Besluit van 1 december 1994, houdende intrekking
van het Besluit bestrijding Coloradokever
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 25 augustus 1994, No. J. 9413432, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische
Zaken;
Gelet op artikel 3 van de Plantenziektenwet;
Gezien de adviezen van het Landbouwschap en het Hoofdproduktschap voor
Akkerbouwprodukten;
De Raad van State gehoord (advies van 10 november 1994, No. W11.94.0544);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij van 22 november 1994, No. J. 9418403, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische
Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL II
Het Besluit bestrijding Coloradokever wordt ingetrokken.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 1 december 1994
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
Uitgegeven de tiende januari 1995
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
De coloradokever werd in het verleden als zeer grote bedreiging voor de
teelt van aardappelen en de afzet van planten en plantaardige produkten beschouwd,
doordat de kever in korte tijd grote schade kon toebrengen aan het aardappelloof.
Sinds 1934 bestond er derhalve wet- en regelgeving teneinde dit insect te
bestrijden.
Gezien de huidige effectieve mogelijkheden tot bestrijding is het voorkomen
van de coloradokever veel minder gevaarlijk dan vroeger. Door de bestrijdingsmogelijkheden
en de ruime aanwezigheid in Nederland van de kever, wordt het organisme niet
meer gerekend tot de quarantaine organismen. Dit zijn organismen, die niet
in Nederland voor mogen komen en bestreden moeten worden.
De meerwaarde van de specifiek op de coloradokever toegesneden wetgeving
is dan ook komen te vervallen. Een apart besluit is derhalve niet meer noodzakelijk,
hetgeen reden is het onderhavige besluit in te trekken.
Indien er in de toekomst onverhoopt problemen met de coloradokever mochten
ontstaan, dan biedt de huidige wetgeving, waarbij met name het Besluit bestrijding
schadelijke organismen van belang is, voldoende mogelijkheden alsnog maatregelen
te nemen.
Het Landbouwschap stemt in met de intrekking van het besluit, maar wijst
op het belang van een toereikend bestrijdingsmiddelenpakket. Ik wil opmerken,
dat het beleid gericht is op de aanwezigheid van een voldoende breed pakket
bestrijdingsmiddelen, zodat de noodzakelijke bestrijdingen plaats kunnen blijven
vinden.
Het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten heeft geen opmerkingen naar
aanleiding van het ontwerp.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen