Besluit van 30 maart 1995, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 23 december 1992 tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven en andere wetten met voorzieningen ten behoeve van slachtoffers van strafbare feiten (Stb. 1993, 29)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie 23 maart 1995, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 487549/95/6;

Gelet op artikel VIII van de Wet van 23 december 1992 tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven en andere wetten met voorzieningen ten behoeve van slachtoffers van strafbare feiten (Stb. 1993, 29),

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 23 december 1992 tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven en andere wetten met voorzieningen ten behoeve van slachtoffers van strafbare feiten, Stb. 1993, 29, treedt, met uitzondering van artikel VII, met ingang van 1 april 1995 in werking.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 maart 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de eenendertigste maart 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven