vertraging die is opgetreden bij de formalisering van deze salariswijziging is uiteengezet in de memorie van toelichting (Kamerstukken II, 1993/94, 23 826, nr. 3) bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet van 1 maart 1995, houdende wettelijke grondslag wijziging bezoldiging rechterlijke ambtenaren per 1 april 1993 (Stb. 1995, 117). Voor de goede orde zij erop gewezen dat de werking van dit besluit is beperkt tot de periode van 1 april 1993 tot 1 april 1994. Met ingang van laatstgenoemde datum dienen ingevolge artikel 1 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren de salarissen voor rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding immers bij formele wet te worden vastgesteld.

Artikelsgewijs

Artikel I

De bijlagen met daarin de verschillende salarisbedragen zijn aangepast aan de wijzigingen die per 1 april 1993 in de op grond van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren (BBRA) geldende bedragen zijn aangebracht. Op drie uitzonderingen na komen de salarisbedragen, en thans derhalve ook de wijzigingen daarin, exact overeen met BBRA-bedragen of de zgn. garantiesalarissen voor tussencategorieën. De uitzonderingen zijn:

– categorie F, die wordt berekend als het gemiddelde tussen de BBRA-salarisnummers 100 en 102;

– categorie L (na 9 jaar), die wordt berekend als het gemiddelde tussen de BBRA-salarisnummers 80 en 82; en

– categorie M (na 9 jaar), die wordt berekend als het gemiddelde tussen de nummers 74 en 76.

Artikel II

De formalisering heeft terugwerkende kracht op dezelfde wijze als die voor het burgerlijk rijkspersoneel. De gewijzigde salarissen zijn feitelijk vanaf 1 april 1993 uitbetaald.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 13 juni 1995, nr. 111.

Naar boven