A. TITEL
Aanvullend Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende rechtsgedingen;
's-Gravenhage, 17 november 1967
B. TEKST
De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1967, 196
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1969, 231.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1969, 231.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1969, 231, Trb. 1970, 57 en Trb. 1971, 97.
De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel VII, tweede lid,
op 21 maart 1972 in werking getreden voor het in rubriek H hieronder genoemde
gebied.
H. TOEPASSELIJK
Zie Trb. 1970, 57 en Trb. 1971, 97.
De regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
heeft in overeenstemming met artikel VII, eerste lid, onderdeel a, van het
Verdrag op 21 februari 1972 aan de regering van het Koninkrijk der Nederlanden
kennis gegeven van de uitbreiding van de werking van het Verdrag tot St. Vincent.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1967, 196, Trb. 1969, 231 en Trb. 1971, 97.
Voor het op 31 mei 1932 te Londen tot stand gekomen Verdrag tussen Nederland
en Groot-Brittannië, houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van
het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken zie ook, laatstelijk, Trb. 1998,
19.
Voor het op 17 november 1967 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland betreffende de wederkerige erkenning en ten uitvoerlegging
van vonnissen in burgerlijke zaken zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 56.