Wet van 23 maart 1995 tot wijziging van de Tabakswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter uitvoering van Richtlijn nr. 89/622/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 november 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake etikettering van tabaksprodukten (Pb EG L 359), de Tabakswet te wijzigen;

dat het voorts noodzakelijk is ter uitvoering van Richtlijn nr. 92/41/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 mei 1992 (Pb EG L 158) tot wijziging van voornoemde Richtlijn, tevens bevattende een verbod op het in de handel brengen van bepaalde produkten voor oraal gebruik, voornoemde wet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Tabakswet¹ wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, onder a, komt te luiden:

a. tabaksprodukten: produkten die voor roken, snuiven, zuigen of pruimen bestemd zijn en die, al is het slechts ten dele, uit tabak bestaan;.

B

Het opschrift van paragraaf 2 komt te luiden:

Aanduiding, samenstelling en verbod tabaksprodukten.

C

Na artikel 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Het is verboden tabaksprodukten, bestemd voor oraal gebruik anders dan roken of pruimen, in de vorm van poeder, fijne deeltjes of een combinatie van deze vormen dan wel in vormen die eruitzien als levensmiddelen, bedrijfsmatig te verstrekken of daartoe aanwezig te hebben.

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten² wordt in de zinsnede met betrekking tot de Tabakswet «de artikelen 3, 4, 5, 9 en 19;» vervangen door: de artikelen 3, 3a, 4, 5, 9 en 19;.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

^histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 maart 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

Uitgegeven de dertiende april 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

---

1 Stb. 1988, 342, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 juni 1994, Stb. 573.

2 Stb. 1950 K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 maart 1995, Stb. 178.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 762.

Handelingen II 1994/95, blz. 3289.

Kamerstukken I 1994/95, 23 762 (224).

Handelingen I 1994/95, zie vergadering d.d. 21 maart 1995.