Tractatenblad 2000, 28

A. TITEL

Protocol betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst;

Brussel, 24 juli 1996

B. TEKST

De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1996, 265.

D. PARLEMENT

Artikel 3 van de wet van 24 december 1997 (Stb. 775) luidt als volgt:

„Het op 24 juli 1996 te Brussel tot stand gekomen Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1996, 265, wordt goedgekeurd voor Nederland."

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Justitie W. SORGDRAGER, de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken M. PATIJN en de Minister van Binnenlandse Zaken H. F. DIJKSTAL.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie kamerstukken II 1996/97, 1997/98 25 339: Handelingen II 1997/98, blz 2409-2434; 2473-2483; 2519; kamerstukken I 1997/98, nrs. 162, 162a; Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 22 en 23 december 1997.

E. BEKRACHTIGING

De volgende staten hebben de depositaris in overeenstemming met artikel 4, tweede lid, ervan in kennis gesteld dat de procedures die over-eenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen vereist zijn voor de aanneming van het Protocol, zijn voltooid:

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland	10 december 1996
Spanje[1]	6 oktober 1997
Denemarken[2][3]	17 november 1997
Zweden[2]	5 december 1997
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland)[4]	24 december 1997
Portugal[5]	29 december 1997
Finland[2]	30 december 1997
Frankrijk[1]	6 januari 1998
Oostenrijk[5]	30 januari 1998
Duitsland[5]	30 februari 1998
Ierland[1]	11 maart 1998
Italië[6]	30 april 1998
België[4]	12 juni 1998
Luxemburg[4]	12 juni 1998
Griekenland[5]	30 september 1998

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zijn ingevolge artikel 4, derde lid, op 29 december 1998 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Protocol alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1996, 265.

Voor het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 12 (geconsolideerde versie van de Nederlandse tekst).

Voor de op 26 juli 1995 tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst) zie ook Trb. 1998, 209.

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2000

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

---

1 Onder een verklaring als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder de in arti- kel 2, tweede lid, onderdeel a, vermelde voorwaarden.

2 Onder een verklaring als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder de in arti- kel 2, tweede lid, onderdeel b, vermelde voorwaarden.

3 Onder de verklaring dat het Protocol niet van toepassing is op de Faeroer en Groenland.

4 Onder de volgende verklaring:

Déclare accepter la compétence de la Cour de justice des Communautés européennes selon les modalités prévues à l'article 2 paragraphe 2 point b). Se réserve le droit de prévoir dans sa législation interne que, lorsqu'une question relative à l'interprétation de la convention Europol sera soulevée dans une affaire pendante devant une juridiction nationale dont les décisions ne sont pas susceptibles d'un recours juridictionnel de droit interne, cette juridiction sera tenue de saisir la Cour de justice des Communautés européennes. Attire de nouveau l'attention sur la nécessité d'arriver dès que possible à une solution, analogue à celle que prévoit le présent protocole au sujet de la compétence à attribuer à la Cour de justice des Communautés européennes pour l'interprétation de la convention sur l'emploi de l'informatique dans le domaine des douanes et de la convention relative à la protection des intérêts financiers.

5 Onder de volgende verklaring:

Déclare accepter la compétence de la Cour de justice des Communautés européennes selon les modalités prévues à l'article 2 paragraphe 2 point b). Se réserve le droit de prévoir dans sa législation interne que, lorsqu'une question relative à l'interprétation de la convention Europol sera soulevée dans une affaire pendante devant une juridiction nationale dont les décisions ne sont pas susceptibles d'un recours juridictionnel de droit interne, cette juridiction sera tenue de saisir le Cour de justice des Communautés européennes.

6 Onder de volgende verklaring:

Déclare accepter la compétence de la Cour de justice des Communautés européennes selon les modalités prévues à l'article 2 paragraphe 2 point b). Se réserve le droit de prévoir dans sa législation interne que, lorsqu'une question relative à l'interprétation de la convention Europol sera soulevée dans une affarie pendante devant une juridiction nationale dont les décisions ne sont pas susceptibles d'un recours juridictionnel de droit interne, cette juridiction sera tenue de saisir la Cour de justice des Communautés européennes. Le gouvernement italien, conformément à la position qui est la sienne sur l'attribution de compétences à la Cour de justice des Communautés européennes dans les actes conclus dans le cadre du Titre VI du Traité sur l'Union européenne, considère qu'une solution analoque à celle prévue dans le présent protocol doive être adoptée quant à la convention sur l'emploi de l'informatique dans le domaine des douanes et à la convention sur la protection des intérêts financiers.