Wet van 9 maart 1995 tot wijziging van de Ambtenarenwet en andere wetten inzake de wijze waarop het georganiseerd overleg wordt gevoerd

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Ambtenarenwet en enige andere wetten te wijzigen in verband met de wijze waarop het georganiseerd overleg wordt gevoerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 125, eerste lid, onderdeel m, van de Ambtenarenwet1 wordt na «ambtenaren» ingevoegd: , alsmede de gevallen waarin overeenstemming in dat overleg dient te worden bereikt.

ARTIKEL II

In artikel 12, onderdeel p, van de Militaire ambtenarenwet 19312 wordt «verenigingen van militairen» vervangen door: vakorganisaties van overheidspersoneel, en wordt na «militaire ambtenaren» ingevoegd: , alsmede de gevallen waarin overeenstemming in dat overleg dient te worden bereikt.

ARTIKEL III

In artikel 2, onderdeel m, van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen3 wordt «verenigingen van militairen» vervangen door: vakorganisaties van overheidspersoneel en verenigingen van dienstplichtige militairen, en wordt na «dienstplichtigen» ingevoegd: , alsmede de gevallen waarin overeenstemming in dat overleg dient te worden bereikt.

ARTIKEL IV

Aan artikel 4a van de Experimentenwet onderwijs4 wordt een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL V

Aan artikel 61, eerste lid, van de Wet op de onderwijsverzorging5 wordt een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL VI

Aan artikel 43 van de Wet op het basisonderwijs6 wordt een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL VII

Aan artikel 52 van de Interimwet op het speciaal onderwijs7 en het voortgezet speciaal onderwijs wordt een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL VIII

Aan artikel 40, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs8 wordt een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL IX

Aan artikel 9, tweede lid, van de Kaderwet volwasseneneducatie 19919 wordt een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL X

Aan de artikelen 2.51, eerste lid, en 2.59 van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs10 wordt telkens een volzin toegevoegd, luidende: De algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de gevallen waarin in dat overleg overeenstemming met de personeelsorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL XI

Aan artikel 4.3, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek11 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden tevens de gevallen bepaald waarin in dat overleg overeenstemming met de vakorganisaties dient te worden bereikt.

ARTIKEL XII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 9 maart 1995

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de elfde april 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1994, 5, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 december 1994, Stb. 916.

XNoot
2

Stb. 1931, 519, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 1993, Stb. 650.

XNoot
3

Stb. 1971, 231, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 1993, Stb. 650.

XNoot
4

Stb. 1970, 370, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 1993, Stb. 650.

XNoot
5

Stb. 1986, 635, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 1995, Stb. 155.

XNoot
6

Stb. 1994, 620, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 1995, Stb. 155.

XNoot
7

Stb. 1994, 621, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 1995, Stb. 155.

XNoot
8

Stb. 1993, 666, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 1995, Stb. 155.

XNoot
9

Stb. 1991, 709, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 1995, Stb. 155.

XNoot
10

Stb. 1992, 337, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 1995, Stb. 155.

XNoot
11

Stb. 1992, 593, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 1994, Stb. 942.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 792.

Handelingen II 1994/95, blz. 2951.

Kamerstukken I 1994/95, 23 792 (211).

Handelingen I 1994/95, blz. 780.

Naar boven