Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Uitleveringswet ter uitvoering van het op 24 februari 1988 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Uitleveringswet te wijzigen ter uitvoering van het op 24 februari 1988 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart (Trb. 1988, 88);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 385c wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 385d

Hij die opzettelijk met gebruikmaking van een vuurwapen, een ontplofbare of anderszins gemeengevaarlijke stof of enig ander gemeengevaarlijk voorwerp, een daad van geweld begaat tegen iemand die zich in of in de onmiddellijke nabijheid van de vertrek- of aankomstruimten van een luchthaven bevindt, wordt gestraft:

1°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daardoor levensgevaar voor andere gebruikers van de luchthaven te duchten valt;

2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daardoor levensgevaar voor andere gebruikers van de luchthaven te duchten valt en het feit zwaar lichamelijk letsel voor een ander ten gevolge heeft;

3°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daardoor levensgevaar voor andere gebruikers van de luchthaven te duchten valt en het feit iemands dood ten gevolge heeft.

B

Na artikel 162 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 162a

Hij die opzettelijk op een luchthaven een luchtvaartuig buiten bedrijf of enige voorziening vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, dan wel de diensten op een luchthaven verstoort, wordt gestraft:

1°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart te duchten valt;

2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart te duchten valt en het feit iemands dood ten gevolge heeft.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafvordering2 wordt als volgt gewijzigd:

Aan het tweede lid van artikel 552hh wordt een alinea toegevoegd, luidende:

artikel II van het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1988, 88).

ARTIKEL III

De Uitleveringswet3 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 51a, tweede lid, tweede alinea, komt te luiden:

de misdrijven van de artikelen 162, 162a, 166, 168, 385b, 385c en 385d van het Wetboek van Strafrecht, voorzover het feit valt onder de omschrijving van het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart (Trb. 1971, 218), onderscheidenlijk van het op 24 februari 1988 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1988, 88);

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 30 maart 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de achttiende april 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 januari 1995, Stb. 71.

XNoot
2

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 1994, Stb. 1995, 31.

XNoot
3

Stb. 1967, 139, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 juni 1994, Stb. 501.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1992/93, 1993/94, 23 229.

Handelingen II 1994/95, blz. 3359.

Kamerstukken I 1994/95, 23 229 (229).

Handelingen I 1994/95, zie vergadering d.d. 28 maart 1995.

Naar boven