Besluit van 28 februari 1995 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige bepalingen van de Wet van 29 september 1994, Stb. 742, tot wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering tot onder meer invoering van ouderinkomen onafhankelijk lenen, enkele andere vereenvoudigingen alsmede tot verlaging van de basisbeurs (student op eigen benen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 22 februari 1995, nr. 95003823/6023, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XV, elfde lid, van de Wet van 29 september 1994, Stb. 742, tot wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering tot onder meer invoering van ouderinkomen onafhankelijk lenen, enkele andere vereenvoudigingen alsmede tot verlaging van de basisbeurs (student op eigen benen);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, de onderdelen A, P tot en met V onder 1, HH, II, LL, MM onder 3 en 4, UU, VV onder 8 tot en met 12 en 19, en de artikelen V, VI, VII en XII treden in werking met ingang van 1 januari 1996.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 februari 1995

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Uitgegeven de veertiende maart 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Met de uitvoeringsorganisatie is overleg gevoerd over het tijdstip waarop goede uitvoering van de wijzigingsmaatregel met betrekking tot de korting op de aanvullende beurs wegens inkomen van de ouders mogelijk is. Dat overleg heeft geleid tot de vermelde inwerkingtredingsdatum.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Naar boven