Besluit van 21 februari 1995, houdende aanpassing van de maximale hoogte van de vergoeding van de representatiekosten bedoeld in artikel 5 van het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van het Positiebesluit Gouverneur van Aruba

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken van 9 februari 1995, nr. 95466;

Gelet op artikel 14, eerste lid, van het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen en artikel 14, eerste lid, van het Positiebesluit Gouverneur van Aruba;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De vergoeding van de representatiekosten, verbonden aan de vervulling van het ambt van Gouverneur, waarop de Gouverneur van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk de Gouverneur van Aruba, gedurende de uitoefening van zijn ambt ten hoogste aanspraak heeft, wordt ingaande het jaar 1995 verhoogd tot f 85.000 Nederlands-Antilliaans courant, respectievelijk f 75.000 Arubaans courant, per jaar.

Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 februari 1995

Beatrix

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

J. J. C. Voorhoeve

Uitgegeven de zesde april 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

De aanspraak op de maximale vergoeding van de representatiekosten verbonden aan het ambt van Gouverneur van de Nederlandse Antillen werd sinds 1992 niet aangepast aan de prijsontwikkeling en de aanspraak op de maximale vergoeding van de representatiekosten verbonden aan het ambt van Gouverneur van Aruba werd sinds 1986 niet aangepast aan de prijsontwikkeling. Ingevolge het eerste lid van artikel 14 van de Positiebesluiten van beide Gouverneurs dient aanpassing te geschieden bij koninklijk besluit op voordracht van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken.

Het onderhavige besluit strekt daartoe.

De mogelijke verhoging van de uitgaven van de Gouverneurs voor representatie kunnen worden opgevangen op artikel 01 van hoofdstuk IV van de rijksbegroting.

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

J. J. C. Voorhoeve

Naar boven