Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1996, 92 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1996, 92 | Verdrag |
Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, met bijlagen, protocollen en verklaringen, en Slotakte;
Brussel, 20 november 1995
Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds
Het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Portugese Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
hierna „Lid-Staten" te noemen, en
de Europese Gemeenschap,
de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
hierna „de Gemeenschap" te noemen, enerzijds, en
de Staat Israël,
hierna „Israël" te noemen, anderzijds,
Gelet op het belang van de traditionele banden tussen de Gemeenschap, haar Lid-Staten en Israël en hun gemeenschappelijke waarden,
Overwegende dat de Gemeenschap, de Lid-Staten en Israël deze banden wensen te versterken en duurzame betrekkingen op basis van wederkerigheid en partnerschap en de verdere integratie van de Israëlische economie in de Europese economie tot stand wensen te brengen,
Gelet op het belang dat de Partijen hechten aan de eerbiediging van het beginsel van economische vrijheid en de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, en in het bijzonder aan de eerbiediging van de mensenrechten en de democratie waarop de Associatie is gegrondvest,
Zich bewust van de behoefte om gezamenlijk te streven naar de versterking van de politieke stabiliteit en de economische ontwikkeling door de bevordering van de regionale samenwerking,
Verlangende een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale kwesties van wederzijds belang in te stellen en te ontwikkelen,
Verlangende de dialoog over economische, wetenschappelijke, technologische, culturele, audiovisuele en sociale vraagstukken in het belang van de Partijen voort te zetten en te verdiepen,
Gelet op de toezeggingen van zowel de Gemeenschap als Israël met betrekking tot vrijhandel, met name in overeenstemming met de rechten en verplichtingen op grond van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) die voortvloeit uit de onderhandelingen in het kader van de Uruguay-Ronde,
Overtuigd dat deze associatieovereenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun economische betrekkingen, met name voor de ontwikkeling van handel, investeringen en technologische samenwerking,
Zijn als volgt overeengekomen:
1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en Israël anderzijds.
2. Deze associatie heeft ten doel:
– een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog met het oog op de bevordering van nauwe politieke betrekkingen tussen de Partijen;
– uitbreiding van, onder andere, de handel in goederen en diensten, de wederzijdse liberalisering van het recht van vestiging, de verdere geleidelijke liberalisering van de overheidsopdrachten, het vrij verkeer van kapitaal en de uitbreiding van de wetenschappelijke en technologische samenwerking en aldus streven naar de bevordering van de harmonieuze ontwikkeling van de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en Israël en de stimulering, zowel in de Gemeenschap, als in Israël, van de bloei van de economische activiteit, de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en de groei van de produktiviteit en de financiële stabiliteit;
– de regionale samenwerking te bevorderen met het oog op de consolidatie van het vreedzaam samenleven en de economische en politieke stabiliteit;
– de samenwerking op alle gebieden van wederzijds belang te bevorderen.
De betrekkingen tussen de Partijen en alle bepalingen van deze Overeenkomst berusten op de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen die ten grondslag ligt aan het interne en externe beleid van de Partijen en die een essentieel onderdeel van deze Overeenkomst vormt.
POLITIEKE DIALOOG
1. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de Partijen tot stand gebracht. Deze dialoog versterkt de betrekkingen tussen de Partijen en vormt een bijdrage tot de verdere ontwikkeling van duurzaam partnerschap en de verbetering van het wederzijds begrip en de solidariteit.
2. De politieke dialoog en samenwerking
– zullen leiden tot beter onderling begrip en meer convergentie van standpunten over internationale vraagstukken, met name over aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor één van de Partijen kunnen hebben;
– zullen elke Partij in staat stellen het standpunt en de belangen van de andere Partij in overweging te nemen;
– zullen bijdragen tot de bevordering van de regionale veiligheid en stabiliteit.
De politieke dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van wederzijds belang en beoogt de weg te openen voor nieuwe samenwerkingsvormen, gericht op gemeenschappelijke doelstellingen, met name vrede, veiligheid en democratie.
1. De politieke dialoog is gericht op gezamenlijke initiatieven en vindt met name plaats:
a. op ministerieel niveau;
b. op het niveau van hoge functionarissen (politieke directeuren) die Israël vertegenwoordigen, enerzijds, en het Voorzitterschap van de Raad en de Commissie, anderzijds;
c. met optimale gebruikmaking van de diplomatieke kanalen, in het bijzonder door middel van regelmatige briefings door functionarissen, overleg ter gelegenheid van internationale vergaderingen en contacten tussen diplomatieke vertegenwoordigers in derde landen;
d. het regelmatig verstrekken van informatie aan Israël over het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en soortgelijke informatie in omgekeerde richting;
e. alle andere middelen die kunnen bijdragen tot de consolidatie, verdere ontwikkeling en intensivering van deze dialoog.
2. Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats tussen het Europees Parlement en de Knesset.
VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN
1. De vrijhandelszone tussen de Gemeenschap en Israël wordt tot stand gebracht overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst en in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel van 1994 en andere multilaterale overeenkomsten inzake de handel in goederen die opgenomen zijn in de bijlagen bij de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), hierna „de GATT" te noemen.
2. In het handelsverkeer tussen de Partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur en de Israëlische douanetarieven.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Israël, met uitzondering van de in bijlage II van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap genoemde produkten en in het geval van produkten van oorsprong uit Israël, met uitzondering van de in bijlage I van deze Overeenkomst genoemde produkten.
In- of uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël zijn niet toegestaan. Dit is ook van toepassing op douanerechten van fiscale aard.
1. a. De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor de handhaving door de Gemeenschap van een landbouwelement voor produkten van oorsprong uit Israël en genoemd in bijlage II van deze Overeenkomst, met uitzondering van de in bijlage III genoemde produkten.
b. Dit landbouwelement wordt berekend op basis van de verschillen in prijs op de markt van de Gemeenschap van de landbouwprodukten die geacht worden in deze goederen te zijn verwerkt en de prijs van uit derde landen ingevoerde produkten, wanneer de totale kosten van genoemde basisprodukten hoger is in de Gemeenschap. Het landbouwelement kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen. Indien ten aanzien van dit landbouwelement tarificatie heeft plaatsgevonden, wordt het vervangen door het respectieve specifieke recht.
2. a. De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor de handhaving door Israël van een landbouwelement voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en genoemd in bijlage IV, met uitzondering van de in bijlage V genoemde produkten.
b. Dit landbouwelement wordt mutatis mutandis berekend op basis van de in punt 1, onder b, genoemde criteria. Het kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen.
c. Israël kan de lijst van produkten waarop dit landbouwelement van toepassing is, uitbreiden, op voorwaarde dat de produkten niet worden genoemd in bijlage V en zijn opgenomen in bijlage II van deze Overeenkomst. Voorafgaande aan de goedkeuring wordt het Associatiecomité in kennis gesteld van dit landbouwelement. Het Associatiecomité bestudeert het en neemt dienaangaande een besluit.
3. In afwijking van artikel 8, mogen de Gemeenschap en Israël op de in respectievelijk bijlage III en V genoemde produkten de voor elk daarvan genoemde rechten toepassen.
4. De overeenkomstig de leden 1 en 2 toegepaste landbouwelementen kunnen worden verminderd wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël de heffing die van toepassing is op een basislandbouwprodukt is verlaagd of wanneer deze verminderingen het gevolg zijn van wederzijdse concessies voor verwerkte landbouwprodukten.
5. De in lid 4 bedoelde vermindering, de lijst van betrokken produkten en, in voorkomend geval, de tariefcontingenten, waarvoor de verlagingen gelden, worden door de Associatieraad vastgesteld.
6. De lijst van produkten waarvoor een concessie wordt gedaan in de vorm van een verlaagd landbouwelement in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël, alsmede de omvang van deze concessies worden vastgesteld in bijlage VI.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Israël.
De Gemeenschap en Israël stellen geleidelijk een grotere liberalisering in van het onderlinge handelsverkeer in landbouwprodukten. Met ingang van 1 januari 2000 onderzoeken de Gemeenschap en Israël de situatie met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Israël met ingang van 1 januari 2001 toe te passen maatregelen in overeenstemming met deze doelstelling.
Op de in Protocol 1 en 3 genoemde landbouwprodukten van oorsprong uit Israël zijn bij invoer in de Gemeenschap de bepalingen van genoemde Protocollen van toepassing.
Op de in Protocol 2 en 3 genoemde landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenscha p zijn bij invoer in Israël de bepalingen van genoemde Protocollen van toepassing.
Onverminderd de bepalingen van artikel 11 en rekening houdend met het volume van de handel in landbouwprodukten tussen de Partijen en de bijzondere gevoeligheid van deze produkten, onderzoeken de Gemeenschap en Israël binnen de Associatieraad, produkt per produkt en op basis van wederkerigheid, de mogelijkheid om elkaar verdere concessies toe te staan.
De Gemeenschap en Israël komen overeen, uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, de mogelijkheid te onderzoeken om elkaar op basis van reciprociteit en wederzijds belang concessies toe te staan voor visserijprodukten.
Kwantitatieve beperkingen op de invoer en alle maatregelen van gelijke werking tussen de Gemeenschap en Israël zijn verboden.
Kwantitatieve beperkingen op de uitvoer en alle maatregelen van gelijke werking tussen de Gemeenschap en Israël zijn verboden.
1. Voor produkten van oorsprong uit Israël geldt bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger regeling dan die welke tussen de Lid-Staten onderling geldt.
2. De bepalingen van deze Overeenkomst zijn van toepassing onverminderd het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden.
1. Beide Partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, rechtstreeks of onrechtstreeks, discrimineren tussen de produkten van de ene Partij en soortgelijke produkten van oorsprong uit de andere Partij.
2. Voor produkten die naar één der Partijen worden uitgevoerd mogen de terugbetaalde bedragen aan binnenlandse belastingen niet hoger zijn dan de bedragen van de op deze produkten rustende directe of indirecte belastingen.
1. Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid van één der Partijen een specifieke regeling wordt ingesteld of indien de bestaande regelingen worden gewijzigd of in geval van wijziging of uitbreiding van de bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid van één der Partijen, kan deze Partij voor de betrokken produkten de in deze Overeenkomst vervatte regelingen wijzigen.
2. In deze gevallen houdt de Partij die tot een dergelijke wijziging overgaat, terdege rekening met de belangen van de andere Partij. Te dien einde plegen de Partijen overleg binnen de Associatieraad.
1. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze Overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.
2. De Gemeenschap en Israël plegen binnen de Associatieraad overleg over de overeenkomsten tot oprichting van douane-unies of vrijhandelszones en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelsbeleid ten aanzien van derde landen. Dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Europese Unie, ten einde rekening te kunnen houden met de onderlinge belangen van de Gemeenschap en Israël.
Indien één der Partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere Partij dumping in de zin van artikel VI van de GATT plaatsvindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT en haar nationale wettelijke regeling ter zake, en volgens de voorwaarden en procedures van artikel 25.
Indien een produkt wordt ingevoerd in hoeveelheden en onder omstandigheden die:
– ernstige schade veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende produkten op het grondgebied van één der Partijen, of
– ernstige verstoringen veroorzaken of dreigen te veroorzaken in enige sector van de economie, of
– aanleiding geven of dreigen te geven tot moeilijkheden die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de economische situatie in een bepaald gebied,
kan de Gemeenschap of Israël, naar gelang van het geval, passende maatregelen nemen volgens de voorwaarden en procedures van artikel 25.
Wanneer de naleving van artikel 17:
i) ertoe leidt dat goederen wederuitgevoerd worden naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende Partij kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of
ii) een ernstig tekort veroorzaakt of dreigt te veroorzaken van een produkt dat van wezenlijk belang is voor de exporterende Partij,
en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende Partij, kan deze Partij passende maatregelen nemen volgens de voorwaarden en procedures van artikel 25. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te worden ingetrokken zodra zij niet langer gerechtvaardigd zijn.
1. Indien de Gemeenschap of Israël de invoer van produkten die de in artikel 23 bedoelde moeilijkheden zouden kunnen geven, aan een administratieve procedure onderwerpt die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de ontwikkeling van de handelsstromen, dient de andere Partij hiervan in kennis te worden gesteld.
2. In de in artikel 22, 23 en 24 bedoelde gevallen doet de betrokken Partij het Associatiecomité, alvorens de in genoemde artikelen bedoelde maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarop lid 3, onder d, van toepassing is, zo spoedig mogelijk, alle ter zake dienende informatie toekomen, ten einde een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij voorrang moeten die passende maatregelen worden gekozen die de werking van de Overeenkomst het minst verstoren.
De vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het Associatiecomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, meer bepaald met het oog op de afschaffing van deze maatregelen zodra de omstandigheden dit toelaten.
3. Voor de toepassing van lid 2 geldt het hierna volgende:
a. het Associatiecomité wordt van de in artikel 22 bedoelde dumping in kennis gesteld zodra de autoriteiten van de importerende Partij een onderzoek hebben geopend. Indien geen einde is gemaakt aan de dumping of geen andere bevredigende oplossing is gevonden binnen dertig dagen na kennisgeving van deze zaak, kan de importerende Partij passende maatregelen nemen;
b. de moeilijkheden welke voortvloeien uit de omstandigheden bedoeld in artikel 23 worden voorgelegd aan het Associatiecomité dat alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een einde te maken aan deze moeilijkheden.
Indien het Associatiecomité of de exporterende Partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden of geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden binnen dertig dagen na kennisgeving van deze zaak, kan de invoerende Partij passende maatregelen nemen om het probleem op te lossen. Deze maatregelen mogen niet verder strekken dan hetgeen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de gerezen moeilijkheden;
c. de moeilijkheden die voortvloeien uit de in artikel 24 bedoelde omstandigheden worden aan het Associatiecomité voorgelegd.
Het Associatiecomité kan elke beslissing nemen die nodig is om een einde te maken aan de moeilijkheden. Indien het geen beslissing heeft genomen binnen dertig dagen nadat de zaak hem is voorgelegd, kan de exporterende Partij passende maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken produkt;
d. wanneer uitzonderlijke omstandigheden die tot onmiddellijk optreden nopen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek, al naar gelang van het geval, onmogelijk maken, kan de betrokken Partij in de in artikel 22, 23 en 24 bedoelde omstandigheden onverwijld de voorzorgsmaatregelen treffen die strikt noodzakelijk zijn om het probleem op te lossen. De andere Partij wordt hiervan onmiddellijk in kennis gesteld.
Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van één of meer Lid-Staten van de Gemeenschap of Israël ernstige moeilijkheden voordoen of hiervoor onmiddellijk gevaar bestaat, kan de Gemeenschap of Israël, al naar gelang van het geval, in overeenstemming met de in de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel bepaalde voorwaarden en overeenkomstig de artikelen VIII en XIV van de statuten van het Internationaal Monetair Fonds beperkende maatregelen treffen die van beperkte duur zijn en niet verder strekken dan hetgeen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de moeilijkheden met betrekking tot de betalingsbalans. Zij worden door de Gemeenschap of Israël, al naar gelang van het geval, onverwijld ter kennis van de andere Partij gebracht. Voorts wordt de andere Partij zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van een tijdschema voor de afschaffing van deze maatregelen.
De bepalingen van deze Overeenkomst vormen geenszins een beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid; de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten; de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en architectonisch erfgoed, of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de Partijen vormen.
Het begrip „produkten van oorsprong" voor de toepassing van de bepalingen van deze titel en de desbetreffende methoden van administratieve samenwerking worden gedefinieerd in Protocol nr. 4.
RECHT VAN VESTIGING EN DIENSTVERLENING
1. De Partijen komen overeen de toepassingssfeer van de Overeenkomst uit te breiden tot het recht van vestiging van vennootschappen van de ene Partij op het grondgebied van de andere Partij en de liberalisering van de dienstverlening door vennootschappen van de ene Partij aan ontvangers van diensten in de andere Partij.
2. De Associatieraad doet de nodige aanbevelingen voor de uitvoering van de in lid 1 vermelde doelstelling.
Bij het opstellen van deze aanbevelingen houdt de Associatieraad rekening met de opgedane ervaring bij de wederzijdse toekenning van de meestbegunstigingsbehandeling en met de verplichtingen van elk der Partijen overeenkomstig de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten, hierna „GATS" te noemen, met name artikel V daarvan.
3. De Associatieraad verricht op zijn laatst drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst een eerste onderzoek naar de verwezenlijking van deze doelstelling.
1. In een eerste fase bevestigen de Partijen opnieuw hun verplichtingen krachtens de GATS, met name de wederzijdse toekenning van de meestbegunstigingsbehandeling voor de dienstensector waarvoor deze verplichting geldt.
2. Overeenkomstig de GATS is deze behandeling niet van toepassing op:
a. door één der Partijen toegekende voordelen overeenkomstig de bepalingen van een overeenkomst, zoals gedefinieerd in artikel V van de GATS, of maatregelen die genomen zijn op grond van een dergelijke overeenkomst;
b. andere voordelen, toegekend overeenkomstig de lijst van uitzonderingen op de meestbegunstigingsclausule die door elk der Partijen aan de GATS-overeenkomst is gehecht.
KAPITAALVERKEER, BETALINGSVERKEER, OVERHEIDSOPDRACHTEN, MEDEDINGING EN INTELLECTUELE EIGENDOM
KAPITAALVERKEER EN BETALINGSVERKEER
Behoudens het bepaalde in de artikelen 33 en 34 legt deze Overeenkomst geen beperkingen op aan het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap, enerzijds, en Israël anderzijds, en vindt geen discriminatie plaats op grond van de nationaliteit of de woonplaats van de ingezetenen van de Gemeenschap en Israël, noch op grond van de plaats waar het kapitaal geïnvesteerd wordt.
Lopende betalingen in verband met het verkeer van goederen, personen, diensten of kapitaal in het kader van deze overeenkomst zijn aan geen enkele beperking onderworpen.
Onverminderd andere bepalingen van deze Overeenkomst en andere internationale verplichtingen van de Gemeenschap en Israël, vormen de artikelen 31 en 32 geen beletsel voor de toepassing van eventuele beperkingen die op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Israël van kracht zijn ten aanzien van het kapitaalverkeer tussen deze partijen in verband met directe investeringen, met inbegrip van investeringen in onroerend goed, de vestiging van ondernemingen, de financiële dienstverlening of de toelating van effecten tot de kapitaalmarkten.
Er zijn evenwel geen beperkingen op de overdracht van kapitaal dat door ingezetenen van de Gemeenschap in Israël of door ingezetenen van Israël in de Gemeenschap werd geïnvesteerd, noch op de overdracht van alle daaruit voortvloeiende winsten.
Wanneer, in uitzonderlijke omstandigheden, het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Israël ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor het wisselkoersbeleid of het monetair beleid in de Gemeenschap of in Israël, dan kunnen de Gemeenschap of Israël, overeenkomstig het bepaalde in de GATS en in de artikelen VIII en XIV van de statuten van het Internationaal Monetair Fonds, het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Israël gedurende een periode van ten hoogste zes maanden aan vrijwaringsmaatregelen onderwerpen indien dergelijke maatregelen absoluut noodzakelijk zijn.
De Partijen nemen de nodige maatregelen om hun respectieve markten voor overheidsopdrachten en voor opdrachten van nutsbedrijven voor de levering van goederen en diensten en het uitvoeren van werkzaamheden verder open te stellen dan zij uit hoofde van de in het kader van de WTO gesloten overeenkomst inzake overheidsopdrachten ten opzichte van elkaar op basis van wederkerigheid verplicht zijn.
1. Onverenigbaar met de goede werking van deze overeenkomst, voor zover van invloed op de handel tussen de Gemeenschap en Israël:
a. alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;
b. het misbruik maken van een machtspositie door een of meer ondernemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Israël of op een wezenlijk deel daarvan;
c. alle staatssteun die door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde produkties de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen.
2. De Associatieraad stelt bij besluit genomen binnen een termijn van drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de nodige voorschriften vast voor de tenuitvoerlegging van lid 1.
In afwachting van de vaststelling van deze voorschriften worden de bepalingen van de Overeenkomst inzake de interpretatie en toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT toegepast als regels voor de tenuitvoerlegging van lid 1, onder c.
3. Elke Partij garandeert doorzichtigheid ten aanzien van de staatssteun, met name door ieder jaar aan de andere Partij mededeling te doen van het totale bedrag en de verdeling van de verstrekte steun en door op verzoek informatie over steunprogramma's te verstrekken. Op verzoek van de ene Partij verstrekt de andere Partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.
4. Met betrekking tot de landbouwprodukten vermeld in Titel II is het bepaalde in Hoofdstuk 3, lid 1, onder c, niet van toepassing.
5. Indien de Gemeenschap of Israël van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1 en:
– deze met de in lid 2 bedoelde uitvoeringsmaatregelen niet afdoende kan worden tegengegaan, of dat
– bij ontstentenis van dergelijke voorschriften, de praktijk de belangen van de andere Partij ernstig schaadt of dreigt te schaden of haar nationale industrie, met inbegrip van de dienstverlenende sector, aanmerkelijke schade toebrengt of dreigt toe te brengen,
kunnen zij na overleg binnen het Associatiecomité passende maatregelen nemen of na een termijn van dertig werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg.
Met betrekking tot praktijken die onverenigbaar zijn met lid 1, onder c, kunnen, indien de GATT erop van toepassing is, deze passende maatregelen alleen worden vastgesteld overeenkomstig de procedures en onder de voorwaarden bepaald in de GATT of in een ander in het kader daarvan tot stand gekomen instrument dat op beide Partijen van toepassing is.
6. Niettegenstaande eventueel daarmee strijdige bepalingen die overeenkomstig lid 2 zijn vastgesteld, wisselen de Partijen informatie uit met inachtneming van de beperkingen welke voortvloeien uit het beroeps- of zakengeheim.
1. De Lid-Staten en Israël passen alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, in dier voege dat aan het einde van het vijfde jaar volgende op de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen discriminatie meer bestaat tussen onderdanen van de Lid-Staten en van Israël wat de voorwaarden voor de levering en afzet van goederen betreft.
2. Het Associatiecomité wordt in kennis gesteld van de maatregelen welke te dien einde worden genomen.
Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen worden vastgesteld of gehandhaafd die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël verstoren of strijdig zijn met de belangen van de Partijen. Deze bepaling vormt geen beletsel voor de uitvoering, de jure of de facto, van bijzondere taken die aan deze ondernemingen zijn opgedragen.
INTELLECTUELE, INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE EIGENDOM
1. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en van bijlage VII, waarborgen de Partijen een adequate en effectieve bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten volgens de hoogste internationale maatstaven, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten te doen gelden.
2. De tenuitvoerlegging van dit artikel en van bijlage VII wordt regelmatig door de Partijen bezien. In geval van problemen op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten die van invloed zijn op het handelsverkeer, wordt op verzoek van één der Partijen binnen het Associatiecomité dringend overleg gepleegd, ten einde tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te komen.
WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE SAMENWERKING
De Partijen wensen de wetenschappelijke en technologische samenwerking verder uit te breiden. Gedetailleerde regelingen om deze doelstelling te bereiken komen aan bod in afzonderlijke, speciaal daartoe gesloten overeenkomsten.
ECONOMISCHE SAMENWERKING
De Gemeenschap en Israël wensen de economische samenwerking verder uit te breiden, zulks ten voordele van beide Partijen en op basis van wederkerigheid, overeenkomstig de algemene doelstellingen van de Overeenkomst.
1. De samenwerking zal voornamelijk worden gericht op sectoren die van belang zijn voor de harmonisatie van de economieën van de Gemeenschap en Israël of die de groei en de werkgelegenheid stimuleren. De belangrijkste sectoren van de samenwerking worden genoemd in de artikelen 44 tot en met 57, maar indien daarvoor belangstelling bestaat kunnen de Partijen ook in andere sectoren samenwerken.
2. Bij de tenuitvoerlegging van de economische samenwerking in de verschillende sectoren dient terdege rekening te worden gehouden met het behoud van het milieu en het ecologisch evenwicht, voor zover van toepassing.
De economische samenwerking wordt met name ten uitvoer gelegd door:
a. een regelmatige, economische dialoog tussen de Partijen, waarbij alle sectoren van het economisch beleid worden bestreken, meer bepaald het fiscaal beleid, het beleid ten aanzien van de betalingsbalans en het monetair beleid en die de hechte samenwerking tussen de bij het economisch beleid betrokken overheden zal stimuleren, elk op de gebieden waarvoor zij bevoegd zijn, binnen de Associatieraad of enig ander forum dat is aangewezen door de Associatieraad;
b. de regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in elke sector waarin wordt samengewerkt, inclusief vergaderingen van ambtenaren en deskundigen;
c. de overdracht van advies, know-how en opleiding;
d. de tenuitvoerlegging van gezamenlijke acties, zoals seminars en workshops;
e. technische, administratieve en regelgevende bijstand;
f. de verspreiding van informatie over samenwerking.
De Partijen stimuleren activiteiten die gericht zijn op de bevordering van regionale samenwerking.
De Partijen stimuleren de samenwerking op de volgende gebieden:
– industriële samenwerking tussen de economische operatoren in de Gemeenschap en Israël, met inbegrip van de toegang van Israël tot de communautaire netwerken voor samenwerking tussen bedrijven en tot gedecentraliseerde samenwerkingsnetwerken;
– de diversifiëring van de industriële output in Israël;
– de samenwerking tussen het midden- en kleinbedrijf in de Gemeenschap en Israël;
– de bevordering van de toegang tot investeringskapitaal;
– informatie- en ondersteunende diensten;
– de stimulering van innovatie.
De samenwerking van de Partijen concentreert zich voornamelijk op:
– de ondersteuning van hun op diversifiëring van de produktie gerichte beleidslijnen;
– de bevordering van milieuvriendelijke landbouwtechnieken;
– nauwere banden tussen bedrijven, groepen en organisaties die op vrijwillige basis de belangen behartigen van bepaalde bedrijfstakken en beroepen in Israël en in de Gemeenschap;
– technische bijstand en opleiding;
– de harmonisatie van de fytosanitaire en veterinaire normen;
– de geïntegreerde plattelandsontwikkeling, inclusief de verbetering van de basisdiensten en de ontwikkeling van geassocieerde economische activiteiten;
– de samenwerking tussen plattelandsgebieden, de uitwisseling van ervaring en know-how inzake plattelandsontwikkeling.
De Partijen streven ernaar de verschillen op het gebied van harmonisatie en conformiteitsbeoordeling verder te beperken. Daartoe sluiten zij specifieke overeenkomsten met betrekking tot de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling.
De Partijen werken samen, zo nodig door middel van de sluiting van overeenkomsten met betrekking tot de goedkeuring van gemeenschappelijke voorschriften en normen op boekhoudkundig gebied en met betrekking tot controle- en regelgevingsstelsels in de banksector, de verzekeringsbranche en andere financiële sectoren.
1. De Partijen verbinden zich tot de ontwikkeling van de samenwerking op douanegebied, ten einde ervoor te zorgen dat de handelsbepalingen worden nageleefd. Daartoe brengen zij een dialoog tot stand in douanezaken.
2. De samenwerking concentreert zich op de vereenvoudiging en de automatisering van de douaneprocedures en omvat, met name, de uitwisseling van informatie door deskundigen en de beroepsopleiding.
3. Onverminderd andere in deze overeenkomst vervatte vormen van samenwerking, met name op het gebied van de bestrijding van drugs en het witwassen van geld, verlenen de administratieve autoriteiten van de Partijen elkaar wederzijdse bijstand overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 5.
1. De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van voorkoming van milieubederf, beperking van verontreiniging en verzekering van het rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen met het oog op een duurzame ontwikkeling en bevordering van regionale milieuprojecten.
2. De samenwerking wordt met name toegespitst op:
– het tegengaan van woestijnvorming;
– de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee en de controle op en preventie van verontreiniging van de zee;
– het beheer van afvalstoffen;
– het tegengaan van verzilting;
– milieubeheer van gevoelige kustgebieden;
– milieu-educatie en milieubewustheid;
– het gebruik van geavanceerde milieubeheerinstrumenten, milieucontrolemethoden en milieutoezicht, inclusief het gebruik van milieu-informatiesystemen (EIS) en milieu-effectrapportage;
– het effect van de industriële ontwikkeling op het milieu in het algemeen en de veiligheid van industriële installaties in het bijzonder;
– het effect van de landbouw op de bodem en de kwaliteit van het water.
1. De Partijen zijn van mening dat de opwarming van de aarde en de uitputting van de voorraad fossiele brandstoffen een ernstige bedreiging voor de mensheid vormen. Zij dienen derhalve samen te werken met het oog op de ontwikkeling van duurzame energiebronnen zodat bij het gebruik van brandstoffen verontreiniging van het milieu wordt beperkt en energiebesparing in de hand wordt gewerkt.
2. De Partijen zullen pogen acties ter bevordering van regionale samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld de doorvoer van gas, olie en elektriciteit aan te moedigen.
De Partijen bevorderen in hun wederzijds voordeel de samenwerking op het gebied van de ontwikkeling van informatie-infrastructuur en telecommunicatie. De samenwerking wordt met name toegespitst op acties verband houdende met onderzoek en technologische ontwikkeling, de harmonisatie van normen en de modernisering van de technologie.
1. De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van het vervoer en de vervoersinfrastructuur ten einde de doeltreffendheid van het verkeer van reizigers en goederen zowel op bilateraal als op regionaal niveau te verbeteren.
2. De samenwerking wordt met name toegespitst op:
– de verwezenlijking van hoge veiligheidsnormen in het zee- en het luchtvervoer; daartoe zullen de Partijen overleg op deskundigenniveau tot stand brengen om informatie uit te wisselen;
– de normalisatie van de technische installaties, met name voor wat betreft het gecombineerd vervoer, het multimodaal vervoer en de overslag;
– de bevordering van gezamenlijke technologische en onderzoeksprogramma's.
De Partijen wisselen informatie uit over een planmatige ontwikkeling van het toerisme en marketingprojecten, tentoonstellingen, conferenties en publikatie op toeristisch gebied.
De Partijen doen het nodige met het oog op de onderlinge aanpassing van hun respectieve wetgevingen ten einde de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst te vergemakkelijken.
1. De Partijen werken samen met het oog op met name:
– verbetering van de doelmatigheid van het beleid en de maatregelen om het aanbod van en de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen tegen te gaan, en de terugdringing van het misbruik van deze produkten;
– aanmoediging van een gezamenlijke aanpak ter terugdringing van de vraag naar deze produkten;
– voorkoming van het gebruik van de financiële systemen van Partijen voor het witwassen van kapitaal afkomstig van criminele activiteiten in het algemeen en de handel in drugs in het bijzonder.
2. De samenwerking neemt de vorm aan van uitwisseling van informatie en, waar nodig, gezamenlijke activiteiten op het gebied van:
– de uitwerking en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving;
– controle op de handel in precursoren;
– de totstandbrenging van instellingen voor sociale en gezondheidszorg en voorlichtingssystemen en de tenuitvoerlegging van projecten in die geest, inclusief opleidings- en onderzoeksprojecten;
– de toepassing van de hoogst mogelijke internationale normen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en het misbruik van chemische precursoren, met name de door de Financial Action Task Force (FATF) en de Chemical Action Task Force (CATF) gebruikte.
3. De Partijen stellen te zamen, in overeenstemming met hun respectieve wetgevingen, het beleid en de samenwerkingsmethoden vast om deze doelstellingen te verwezenlijken. Wanneer hun activiteiten geen gezamenlijke activiteiten zijn, vormen zij het voorwerp van overleg en nauwe coördinatie.
De ter zake bevoegde instanties uit de openbare en de particuliere sector kunnen in overeenstemming met hun bevoegdheden, in samenwerking met de bevoegde instanties van Israël, de Gemeenschap en haar Lid-Staten, aan deze activiteiten deelnemen.
De Partijen werken samen met het oog op met name:
– de vaststelling van terreinen van wederzijds belang op het gebied van het immigratiebeleid;
– verhoging van de doelmatigheid van maatregelen ter voorkoming of beperking van illegale migratiestromen.
SAMENWERKING OP AUDIOVISUEEL EN CULTUREEL GEBIED EN OP HET GEBIED VAN INFORMATIE EN COMMUNICATIE
1. De Partijen verplichten zich tot bevordering van samenwerking in de audiovisuele sector in hun wederzijds voordeel.
2. De Partijen streven naar het betrekken van Israël bij communautaire initiatieven in deze sector waardoor samenwerking op terreinen zoals coproduktie, opleiding, ontwikkeling en distributie mogelijk wordt.
De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en de uitwisseling van jongeren. De samenwerkingsterreinen kunnen met name omvatten: de uitwisseling van jongeren, samenwerking tussen universiteiten en andere onderwijs-/ opleidingsinstellingen, taalonderwijs, vertalingen en andere wijzen van bevordering van een beter wederzijds begrip voor de respectieve culturen.
De Partijen bevorderen culturele samenwerking. De samenwerkingsterreinen kunnen met name omvatten vertalingen, de uitwisseling van kunstwerken en kunstenaars, het conserveren en restaureren van historische en culturele monumenten en plaatsen, de opleiding van op cultureel gebied werkzame personen, de organisatie van culturele manifestaties met een Europees karakter, de verhoging van het wederzijds begrip en het leveren van een bijdrage aan de verspreiding van informatie over bijzondere culturele evenementen.
De Partijen bevorderen activiteiten van wederzijds belang op het gebied van informatie en communicatie.
De samenwerking wordt met name verwezenlijkt via:
a. een regelmatige dialoog tussen de partijen;
b. een regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in iedere sector van de samenwerking, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten van ambtenaren en deskundigen;
c. adviesverlening, de overdracht van deskundigheid en het verstrekken van opleidingen;
d. de tenuitvoerlegging van gezamenlijke acties, zoals seminaria;
e. technische en administratieve bijstand en bijstand op regelgevend gebied;
f. de verspreiding van informatie over samenwerkingsinitiatieven.
SOCIALE SAMENWERKING
1. De Partijen voeren een dialoog over alle onderwerpen van wederzijds belang. De dialoog heeft met name betrekking op vraagstukken verband houdende met de sociale problemen van postindustriële samenlevingen, zoals werkloosheid, de revalidatie van gehandicapten, gelijke behandeling van mannen en vrouwen, arbeidsverhoudingen, beroepsopleiding, veiligheid en hygiëne op de arbeidsplaats, enz.
2. De samenwerking vindt plaats via bijeenkomsten van deskundigen en seminaria.
1. Met het oog op de coördinatie van de sociale-zekerheidsstelsels van op het grondgebied van een Lid-Staat wettig te werk gestelde Israëlische werknemers en hun wettig aldaar verblijvende gezinsleden en met inachtneming van de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten:
– worden alle door deze werknemers in de verschillende Lid-Staten vervulde tijdvakken van verzekering, arbeid of wonen bijeengeteld voor de vaststelling van het recht op ouderdoms-, invaliditeits- en overlevingspensioenen en -uitkeringen en voor de medische verzorging van deze werknemers en hun gezinsleden;
– komen alle pensioenen en uitkeringen uit hoofde van ouderdom, overleving, een arbeidsongeval, een beroepsziekte of invaliditeit, met uitzondering van uitkeringen waarvoor geen premie is betaald, in aanmerking voor vrije overmaking naar Israël tegen de krachtens de wetgeving van de aansprakelijke Lid-Staat of Lid-Staten geldende koers;
– ontvangen de betrokken werknemers gezinsbijslag voor hun voornoemde gezinsleden.
2. Israël kent aan wettig op zijn grondgebied te werk gestelde werknemers die onderdaan van een Lid-Staat zijn en aan hun wettig aldaar verblijvende gezinsleden een soortgelijke behandeling toe als die welke in het tweede en derde streepje van lid 1 zijn bepaald, met inachtneming van de in Israël geldende voorwaarden en modaliteiten.
1. De Associatieraad stelt de bepalingen voor de tenuitvoerlegging van de in artikel 64 vermelde doelstellingen vast.
2. De Associatieraad stelt de modaliteiten voor administratieve samenwerking vast om het beheer en de controle te garanderen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de in lid 1 vervatte bepalingen.
De door de Associatieraad overeenkomstig artikel 65 vastgestelde regelingen doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit bilaterale overeenkomsten tussen Israël en de Lid-Staten, wanneer deze overeenkomsten in een gunstiger behandeling van Israëlische onderdanen of onderdanen van de Lid-Staten voorzien.
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Hierbij wordt een Associatieraad opgericht die eens per jaar en telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen op ministerniveau bijeenkomt, op initiatief van zijn voorzitter en overeenkomstig zijn reglement van orde. De Associatieraad behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van deze overeenkomst voordoen en alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.
1. De Associatieraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit leden van de regering van de Staat Israël, anderzijds.
2. De Associatieraad stelt zijn reglement van orde vast.
3. De leden van de Associatieraad mogen regelingen treffen om zich te doen vertegenwoordigen, overeenkomstig de bepalingen in zijn reglement van orde.
4. De Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Unie en door een lid van de regering van de Staat Israël, zulks overeenkomstig de bepalingen in zijn reglement van orde.
1. De Associatieraad heeft, voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst, in de daarin genoemde gevallen de bevoegdheidsbesluiten te nemen.
Deze besluiten zijn bindend voor de Partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De Associatieraad kan desbetreffend ook de nodige aanbevelingen doen.
2. De besluiten en aanbevelingen van de Associatieraad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen.
1. Hierbij wordt een Associatiecomité opgericht, dat verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst, onder voorbehoud van de aan de Associatieraad toegekende bevoegdheden.
2. De Associatieraad kan alle of een deel van zijn bevoegdheden aan het Associatiecomité delegeren.
1. Het Associatiecomité, dat op het niveau van ambtenaren vergadert, is samengesteld uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de regering van de Staat Israël, anderzijds.
2. Het Associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het Associatiecomité wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en door een vertegenwoordiger van de regering van de Staat Israël.
1. Het Associatiecomité heeft beslissingsbevoegdheid ten aanzien van het beheer van de Overeenkomst en op de terreinen waarop de Raad bepaalde bevoegdheden heeft gedelegeerd aan het Associatiecomité.
Deze besluiten zijn bindend voor de Partijen die gehouden zijn de maatregelen te nemen die voor de uitvoering ervan nodig zijn.
2. De besluiten worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen.
De Associatieraad kan besluiten werkgroepen of lichamen in te stellen die voor de uitvoering van de overeenkomst nodig zijn.
De Associatieraad neemt de nodige maatregelen ter bevordering van de samenwerking en de contacten tussen het Europees Parlement en de Knesset van de Staat Israël en tussen het Economisch en Sociaal Comité van de Gemeenschap en de Economische en Sociale Raad van Israël.
1. Iedere Partij mag geschillen die verband houden met de toepassing of de interpretatie van deze Overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.
2. De Associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.
3. Iedere Partij is verplicht de maatregelen te treffen die nodig zijn in verband met de uitvoering van het in lid 2 bedoelde besluit.
4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, kan iedere Partij de andere ervan in kennis stellen dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen, waarop de andere Partij binnen twee maanden een tweede scheidsrechter moet aanwijzen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de Lid-Staten geacht één Partij bij het geschil te zijn.
De Associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.
De scheidsrechters beslissen bij meerderheid van stemmen.
Iedere partij bij het geschil moet het nodige doen om de beslissing van de scheidsrechters ten uitvoer te leggen.
Niets in de Overeenkomst belet een Partij maatregelen te nemen:
a. die zij nodig acht om de onthulling van informatie te voorkomen die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist;
b. die verband houden met de produktie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of produktie die absoluut vereist zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c. die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse problemen die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden of om verplichtingen na te komen die zij voor de handhaving van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
Op de door deze Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het volgende:
– de regelingen die de Staat Israël ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen dan wel hun vennootschappen;
– de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Staat Israël toepast mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen Israëlische onderdanen of vennootschappen.
Wat de directe belastingen betreft, mag geen enkele bepaling van de Overeenkomst leiden tot:
– de uitbreiding van de door een Partij toegekende voordelen op fiscaal gebied in enige internationale overeenkomst of regeling waardoor deze Partij gebonden is;
– het verhinderen van de vaststelling of toepassing door een Partij van enige maatregel die gericht is op het voorkomen van fraude of belastingontduiking;
– dat er afbreuk wordt gedaan aan het recht van een Partij de ter zake doende bepalingen van haar fiscale wetgeving toe te passen op belastingplichtigen die zich niet in dezelfde situatie bevinden ten aanzien van hun woonplaats.
1. De Partijen treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de Overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de Overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van de Partijen van mening is dat de andere Partij een verplichting van de Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in bijzonder dringende gevallen, verstrekt zij de Associatieraad alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, ten einde een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de goede werking van de Overeenkomst het minst verstoren.
Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht; op verzoek van de andere partij wordt daaromtrent in de Associatieraad overleg gepleegd.
De Protocollen 1 tot en met 5 en de bijlagen I tot en met VII vormen een integrerend onderdeel van de Overeenkomst. De verklaringen en briefwisselingen worden opgenomen in de Slotakte, die een integrerend onderdeel van de Overeenkomst zal vormen.
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt met de term „partijen" bedoeld, enerzijds de Gemeenschap, of de Lid-Staten, of de Gemeenschap en haar Lid-Staten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, en Israël anderzijds.
Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
Elk der Partijen kan deze Overeenkomst door kennisgeving aan de andere Partij opzeggen. De Overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van genoemde kennisgeving.
Deze Overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing zijn, overeenkomstig de bepalingen van genoemde verdragen, enerzijds, en op het grondgebied van de Staat Israël, anderzijds.
Deze Overeenkomst, die is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hebreeuwse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt neergelegd bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie.
Deze Overeenkomst wordt door de Partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de Partijen elkaar kennisgeving doen van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Bij haar inwerkingtreding vervangt deze Overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël, en de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, die op 11 mei 1975 te Brussel werden ondertekend.
GEDAAN te Brussel, de twintigste november negentienhonderd vijfennegentig.
De Overeenkomst is op 20 november 1995 ondertekend voor:
België1
Denemarken
Duitsland
de Europese Gemeenschappen
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Israël
Italië
Het Koninkrijk der Nederlanden
Luxemburg
Oostenrijk
Portugal
Spanje
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Zweden
Bijlage I Lijst van produkten waarnaar in artikel 7 wordt verwezen
Bijlage II Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Bijlage III Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Bijlage IV Lijst van produkten waarnaar in artikel 9, lid 2, wordt verwezen
Bijlage V Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Bijlage VI Lijst van produkten waarvoor een concessie als bedoeld in artikel 9, lid 6, wordt gedaan
Bijlage VII Intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten waarnaar in artikel 39 wordt verwezen
Lijst van produkten waarnaar in artikel 7 wordt verwezen
GN-Code | Omschrijving |
---|---|
ex 3502 | Albuminen, albuminaten en andere derivaten van albuminen: |
ex 3502 10 | – Ovoalbumine: |
– – andere: | |
3502 10 91 | – – gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder, enz.) |
3502 10 99 | – – – andere |
ex 3502 90 | – andere: |
– – albuminen, andere dan ovoalbumine: | |
– – – lactoalbumine: | |
3502 90 51 | – – – – gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder, enz.) |
3502 90 59 | – – – – andere |
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
GN-Code | Omschrijving |
---|---|
0403 | Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten, noten of cacao: |
0403 10 51 tot en met 0403 10 99 | – Yoghurt, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten, noten of cacao |
0403 90 71 tot en met 0403 90 99 | – andere, gearomatiseerd of bevattende toegevoegde vruchten, noten of cacao |
0710 40 00 | Suikermaïs, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
0711 90 30 | Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie |
ex 1517 | Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 |
1517 10 10 | – Margarine, andere dan vloeibare margarine, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten |
1517 90 10 | – andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten |
ex 1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen), andere dan zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen, bedoeld bij GN-code 1704 90 10 |
1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten |
ex 1901 | Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van bereidingen voor menselijke consumptie, bedoeld bij GN-code 1901 90 91 |
ex 1902 | Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren, bedoeld bij de GN-codes 1902 20 10 en 1902 20 30; koeskoes, ook indien bereid |
1903 | Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel |
2001 90 30 | Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
2001 90 40 | Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
2004 10 91 | Aardappelen, in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren |
2004 90 10 | Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren |
2005 20 10 | Aardappelen, in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
2005 80 00 | Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
2008 92 45 | Bereidingen van de soort „muesli", op basis van niet-geroosterde graanvlokken |
2008 99 85 | Maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol |
2008 99 91 | Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol |
2101 10 98 | Preparaten op basis van koffie |
2101 20 98 | Preparaten op basis van thee of van maté |
2101 30 19 | Gebrande koffiesurrogaten, andere dan gebrande cichorei |
2101 30 99 | Extracten, essences en concentraten van gebrande koffiesurrogaten, andere dan die van gebrande cichorei |
2102 10 31 tot en met 2102 10 39 | Bakkersgist |
ex 2103 | Sausen en preparaten voor sausen: |
– – – Mayonaise | |
2105 | Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend |
ex 2106 | Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan die bedoeld bij de GN-codes 2106 10 20 en 2106 90 92 en andere dan suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen |
2202 90 91 2202 90 95 2202 90 99 | Alcoholvrije dranken, andere dan vruchte– en groentesappen bedoeld bij GN-code 2009, produkten bedoeld bij de GN-codes 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van produkten bedoeld bij de GN-codes 0401 tot en met 0404 bevattend |
2905 43 00 | Mannitol |
2905 44 | D-glucitol (sorbitol) |
ex 3505 10 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel, ander dan door ethervorming of verestering gewijzigd zetmeel bedoeld bij GN-code 3505 10 50 |
3505 20 | Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel |
3809 10 | Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere produkten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen |
3823 60 | Sorbitol, andere dan die bedoeld bij GN-code 2905 44 |
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
GN-Code | Omschrijving | Toepasselijk recht1) |
---|---|---|
3501 | Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne: | |
3501 10 | – Caseïne: | |
3501 10 10 | – – bestemd voor het vervaardigen van kunstmatige textielvezels2) | 0% |
3501 10 50 | – – bestemd voor andere industriële doeleinden dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie of van veevoeder2) | 3% |
3501 10 90 | – andere | 12% |
3501 90 | – andere: | |
3501 90 90 | – – andere | 8% |
1) Ingeval de rechten in deze kolom meer bedragen dan de aan de GATT medegedeelde rechten, zijn de laatstgenoemde rechten van toepassing.
2) Indeling onder deze post is afhankelijk van de voorwaarden van de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9, lid 2, wordt verwezen
GN-Code | Omschrijving |
---|---|
1902 | Deegwaren en koeskoes: |
A | – van durumtarwe |
B | – andere |
1905 10 | Bros gebakken brood, zogenaamd „knäckebröd" |
1905 20 90 | Ontbijtkoek, niet in het bijzonder voor diabetici: |
A | – bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe; |
B | – andere |
ex 3000 A | – Wafels en wafeltjes: |
A1 | – – niet gevuld, al dan niet van een deklaag voorzien: |
A1a | – – – bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe |
A1b | – – – andere |
A2 | – – andere: |
A2a | – – – bevattende niet minder dan 1,5% melkvet of niet minder dan 2,5% melkeiwit; |
A2b | – – – andere |
1905 40 10 | Beschuit, bevattende toegevoegde suiker, honing, andere zoetstoffen, eieren, vet, kaas, vruchten, cacao of dergelijke: |
A | – bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe; |
B | – andere |
1905 | |
ex 3000) B + 9019) | – andere bakkerswaren, bevattende toegevoegde suiker, honing, andere zoetstoffen, eieren, vet, kaas, vruchten, cacao of dergelijke: |
B1 | – – bevattende niet minder dan 10 gewichtspercenten toegevoegde eieren; |
B2 | – – bevattende toegevoegde gedroogde vruchten of noten: |
B2a | – – – bevattende niet minder dan 1,5% melkvet of niet minder dan 2,5% melkeiwit; zie bijlage V; |
B2b | – – – andere: |
B3 | – – bevattende minder dan 10 gewichtspercent toegevoegde suiker doch niet bevattende toegevoegde eieren; gedroogde vruchten of noten: |
B3a(i) | – – – – bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe |
B3a(ii) | – – – – andere |
B3b | – – – andere: |
B3b(i) | – – – – bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe |
B3b(ii) | – – – – andere |
B4 | – – andere: |
B4a | – – – bevattende niet minder dan 1,5% melkvet of niet minder dan 2,5% melkeiwit; zie bijlage V |
B4b | – – – andere |
2105 | Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend: |
A | – geen melkvet bevattende of minder dan 3 gewichtspercenten van dergelijke vetten bevattende |
B | – bevattende 3 of meer doch minder dan 7 gewichtspercenten melkvet bevattende |
C | – 7 of meer gewichtspercenten melkvet bevattende |
ex 2207 10 50 | Alcohol van druiven of van wijn van druiven, met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of meer, gebruikt bij de vervaardiging van alcoholische dranken |
ex 1099 | Alcohol van druiven of van wijn van druiven, met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of meer, andere |
ex 2208 20 | Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer, met een prijs van niet hoger dan US$ 0,05 per cl en minder dan 17% vol alcohol bevattend |
3502 10 00 | Ovoalbumine: |
A | gedroogd |
B | andere |
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Israëlische douanecode | Omschrijving | Toepasselijk recht1) |
---|---|---|
1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen): | |
1704 10 | – Kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker: | |
– – met een saccharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als saccharose, daaronder begrepen) van 60 of meer gewichtspercenten | 0.075 US$/kg2) | |
– – Andere | ||
1704 90 | – Andere | |
– – Andere | ||
1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten | 0% |
ex 1901 ex 2004 ex 2005 ex 2103 ex 2104 | Bereidingen van van meel, griesmeel, zetmeel of moutextract, van de soort die gebruikt wordt als babyvoeding of voor dieet- of culinaire doeleinden, minder dan 50 gewichtspercenten cacao bevattende, met uitzondering van dieetbereidingen van meel van sojabonen, bevattende olie van sojabonen en andere plantaardige oliën, koolhydraten en zout, alsmede dieetbereidingen op basis van meel zonder gluten: | |
1901 10 20 1901 20 20 1901 90 30 | – van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract – van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract – van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8% 8% 8% |
2004 10 10 2004 90 10 | – produkten van meel, gries of griesmeel – produkten van meel, gries of griesmeel | 8% 8% |
2005 20 10 2005 40 10 2005 59 10 2005 90 10 | – produkten van meel, gries of griesmeel – produkten van meel, gries of griesmeel – produkten van meel, gries of griesmeel – produkten van meel, gries of griesmeel | 8% 8% 8% 8% |
2103 90 20 2104 10 10 | – van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract – van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8% 8% |
1904 10 | – Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren | 8% |
3505 3505 10 3505 10 30 3505 10 90 3505 20 00 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel met uitzondering van zetmeel: – Dextrine en ander gewijzigd zetmeel: – – door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel – – Ander gewijzigd zetmeel en dextrine – – Lijm | 8% 8% 8% |
1) Ingeval de rechten in deze kolom meer bedragen dan de aan de GATT medegedeelde rechten, zijn de laatstgenoemde rechten van toepassing.
2) Dit recht wordt binnen een jaarlijks contingent van 5.000 ton verlaagd tot 0,0375 US$/kg.
Lijst van produkten waarvoor een concessie als bedoeld in artikel 9, lid 6, wordt gedaanTabel 1: Voor de invoer in de Gemeenschap van de navolgende goederen van oorsprong uit Israël gelden de hieronder vermelde concessies
Gn-Code | omschrijving | jaarlijks contingent 1.000 kg | Concessie binnen de contingentsmaxima |
---|---|---|---|
0710 10 40 2004 90 10 | Suikermaïs, bevroren | 10.6001) | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
0711 90 30 2001 90 30 2005 80 00 | Suikermaïs, niet bevroren | 5.4001) | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
1704 90 30 | Witte chocolade | 100 | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten | 2.500 | 15% verlaging van de landbouwcomponent |
ex 1901 ex 2106 | Voeding voor zuigelingen, melk of melkprodukten bevattende | 100 | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid | 200 | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel | 3.200 | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
1) Dit contingent wordt verlaagd tot 9.275 ton voor het eerste jaar van tenuitvoerlegging van deze concessie en tot 9.940 ton voor het tweede jaar.
2) Dit contingent wordt verlaagd tot 4.725 ton voor het eerste jaar van tenuitvoerlegging van deze concessie en tot 5.060 ton voor het tweede jaar.Tabel 2: Voor de invoer in Israël van de navolgende goederen van oorsprong uit de Gemeenschap gelden de hieronder vermelde concessies
Gn-code | Omschrijving | Jaarlijks contingent 1.000 kg | Concessie binnen de contingentsmaximaA |
---|---|---|---|
1902 | Deegwaren | onbeperkt | consolidatie van de landbouwcomponent op 0,25 US$/kg |
ex 1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel: – geen zuivelprodukten bevattend | onbeperkt | consolidatie op 0,10 US$/kg |
ex 1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel: – zuivelprodukten bevattend | onbeperkt | consolidatie op 0,25 US$/kg |
2105 | Consumptie-ijs | 500 | 30% verlaging van de landbouwcomponent |
ex 2207 10 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, van druiven of van wijn van druiven, met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of meer, al dan niet bij de vervaardiging van alcoholische dranken gebruikt | onbeperkt | consolidatie op 2,75 US$/liter alcohol |
ex 2208 20 | Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer met een alcohol-volumegehalte van 17% vol of meer tegen een prijs die niet hoger ligt dan 0,05 US$/cl | onbeperkt | consolidatie op 2,75 US$/liter alcohol |
x 2208 20 | Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer met een alcohol-volumegehalte van 17% vol of meer, tegen een prijs die hoger ligt dan US$ 0,05 per cl | 2.000 hpa1) | consolidatie op 0% |
3205 10 | voalbumine | 50 onbeperkt | vrijstelling van de landbouwcomponent consolidatie op 2 US$/kg |
1) hectoliter zuivere alcohol.
Intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten waarnaar in artikel 39 wordt verwezen
1. Tegen het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zal Israël toetreden tot de volgende multilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, waarbij de Lid-Staten partij zijn of welke de facto door de Lid-Staten worden toegepast:
– Berner-Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst in de Akte van Parijs van 24 juli 1971;
– Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken in de Akte van Stockholm van 1967 (gewijzigd 1979);
– Protocol van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
– Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, in 1977 in Boedapest ondertekend en in 1980 gewijzigd;
– Verdrag inzake samenwerking bij octrooien, in 1970 in Washington ondertekend (geamendeerd 1979 en gewijzigd 1984).
De Associatieraad kan besluiten dat dit lid nog op andere multilaterale verdragen van toepassing is.
2. Tegen het einde van het tweede jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zal Israël het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961) ratificeren.
3. De Partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die uit de volgende multilaterale verdragen voortvloeien:
– Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom in de Akte van Stockholm van 1967 (gewijzigd 1979);
– Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève, 1977, gewijzigd 1979);
– Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (UPOV) (Akte van Genève, 1991).
Protocol 1 betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwprodukten uit Israël van toepassing is
Protocol 2 betreffende de regelingen die van toepassing zijn bij de invoer in Israël van landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap
Protocol 3 betreffende gewasbescherming
Protocol 4 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking
Protocol 5 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken
Protocol 1 betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwprodukten uit Israël van toepassing is
1. De in bijlage genoemde produkten van oorsprong uit Israël mogen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld.
2. a. De douanerechten worden afgeschaft of verlaagd, zoals in kolom „A" vermeld.
b. Voor bepaalde produkten waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een „ad valorem"-douanerecht en in een specifiek douanerecht voorziet, zijn de in de kolommen „A" en „C" vermelde verlagingspercentages uitsluitend op de „ad valorem"-douanerechten van toepassing. Voor de produkten die overeenstemmen met de codes 0207 22, 0207 42 en 2204 21, worden de verlagingen van de rechten toegepast, zoals in kolom „E" vermeld.
3. Voor bepaalde produkten worden de douanerechten afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van deze produkten in kolom „B" zijn vermeld.
Voor de ingevoerde hoeveelheden die de contingenten overschrijden, worden de douanerechten, naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens het in kolom „C" vermelde percentage verlaagd.
4. Voor bepaalde van douanerechten vrijgestelde produkten zijn referentiehoeveelheden, vermeld in kolom „D", vastgesteld.
Indien de invoer van een bepaald produkt de referentiehoeveelheid overschrijdt, kan de Gemeenschap, op basis van een balans van het handelsverkeer die zij jaarlijks opstelt, voor het betrokken produkt een communautair tariefcontingent openen voor een hoeveelheid die gelijk is aan deze referentiehoeveelheid. In dergelijk geval wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief, naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens het in kolom „C" vermelde percentage verlaagd voor de ingevoerde hoeveelheden die het contingent overschrijden.
5. Voor bepaalde van de in lid 3 bedoelde, in kolom „E" vermelde produkten worden de tariefcontingenten vanaf 1 januari 1997 tot en met 1 januari 2000 jaarlijks verhoogd in vier gelijke tranches waarvan de omvang 3% van deze contingenten bedraagt.
6. Voor bepaalde andere dan de in de leden 3 en 4 bedoelde, in kolom „E" vermelde produkten kan de Gemeenschap een referentiehoeveelheid in de zin van het bepaalde in lid 4 vaststellen indien uit de balans van het handelsverkeer die zij jaarlijks opstelt, blijkt dat de invoer van een produkt of van produkten moeilijkheden dreigen te veroorzaken op de markt van de Gemeenschap. Indien vervolgens voor dit produkt, onder de in lid 4 vermelde voorwaarden, een tariefcontingent wordt geopend, wordt het douanerecht, naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens de in kolom „C" vermelde percentages verlaagd voor de hoeveelheid die het contingent overschrijdt.
ut | A | B | C | D | E | |
---|---|---|---|---|---|---|
GN-code2)3) | Omschrijving3) | Verlaging van het meestbeg. douane-recht1) | Tarief-contingent Volume | Verlaging van het douane-recht buiten het huidige of mogelijke tarief-contin-gent1) | Referentie-hoeveel-heid | Bijzondere bepalingen |
% | t | % | t | |||
0207 22 10 0207 22 90 0207 42 21 0207 42 31 0207 42 41 0207 42 51 0207 42 59 | Kalkoenen, niet in delen, bevroren Kalkoenen, delen en andere slachtafvallen dan lever, bevroren | zie kolom E | 1.400 | 0 | – | Voor 1400 ton gelden de volgende rechten: 170 ecu/t 186 ecu/t 134 ecu/t 93 ecu/t 339 ecu/t 127 ecu/t 230 ecu/t |
0207 31 10 | Vette levers (foies gras) van ganzen | 100 | – | 0 | – | |
0601 0602 | Bollen en dergelijke en andere levende planten | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
0603 10 | Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers | 100 | 19.500 | 0 | – | Inachtneming van de voorwaarden die bij de briefwisseling overeen zijn gekomen |
ex 0603 10 69 | Andere afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers van 1 november tot en met 15 april | 100 | 5.000 | 0 | – | |
0603 90 00 | Gedroogde bloemen | 100 | 100 | 0 | – | |
ex 0604 10 90 | Andere mossen en korstmossen dan rendiermos, vers | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
0604 91 | Bladeren, takken en andere plantedelen, vers | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
0604 99 10 | Bladeren, niet verder toebereid dan gedroogd | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0701 90 51 | Nieuwe aardappelen (primeurs), van 1 januari t/m 31 maart | 100 | 20000 | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 5 |
0702 00 | Tomaten, vers of gekoeld | 100 | 1000 | 0 | – | |
ex 0703 10 11 ex 0703 10 19 ex 0709 90 90 | Uien, van 15 februari tot en met 15 mei Wilde uien (Muscari comosum), van 15 februari tot en met 15 mei | 100 | 13.400 | 60 | – | |
ex 0704 90 90 | Chinese kool, van 1 november tot en met 31 maart | 100 | 1.000 | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 5 |
ex 0705 11 | IJssla, van 1 november tot en met 31 maart | 100 | 300 | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 5 |
ex 0706 10 00 | Wortelen, van 1 januari tot en met 30 april | 100 | 6.100 | 40 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 5 |
ex 0709 30 00 | Aubergines, van 1 december tot en met 30 april | 100 | – | 60 | 1440 | |
ex 0709 40 00 | Bladselderij, van 1 januari tot en met 30 april | 100 | 13.000 | 50 | – | |
0709 60 10 | Niet-scherpsmakende pepers | 100 | 8.900 | 40 | – | |
0709 90 90 0810 90 85 | Andere vruchten en groenten | 100 | 2.000 | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 5 |
0709 90 71 ex 0709 90 73 ex 0709 90 79 | Courgettes, van 1 december tot en met eind februari | 100 | – | 60 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0710 80 59 | Vruchten van het geslacht Capsicum, van 15 november tot en met 30 april | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
0712 90 30 0712 90 50 0712 90 90 | Gedroogde tomaten Gedroogde wortelen Gedroogde groenten, andere | 100 | 100 | 0 | – | |
0804 10 00 | Dadels | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
0804 40 | Avocado's | 100 | – | 80 | 37.200 | |
0804 50 00 | Guaves, mango's en manggistans | 100 | – | 40 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0805 10 | Sinaasappelen, vers | 100 | 290.000 | 60 | – | |
0805 20 | Mandarijnen (tangarines en satsuma's daaronder begrepen); clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers | 100 | 21.000 | 60 | – | |
ex 0805 20 21 ex 0805 20 23 ex 0805 20 25 ex 0805 20 27 ex 0805 20 29 | Mandarijnen (tangarines en satsuma's daaronder begrepen); clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten; vers van 15 maart tot en met 30 september | 100 | 14.000 | 0 | – | |
ex 0805 30 | Citroenen, vers | 100 | 7.700 | 40 | – | |
ex 0805 30 90 | Lemmetjes, vers | 100 | 1.000 | 0 | – | |
ex 0805 40 | Pompelmoezen en pomelo's, vers | 100 | – | 80 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0805 90 00 | Kumquats | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0806 10 29 | Druiven voor tafelgebruik, vers van 15 mei tot en met 15 juli | 100 | – | 0 | 2.280 | |
ex 0807 10 10 | Watermeloenen, van 1 april tot en met 15 juni | 100 | 9.400 | 50 | – | |
ex 0807 10 90 | Meloenen, van 1 november tot en met 31 mei | 100 | 11.400 | 50 | – | |
ex 0810 10 90 | Aardbeien, van 1 november tot en met 31 maart | 100 | 2.600 | 60 | – | |
ex 0810 90 10 | Kiwi's, van 1 januari tot en met 30 april | 100 | – | 0 | 240 | |
ex 0810 90 85 | Granaatappelen | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0810 90 85 | Kaki's, van 1 november tot en met 31 juli | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0811 90 19 | Partjes van pompelmoezen en pomelo's | 80 | – | – | – | |
ex 0811 90 39 | Partjes van pompelmoezen en pomelo's | 80 | – | – | – | |
ex 0811 90 85 | Dadels, bevroren | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0811 90 95 | Partjes van pompelmoezen en pomelo's, bevroren | 100 | – | 80 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0812 90 20 | Sinaasappelen, in heel kleine stukjes, voorlopig verduurzaamd | 100 | 10.000 | 80 | – | |
ex 0812 90 95 | Andere soorten citrusfruit, in heel kleine stukjes, voorlopig verduurzaamd | 100 | – | 80 | 1.320 | |
0904 12 00 | Peper, fijngemaakt of gemalen | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
0904 20 10 | Niet-scherpsmakende pepers, niet fijngemaakt en niet gemalen | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0904 20 39 | Piment, niet fijngemaakt en niet gemalen, van 15 november tot en met 30 april | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 0904 20 90 | Piment, fijngemaakt of gemalen | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
1302 20 | Pectinestoffen; pectinaten en pectaten | 100 | – | 25 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
1602 31 | Bereidingen en conserven van vlees van kalkoenen | see column E | 300 | 0 | – | recht: 8,5% voor een tariefcontingent van 300 ton |
ex 2001 20 00 ex 2001 90 96 | Uitjes, met een middendiameter van minder dan 30 mm en okra's, bereid of verduurzaamd met azijn of azijnzuur | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2001 90 20 | Scherpsmakende vruchten van het geslacht Capsicum, van 15 november tot en met 30 april | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2002 10 10 | Gepelde tomaten | 100 | 3.500 | 30 | – | |
ex 2004 90 99 | Knolselderij, andere dan in mengsels | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
2004 90 99 | Andere groenten, bevroren | 100 | 1.000 | 0 | – | |
ex 2005 10 00 ex 2005 90 80 | Knolselderij, kool (met uitzondering van bloemkool), gombo's, okra's, andere dan in mengsels | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2005 90 10 | Scherpsmakende vruchten van het geslacht Capsicum, van 15 november tot en met 30 april | 100 | – | 30 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
2008 11 91 | Grondnoten | 100 | – | 0 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
2008 30 51 2008 30 71 | Pompelmoezen en pomelo's, in partjes | 100 | – | 80 | 16.440 | |
ex 2008 30 55 | Mandarijnen (tangarines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, in heel kleine stukjes | 100 | – | 80 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2008 30 59 | Pompelmoezen en pomelo's, andere dan in partjes Sinaasappelen en citroenen, in heel kleine stukjes | 100 | – | 80 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2008 30 75 | Mandarijnen (tangarines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, in heel kleine stukjes | 100 | – | 80 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2008 30 79 | Pompelmoezen en pomelo's, andere dan in partjes | 100 | – | 80 | 2400 | |
ex 2008 30 79 | Sinaasappelen en citroenen, in heel kleine stukjes | 100 | – | 80 | ||
ex 2008 30 91 | Partjes van pompelmoezen en van pomelo's | 100 | – | 80 | 3480 | |
ex 2008 30 91 | Pompelmoezen en pomelo's, andere dan partjes | 100 | – | 60 | ||
ex 2008 30 91 | Pulp van citrusvruchten | 100 | – | 40 | ||
ex 2008 30 91 | Citrusvruchten in heel kleine stukjes | 100 | – | 80 | ||
ex 2008 30 99 | Partjes van pompelmoezen en van pomelo's | 100 | – | 80 | 5000 | |
ex 2008 30 99 | Pompelmoezen en pomelo's, andere dan partjes Citrusvruchten in heel kleine stukjes | 80 | – | – | – | |
ex 2008 40 71 ex 2008 50 71 ex 2008 70 71 ex 2008 92 74 ex 2008 92 78 ex 2008 99 68 | Schijfjes peer, in olie gebakken Schijfjes abrikoos, in olie gebakken Schijfjes perzik, in olie gebakken Mengsels van schijfjes fruit, in olie gebakken Mengsels van schijfjes fruit, in olie gebakken Schijfjes appel, in olie gebakken | 100 | 100 | 0 | – | |
2008 50 61 | Abrikozen | 100 | – | 20 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
2008 50 69 | Andere | 100 | – | 20 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2008 50 92 ex 2008 50 94 | Gehalveerde abrikozen | 100 | – | 20 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2008 50 92 ex 2008 50 94 | Abrikozenpulp | 100 | 180 | 0 | – | |
ex 2008 92 51 ex 2008 92 59 ex 2008 92 72 ex 2008 92 74 ex 2008 92 76 ex 2008 92 78 | Vruchtenmengsels | 100 | 250 | 0 | – | |
2009 11 11 2009 11 19 2009 11 91 2009 11 99 2009 19 11 2009 19 19 2009 19 91 2009 19 99 | Sinaasappelsap | 100 | 92.600 of waarvan, in pakken van 2 l of minder, niet meer dan 22.400 | 70 | – | |
2009 20 11 2009 20 19 2009 20 99 | Sap van pompelmoezen of van pomelo's | 100 | – | 70 | 34.440 | |
2009 20 91 | Sap van pompelmoezen of van pomelo's | 70 | – | – | – | |
ex 2009 30 11 | Sap van enige andere afzonderlijke soort citrusvruchten | 100 | – | 60 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
ex 2009 30 31 ex 2009 30 39 | Sap van enige andere afzonderlijke soort citrusvruchten met een dichtheid van meer dan 1,33 g/cm3 bij 20°C, met een waarde van meer dan 30 ecu per 100 kg nettogewicht, met uitzondering van citroensap | 100 | – | 60 | – | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m 6 |
2009 30 19 | Ander sap van enige andere afzonderlijke soort citrusvruchten | 60– | – | – | – | |
2009 50 | Sap van tomaten | 100 | 10.200 | 60 | – | |
2204 21 | Andere soorten wijn | 100 | 1.610 hl | 0 | – | Voor 1.10 hl: 100% verlaging van het specifieke recht |
1) De verlaging van het recht is alleen van toepassing op ad valorem-douanerechten, behalve voor de produkten van de volgende codes: 0207 22; 0207 42 en 2204 21.
2) GN-codes overeenkomende met Verordening (EG) nr. 1359/95, PB nr. L 142 van 26 juni 1995.
3) Onverminderd de regels van de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, heeft de omschrijving van de produkten slechts indicatieve waarde daar de GN-code, in het kader van deze bijlage, determinerend is voor het preferentieschema. Voor „ex" GN-codes zijn de GN-code en de omschrijving te zamen determinerend voor het preferentieschema.
Protocol 2 betreffende de regelingen die van toepassing zijn bij de invoer in Israël van landbouwprodukten van oorsprong uit de gemeenschap
1. De in de bijlage vermelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap zijn bij invoer in Israël aan de bepalingen van dit artikel en aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden onderworpen.
2. De invoerrechten worden afgeschaft of verlaagd tot het in kolom „A" vermelde niveau, binnen de grenzen van de in kolom „B" vermelde tariefcontingenten en overeenkomstig de specifieke bepalingen van kolom „C".
3. De ingevoerde hoeveelheden die de tariefcontingenten overschrijden, zijn onderworpen aan de algemene douanerechten die ten aanzien van derde landen van toepassing zijn, onverminderd de specifieke bepalingen van kolom „C".
4. Voor bepaalde produkten waarvoor geen tariefcontingent is vastgesteld, worden overeenkomstig kolom „C" referentiehoeveelheden vastgesteld.
Indien voor één van de produkten de ingevoerde hoeveelheid de referentiehoeveelheid overschrijdt, dan kan Israël, op basis van een door dit land uitgevoerd jaarlijks onderzoek van de handelsstromen, voor het betrokken produkt een tariefcontingent openen waarvan de omvang gelijk is aan die van de referentiehoeveelheid. In dit geval zijn de hoeveelheden die het contingent overschrijden aan het in lid 3 bedoelde recht onderworpen.
5. Voor produkten die noch aan een tariefcontingent, noch aan een referentiehoeveelheid zijn onderworpen, kan Israël de in lid 4 bedoelde referentiehoeveelheid vaststellen indien uit een door dit land uitgevoerd jaarlijks onderzoek van de handelsstromen blijkt dat de invoer van één of meerdere produkten moeilijkheden dreigt te veroorzaken op de markt van Israël. Indien vervolgens voor dit produkt overeenkomstig het bepaalde in lid 4 een tariefcontingent wordt geopend, zijn de bepalingen van lid 3 van toepassing.
6. Het tariefcontingent voor kaas en wrongel wordt vanaf 1 januari 1997 tot en met 1 januari 2000 verhoogd in vier gelijke tranches die elk 10% van deze hoeveelheid vertegenwoordigen.
A | B | C | ||
---|---|---|---|---|
Israëlische code | Omschrijving | Recht(%) | Tarief-contingent (t) | Bijzondere bepalingen |
0202 30 | Vlees van runderen, zonder been, bevroren | 0% | 6.000 | |
0206 29 | Andere eetbare afvallen van runderen, bevroren | 0% | 500 | |
0402 10 | Melkpoeder, vetgehalte < 1,5% | 1,5 $/k | 3.000 | |
0402 21 | Melkpoeder, vetgehalte > 1.5%, zonder toegevoegde suiker | 3.500 | ||
0404 | Wei | 0% | 500 | |
0405 00 | Boter en ander melkvet | 1,6 $/k | 350 | |
0406 | Kaas en wrongel | 4 $/kg | 200 | Onderworpen aan artikel 1, lid 6 |
0601 | Bollen, knollen ..., chicoreiplanten en -wortels | 0% | Onderworpen aan artikel 1, lid 5 | |
0602 | Andere levende planten | Onderworpen aan artikel 1, lid 5 | ||
0603 10 | Afgesneden bloemen, vers | Referentiehoeveelheid: 1.000 t | ||
0603 90 | Gedroogde bloemen | 50 | ||
ex 0604 10 | Mossen en korstmossen, vers | Onderworpen aan artikel 1, lid 5 | ||
0604 91 | Bladeren, takken en andere delen van planten, vers | Onderworpen aan artikel 1, lid 5 | ||
ex 0604 99 | Bladeren, niet verder toebereid dan gedroogd | Onderworpen aan artikel 1, lid 5 | ||
0701 10 | Pootaardappelen | 0% | 8.000 | |
0701 90 | Andere aardappelen | 2.500 | ||
0703 20 00 | Knoflook | 25% verlaging van het GATT-recht | ||
0710 21 | Erwten, bevroren | 14% | 700 | |
0710 22 | Bonen, bevroren | 250 | ||
0710 29 | Andere peulgroenten, bevroren frozen | 350 | ||
0710 30 | Spinazie bevroren | 300 | ||
0710 80 | Andere groenten, bevroren | 500 | ||
0712 90 | Andere gedroogde groenten en mengsels van groenten | 16% | 200 | |
0713 33 | Bonen van de soort „faseolus vulgaris" gedroogd | 0% | 100 | |
0713 39 | Andere bonen, gedroogd | 150 | ||
0713 50 | Tuinbonen en paardebonen, gedroogd | 2.500 | ||
0713 90 | Andere gedroogde peulgroenten | 100 | over contingent 15% verlaging van GATT-recht | |
0802 90 | Andere noten | 0% | 500 | over contingent 15% verlaging van GATT-recht |
0804 20 90 | Vijgen, gedroogd | 0% | 500 | over contingent 20% verlaging van GATT-recht |
0806 20 | Druiven, gedroogd | 25% verlaging van het GATT-recht | ||
0808 10 | Appel | 0% | 750 | |
0808 20 90 | Kweeperen | 500 | ||
1001 10 | Harde tarwe | 0% | 9.500 | |
1001 90 | Andere tarwe en mengkoren | 150.000 | ||
1002 00 | Rogge | 0% | 10.000 | |
1003 00 | Gerst | 0% | 210.000 | |
1005 90 | Maïs, andere dan zaaigoed | 0% | 11.000 | |
1006 30 | Halfwitte of volwitte rijst | 3,75% | 25.000 | |
1103 13 | Gries van maïs | 0% | 235.000 | |
1103 29 | Pellets van andere granen | 7.500 | ||
1104 12 10 | Havervlokken | 10% | Onderworpen aan artikel 1, lid 5 | |
1107 10 | Mout, niet gebrand | 0% | 7.500 | |
1108 | Zetmeel en inuline | 25% verlaging van het GATT-recht | ||
1208 10 | Meel van sojabonen | 0% | 400 | |
1209 91 | Groentezaad | 0% | 500 | |
1209 99 | Andere zaden | 500 | ||
1214 10 | Luzernemeel en luzerne in pellets | 0% | 1.500 | |
1404 20 | Katoenlinters | 0% | 1.000 | |
1507 10 | Sojaolie, ruw | 13% | 7.000 | |
1507 90 | Sojaolie, andere | 4.000 | ||
1512 11 | Zonnebloemzaad- en saffloerolie, ruw | 9% | 1.500 | |
1512 19 | Zonnebloemzaad- en saffloerolie, andere | 1.500 | ||
1512 21 | Katoenzaadolie, andere | 500 | ||
1514 10 | Raapzaadolie, ruw | 13% | 3.000 | |
1514 90 | Raapzaadolie, andere | |||
1515 19 | Lijnzaadolie, andere | 0% | 150 | |
1515 29 | Maïsolie, andere | 9% | 600 | |
1604 13 00 1604 14 00 | Sardines, in luchtdichte verpakking Tonijn, in luchtdichte verpakking | 0% | 300 | |
1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede saccharose | |||
1701 91 | Andere dan ruwe suiker, gearomatiseerd | 0% | 265.000 | |
1701 99 | Andere dan ruwe suiker, andere | |||
1702 30 | Glucose < 20% gewichtspercenten fructose bevattend | 0,1 $/k | 1.200 | 15% verlaging van het GATT-recht |
1702 60 | Andere fructose > 50% gewichtspercenten fructose bevattend | 0% | 200 | |
2002 90 20/3 | Tomaten in poedervorm | 6% | 100 | |
2003 10 00 | Paddestoelen | 10% | 5.000 | |
2004 90 10 | Andere bereide groenten, bevroren | 7,50% | 300 | |
2004 90 90 | Andere bereide groenten, bevroren | 10,5% | ||
20 07 99 | Jams en vruchtengelei | 10% | 500 | |
2008 50 10 | Abrikozen | 12% | 150 | |
2008 50 20/90 | Abrikozen | 13,5% | ||
2008 70 10 | Perziken | 12,0% | 1.600 | |
2008 70 30/90 | Perziken | 13,5% | ||
2008 92 20 | Mengsels (zonder aardbeien, noten en citrusvruchten) | 12,0% | 500 | |
2008 92 30/90 | Mengsels (zonder aardbeien, noten en citrusvruchten) | 13,5% | ||
2009 70 | Ingedikt appelsap, in verpakkingen > 1001 | 0% | 750 | |
2207 10 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, > 80% alcohol | $ 2,75 per liter alcohol | 3.000 | |
2301 10 | Meel, poeder en pellets van vlees of van slachtafvallen | 0% | 14.000 | |
2303 10 | Afvallen van zetmeelfabrieken en dergelijke afvallen | 0% | 2.200 | |
2304 10 | Perskoeken en sojaolie | 10% | 1.800 | |
2306 40 | Perskoeken van raapzaad | 10% | 3.500 | |
2309 10 10 | Koekjes voor honden | 25% | 1.700 | |
2309 10 20 | met een gehalte aan 15%–35% eiwitstoffen en niet minder dan 4% vetstoffen | 8% | ||
2309 10 90 | Ander honde- en kattevoer | 2% | ||
2309 90 10 | Koekjes voor honden | 25% | 7.000 | |
2309 90 20 | met een gehalte aan 15%–35% eiwitstoffen en niet minder dan 4% vetstoffen | 8% | ||
2309 90 30 | Voer voor siervissen en vogels | 40% | ||
2309 90 90 | Andere diervoeding | 2% | ||
2401 10 | Ongestripte tabak | 0.07 nis/k | 1.700 | |
2401 20 | Geheel of gedeeltelijk gestripte tabak | |||
Protocol 3 betreffende gewasbescherming
Onverminderd de bepalingen van de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen die als bijlage aan de Overeenkomst tot oprichting van de WTO is gehecht, inzonderheid de artikelen 2 en 6 daarvan, komen de Partijen overeen dat met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst:
a. in hun onderlinge handelsverkeer, het fytosanitaire certificaat vereist is voor:
– wat de afgesneden bloemen betreft:
– – uitsluitend die van de geslachten Dendranthema, Dianthus en Pelargonium bij invoer in de Gemeenschap,– –
uitsluitend Rosa, Dendranthema, Dianthus, Pelargonium, Gypsophilia en Anemone bij invoer in Israël, en
– wat fruit betreft:
– – uitsluitend citrusvruchten, Fortunella, Poncirus en de Hybrides Annona, Cydonia, Diospyros, Malus, Mangifera, Passiflora, Prunus, Psidium, Pyrus, Ribes, Syzygium en Vaccinum bij invoer in de Gemeenschap;
– – alle geslachten bij invoer in Israël;
b. in hun onderlinge handelsverkeer de fytosanitaire vergunning voor planten of plantaardige produkten uitsluitend vereist is voor het binnenbrengen, nadat een onderzoek is ingesteld naar het gevaar voor schadelijke organismen, van planten of plantaardige produkten die anders niet zouden worden toegelaten;
c. een Partij die voornemens is nieuwe fytosanitaire maatregelen in te voeren die het bestaande handelsverkeer tussen de Partijen nadelig zouden kunnen beïnvloeden, de voorgenomen maatregelen en de mogelijke gevolgen daarvan in overleg met de andere Partij aan een onderzoek onderwerpt.
Protocol 4 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking
Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:
a. „vervaardiging": elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;
b. „materiaal": alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het produkt worden gebruikt;
c. „produkt": het verkregen produkt, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander produkt te worden gebruikt;
d. „goederen": zowel materialen als produkten;
e. „douanewaarde": de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO);
f. „prijs af fabriek": de prijs die voor het produkt af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht of aan de persoon die de laatste be- of verwerking buiten het gebied van de Partijen heeft laten verrichten, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen produkt wordt uitgevoerd;
g. „waarde van de materialen": de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de betrokken gebieden is betaald;
h. „waarde van de materialen van oorsprong": de waarde van deze materialen als omschreven onder g, welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;
i. „hoofdstukken" en „posten": de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit Protocol „het geharmoniseerde systeem" of „GS" genoemd;
j. „ingedeeld": de indeling van een produkt of materiaal onder een bepaalde post;
k. „zending": produkten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, een enkele factuur.
DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUKTEN VAN OORSPRONG"
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 van dit Protocol worden voor de toepassing van deze Overeenkomst beschouwd als:
1. produkten van oorsprong uit de Gemeenschap:
a. geheel en al in de Gemeenschap verkregen produkten in de zin van artikel 4 van dit Protocol;
b. in de Gemeenschap verkregen produkten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol;
2. produkten van oorsprong uit Israël:
a. geheel en al in Israël verkregen produkten, in de zin van artikel 4 van dit Protocol;
b. in Israël verkregen produkten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Israël een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol.
1. In afwijking van artikel 2, lid 1, onder b, worden produkten van oorsprong uit Israël in de zin van dit Protocol beschouwd als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en is het niet noodzakelijk dat ze een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
2. In afwijking van artikel 2, lid 2, onder b, worden produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van dit Protocol beschouwd als produkten van oorsprong uit Israël en is het niet noodzakelijk dat ze een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
1. Als geheel en al in de Gemeenschap of in Israël verkregen worden beschouwd:
a. uit hun bodem of hun zeebodem gewonnen produkten;
b. aldaar geoogste produkten van het plantenrijk;
c. aldaar geboren en opgefokte levende dieren;
d. produkten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;
e. voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;
f. produkten van de zeevisserij en andere door hun schepen uit de zee gewonnen produkten;
g. produkten uitsluitend uit de onder f bedoelde produkten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;
h. aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen; met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt;
i. afval afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;
j. produkten, gewonnen van of vanonder de zeebodem buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;
k. goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a tot en met j bedoelde produkten zijn vervaardigd.
2. De termen „hun schepen" en „hun fabrieksschepen" in lid 1, onder f en g, zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:
– die in een Lid-Staat of Israël zijn ingeschreven of geregistreerd;
– die de vlag van een Lid-Staat of van Israël voeren;
– die voor minstens de helft toebehoren aan onderdanen van de Lid-Staten of van Israël of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een Lid-Staat of in Israël heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn van een Lid-Staat of van Israël, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan Lid-Staten, aan Israël of aan openbare lichamen of onderdanen van Lid-Staten of Israël;
– waarvan de kapitein en de officieren allen onderdanen zijn van een Lid-Staat of van Israël;
– waarvan de bemanning voor ten minste 75% bestaat uit onderdanen van Lid-Staten of van Israël.
3. De termen „Israël" en „de Gemeenschap" hebben ook betrekking op de territoriale wateren van Israël en de Lid-Staten van de Gemeenschap.
Schepen waarmede in volle zee wordt gevist, met inbegrip van fabrieksschepen waarop de door deze schepen gevangen visserijprodukten worden be- of verwerkt, worden geacht deel uit te maken van het grondgebied van de Gemeenschap of van Israël voor zover zij voldoen aan de voorwaarden van lid 2.
1. Voor de toepassing van artikel 2 worden niet geheel en al in de Gemeenschap of Israël verkregen produkten geacht aldaar een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, wanneer is voldaan aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II, in samenhang met de voorwaarden van de Aantekeningen in bijlage I.
Deze voorwaarden geven voor alle, al dan niet onder de Overeenkomst vallende produkten aan welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen bij de vervaardiging van deze produkten moeten ondergaan en zijn slechts op deze materialen van toepassing. Hieruit volgt dat wanneer een produkt dat het karakter van produkt van oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voor dat produkt heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander produkt, de voorwaarden die van toepassing zijn op het produkt waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.
2. In afwijking van lid 1 en behoudens het bepaalde in artikel 12, lid 4, kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald produkt niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
a. wanneer de totale waarde ervan niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af fabriek van het produkt;
b. wanneer in de lijst een of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van de materialen die niet van oorsprong zijn, en deze percentages door de toepassing van dit lid niet worden overschreden.
Dit lid is niet van toepassing op de produkten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld.
3. De leden 1 en 2 zijn van toepassing onverminderd het bepaalde in artikel 6.
De volgende be- of verwerkingen worden als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 5 is voldaan:
a. behandelingen om de produkten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere produkten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen);
b. eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen), wassen, verven en snijden;
c. i) veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van colli;
ii) eenvoudig verpakken in flessen, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes, enz., en alle andere handelingen in verband met de opmaak;
d. het aanbrengen van merken, etiketten of soortgelijke onderscheidingstekens op de produkten zelf of op hun verpakkingen;
e. eenvoudig mengen van produkten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit Protocol om als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Israël te worden beschouwd;
f. eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig produkt;
g. twee of meer van de onder a tot en met f vermelde behandelingen te zamen;
h. het slachten van dieren.
1. De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol is het produkt dat bij het vaststellen van de indeling in de nomenclatuur volgens het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Hieruit volgt dat:
a. wanneer een produkt, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, volgens het geharmoniseerde systeem onder één enkele post wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;
b. wanneer een zending uit een aantal eendere produkten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk produkt voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol afzonderlijk moet worden genomen.
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.
Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit produkten van oorsprong en produkten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de produkten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 procent van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.
Om te bepalen of een produkt van oorsprong is uit de Gemeenschap of uit Israël wordt niet nagegaan of de energie, brandstof, fabrieksuitrusting, machines en werktuigen die zijn gebruikt om dit produkt te verkrijgen van oorsprong zijn en wordt ook niet nagegaan of goederen die tijdens het produktieproces zijn gebruikt, maar die in de uiteindelijke samenstelling van het produkt niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen, van oorsprong zijn.
Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van het karakter van produkt van oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Israël zijn voldaan. De verkrijging van het karakter van produkt van oorsprong wordt geacht te zijn onderbroken indien de goederen die in een Partij zijn be- of verwerkt het grondgebied van deze Partij hebben verlaten, behoudens het bepaalde in de artikelen 12 en 13.
1. De verkrijging van het karakter van produkt van oorsprong op de in titel II vermelde voorwaarden wordt niet beïnvloed door be- of verwerking van materialen buiten die Partij die vervolgens weer in die Partij worden ingevoerd, voor zover:
a. deze materialen geheel en al in de betrokken Partij zijn verkregen of aldaar, alvorens te worden uitgevoerd, een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6 opgesomde ontoereikende behandelingen; en
b. ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen, en
ii) de totale, buiten de betrokken Partij door toepassing van dit artikel toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af fabriek van het eindprodukt dat als produkt van oorsprong wordt aangeboden.
2. Voor de toepassing van lid 1 zijn de in titel II vermelde voorwaarden betreffende de verkrijging van het karakter van produkt van oorsprong niet van toepassing op buiten de betrokken Partij verrichte be- of verwerkingen. Indien de materialen die niet van oorsprong zijn volgens een regel in de lijst in bijlage II een bepaalde maximumwaarde niet mogen overschrijden, dan mag de totale waarde van de in de betrokken Partij gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en de totale toegevoegde waarde die door de toepassing van dit artikel buiten die Partij is verkregen te zamen genomen het aangegeven percentage niet overschrijden.
3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt onder „totale toegevoegde waarde" alle kosten verstaan die buiten de betrokken Partij zijn gemaakt, met inbegrip van de totale waarde van de aldaar toegevoegde materialen.
4. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op produkten die niet aan de voorwaarden van de desbetreffende lijst voldoen en die slechts ten gevolge van de toepassing van de algemene afwijkingsregel in artikel 5, lid 2, als voldoende be- of verwerkt kunnen worden beschouwd.
5. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op produkten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld.
Produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of Israël die naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens teruggezonden, worden niet beschouwd de betrokken Partij te hebben verlaten indien ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a. de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b. zij in het land waarnaar ze waren uitgevoerd geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren.
1. De bij de Overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op produkten of materialen die niet over het grondgebied van een ander land tussen het grondgebied van de Gemeenschap en dat van Israël zijn vervoerd. Goederen van oorsprong uit Israël of de Gemeenschap die één enkele zending vormen, kunnen via een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Israël, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, voor zover de goederen in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane zijn gebleven, en aldaar geen andere behandelingen hebben ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.
Het vervoer per pijpleiding van produkten van oorsprong uit Israël of de Gemeenschap mag via een ander grondgebied gaan dan dat van de Gemeenschap of van Israël.
2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:
a. hetzij een in het land van uitvoer opgesteld enig vervoerdocument ter dekking van het vervoer door het land van doorvoer;
b. hetzij een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin:
i) de produkten nauwkeurig zijn omschreven,
ii) de data zijn vermeld waarop de produkten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder opgave van de naam van de gebruikte schepen, en
iii) een verklaring betreffende de voorwaarden waarop de produkten in het land van doorvoer verbleven;
c. hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.
1. De bepalingen van de Overeenkomst zijn van toepassing op de invoer van produkten die uit een Partij naar een tentoonstelling in een derde land zijn verzonden en na de tentoonstelling voor invoer in een andere Partij zijn verkocht, voor zover deze produkten aan de voorwaarden van dit Protocol voldoen om als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Israël te worden beschouwd, en voor zover ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a. een exporteur deze produkten vanuit een Partij naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld;
b. de exporteur de produkten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in een andere Partij;
c. de produkten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan naar laatstgenoemde Partij zijn verzonden; en
d. de produkten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.
2. Een bewijs van oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel V afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs staan de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden gevraagd ten aanzien van de aard van de produkten en de voorwaarden waarop zij werden tentoongesteld.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse produkten worden gehouden, en gedurende welke de produkten onder douanetoezicht zijn gebleven.
TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN
1. Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt worden bij de vervaardiging van produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of Israël in de zin van dit Protocol waarvoor overeenkomstig de bepalingen van titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in geen van de Partijen in aanmerking voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
2. Het in lid 1 vervatte verbod is van toepassing op elke regeling voor terugbetaling of algehele of gedeeltelijke vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in een Partij van toepassing zijn op de bij de vervaardiging gebruikte materialen, voor zover deze regeling die terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk toelaat wanneer de uit genoemde materialen verkregen produkten worden uitgevoerd, maar niet wanneer deze goederen voor binnenlands gebruik in deze Partij zijn bestemd.
3. De exporteur van produkten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, dient op verzoek van de douaneautoriteiten steeds bereid te zijn alle stukken over te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken produkten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, inderdaad zijn betaald.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 7, lid 2, op accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen in de zin van artikel 8 en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 9, wanneer dergelijke produkten niet van oorsprong zijn.
5. De leden 1 tot en met 5 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop de Overeenkomst van toepassing is.
1. Produkten van oorsprong in de zin van dit Protocol vallen bij invoer in een van de Partijen onder de toepassing van de Overeenkomst op vertoon van:
a. een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage III is opgenomen; of
b. in de in artikel 22, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument waarin de produkten voldoende duidelijk zijn omschreven om ze te kunnen identificeren (hierna „factuurverklaring" genoemd).
2. In afwijking van lid 1 vallen produkten van oorsprong in de zin van dit Protocol in de in artikel 27 bedoelde gevallen onder de toepassing van de Overeenkomst zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.
1. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.
2. Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage III opgenomen.
Deze formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De produkten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
3. De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, moet op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, te allen tijde de nodige documenten kunnen overleggen waaruit blijkt dat de betrokken produkten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
4. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van artikel 2, lid 1, van dit Protocol. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van Israël indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als produkten van oorsprong uit Israël in de zin van artikel 2, lid 2, van dit Protocol.
5. Wanneer artikel 3 van toepassing is, kunnen de douaneautoriteiten van de Lid-Staten van de Gemeenschap of van Israël certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven op de in dit Protocol vermelde voorwaarden, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Israël in de zin van dit Protocol, en voor zover de goederen waarop de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking hebben zich in de Gemeenschap of in Israël bevinden.
In deze gevallen worden de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 afgegeven na overlegging van de eerder afgegeven of opgestelde bewijsstukken ten aanzien van de oorsprong. Deze bewijsstukken worden gedurende ten minste drie jaar door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer bewaard.
6. De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de produkten inderdaad van oorsprong zijn en gaan na of aan alle andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de boeken van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten.
De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste douaneautoriteiten zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.
7. De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in dat deel van het certificaat dat voor de douaneautoriteiten is bestemd.
8. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer afgegeven wanneer de produkten waarop het betrekking heeft worden uitgevoerd. Het wordt ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.
1. In afwijking van artikel 18, lid 8, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien:
a. dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd;
b. ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel was afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.
2. Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de produkten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.
3. De douaneautoriteiten kunnen eerst tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan na te hebben vastgesteld dat de in de aanvraag van de exporteur voorkomende gegevens overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4. Op a posteriori afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 komt een van de volgende aantekeningen voor:
„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT",
„DÉLIVRÉ A POSTERIORI",
„RILASCIATO A POSTERIORI",
„AFGEGEVEN A POSTERIORI",
„ISSUED RETROSPECTIVELY",
„UDSTEDT EFTERFØLGENDE",
„EKΔOΘEN EK TΟN YΣTEΡΟN",
„EXPEDIDO A POSTERIORI",
„EMITADO A POSTERIORI",
„ANNETTU JÄLKIKÄTEEN",
„UTFÄRDAT I EFTERHAND",
„ ."
5. De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2. Op het aldus afgegeven certificaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:
„DUPLIKAT", „DUPLICATA", „DUPLICATO", „DUPLICAAT", „DUPLICATE", „ANTIΓΡAΦO", „DUPLICADO", „SEGUNDA VIA", „KAKSOISKAPPALE", „ ".
3. De in lid 2 bedoelde aantekening, de datum van afgifte en het volgnummer van het oorspronkelijke certificaat worden aangebracht in het vak „Opmerkingen" van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke EUR.1-certificaat geldt vanaf die datum.
1. Vervanging van een of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 door een of meer andere certificaten is steeds mogelijk, voor zover dit geschiedt door het douanekantoor of de andere bevoegde instanties die met het toezicht op de goederen zijn belast.
2. Het vervangende certificaat wordt met het oog op de toepassing van dit Protocol, met inbegrip van dit artikel, als een definitief certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 beschouwd.
3. Het vervangende certificaat wordt afgegeven op schriftelijk verzoek van degene die de wederuitvoer verricht, nadat de betrokken instanties de door de aanvrager verstrekte gegevens hebben gecontroleerd. De datum en het volgnummer van het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden in vak 7 vermeld.
1. De in artikel 17, lid 1, onder b), genoemde factuurverklaring kan worden opgesteld door:
a. een toegelaten exporteur in de zin van artikel 23;
b. een willekeurige exporteur voor zendingen bestaande uit een of meer colli die produkten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan 6.000 ecu bedraagt.
2. Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de produkten als van oorsprong in een van de Partijen kan worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen.
3. De exporteur die de factuurverklaring opstelt moet op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer steeds bereid zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken produkten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
4. Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen talenversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. De factuurverklaring mag ook met de hand, met inkt en in blokletters, worden geschreven.
5. De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend.
Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 23 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.
6. Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij de uitvoer van de produkten waarop zij betrekking heeft (en in uitzonderlijke gevallen later). Indien de factuurverklaring wordt opgesteld nadat de produkten waarop zij betrekking heeft bij de douaneautoriteiten van het land van invoer zijn aangegeven, dan moet daarin worden verwezen naar de documenten die reeds bij deze autoriteiten zijn ingediend.
1. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen een exporteur, hierna „toegelaten exporteur" genoemd, die veelvuldig produkten verzendt waarop de Overeenkomst van toepassing is en die naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen biedt in verband met de controle op de oorsprong van de produkten en de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol, vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken produkten.
2. De douaneautoriteiten kunnen aan het verlenen van de status van toegelaten exporteur de door hen nodig geachte voorwaarden verbinden.
3. De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe dat in de factuurverklaringen wordt vermeld.
4. De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.
5. De douaneautoriteiten kunnen de vergunning steeds intrekken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet langer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.
1. Een EUR.1-certificaat is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.
2. EUR.1-certificaten die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.
3. In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van de Staat van invoer de EUR.1-certificaten aanvaarden wanneer de produkten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.
EUR.1-certificaten worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Bedoelde autoriteiten kunnen een vertaling van dit certificaat verlangen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de produkten aan de voorwaarden voor de toepassing van de Overeenkomst voldoen.
Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van de Staat van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde produkten in de zin van algemene regel 2 a. voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de hoofdstukken XVI en XVII of de nummers 7308 en 9406 van het geharmoniseerd systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.
1. Produkten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als produkten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is een formeel bewijs van oorsprong over te leggen, voor zover aan zulke produkten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit Protocol voldoen en er over de juistheid van een dergelijke verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier C2/CP3 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.
2. Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van produkten die uitsluitend bestemd zijn voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, voor zover noch de aard noch de hoeveelheid van de produkten op commerciële doeleinden wijzen.
3. Voorts mag de totale waarde van deze produkten niet meer bedragen dan 500 ecu voor kleine zendingen of 1.200 ecu voor produkten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.
1. De exporteur die om de afgifte van een EUR.1-certificaat verzoekt, bewaart de in artikel 18, lid 3, bedoelde bewijsstukken gedurende een periode van ten minste drie jaar.
2. De exporteur die een factuurverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 22, lid 3, bedoelde documenten gedurende een periode van ten minste drie jaar.
3. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een EUR.1-certificaat afgeven bewaren het in artikel 18, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende een periode van ten minste drie jaar.
4. De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de EUR.1-certificaten die bij hen werden ingediend gedurende een periode van ten minste drie jaar.
1. Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de gegevens op het EUR.1-certificaat of de factuurverklaring en de gegevens op de documenten die, met het oog op het vervullen van de invoerformaliteiten bij invoer, bij het douanekantoor worden ingediend, dan is het EUR.1-certificaat of de factuurverklaring hierdoor niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het document wel degelijk met de aangebrachte produkten overeenstemt.
2. Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het EUR.1-certificaat of in de factuurverklaring maken dit document niet ongeldig indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
1. Het land van uitvoer stelt de bedragen in zijn nationale valuta vast die gelijk zijn aan de in ecu uitgedrukte bedragen en deelt deze aan de andere Partij mede.
Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door het land van invoer vastgestelde bedragen, worden ze door laatstgenoemd land aanvaard indien de produkten gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer.
Indien de produkten gefactureerd zijn in de valuta van een andere Lid-Staat van de Gemeenschap, aanvaardt het land van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag.
2. Tot en met 30 april 2000 is de waarde van de in een bepaalde nationale valuta uitgedrukte ecu gelijk aan de waarde van de ecu in die nationale valuta per 1 oktober 1994.
Voor iedere daaropvolgende periode van vijf jaar worden de in ecu uitgedrukte bedragen en hun tegenwaarde in de nationale valuta van de Staten door de Associatieraad herzien aan de hand van de wisselkoers van de ecu op de eerste werkdag in oktober van het onmiddellijk aan die periode van vijf jaar voorafgaande jaar.
Bij deze herziening ziet de Associatieraad erop toe dat de te gebruiken bedragen in nationale valuta niet worden verminderd. Voorts zal deze Raad onderzoeken of het wenselijk is de gevolgen van de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Te dien einde kan hij besluiten de in ecu uitgedrukte bedragen te wijzigen.
REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
De douaneautoriteiten van de Lid-Staten en van Israël doen elkaar, via de Commissie van de Europese Gemeenschappen, afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaten EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de afgifte van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.
1. De EUR.1-certificaten en de factuurverklaringen worden achteraf door middel van steekproeven gecontroleerd en wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken produkten of de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol.
2. Met het oog op de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het EUR.1-certificaat, de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer, onder vermelding van de formele of materiële redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd.
Zij verstrekken bij deze aanvraag om een controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het EUR.1-certificaat of in de factuurverklaring onjuist zijn.
3. De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Te dien einde zijn zij gerechtigd bewijsmateriaal op te vragen en de boeken van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten.
4. Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, stellen zij de importeur voor de produkten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5. De douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd worden zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen tien maanden van de resultaten van de controle in kennis gesteld. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken produkten als produkten van oorsprong beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
Indien de cumulatiebepalingen van artikel 3, lid 2, en artikel 18, lid 4, werden toegepast, omvat het antwoord een kopie (kopieën) van het certificaat (de certificaten) inzake goederenverkeer of van de factuurverklaring(en) waarvan werd uitgegaan.
6. Indien bij gegronde twijfel binnen de termijn van tien maanden geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de produkten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de algemene tariefpreferenties niet toe, behoudens overmacht of buitengewone omstandigheden.
Geschillen ten aanzien van de in artikel 31 bedoelde controles die de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die met deze controle zijn belast niet onderling kunnen regelen, en problemen in verband met de interpretatie van dit Protocol worden aan het Comité Douanesamenwerking voorgelegd.
In alle gevallen is de wetgeving van de Staat van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van de Staat van invoer.
Tegen een ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel produkten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.
1. De Lid-Staten van de Gemeenschap en Israël nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat produkten die onder geleide van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden verhandeld en tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 dienen de bevoegde douaneautoriteiten, wanneer produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Israël die onder dekking van een EUR.1-certificaat in een vrije zone zijn ingevoerd een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw EUR.1-certificaat af te geven mits deze be- of verwerking met de bepalingen van dit Protocol overeenstemt.
1. De in dit Protocol gebruikt term „Gemeenschap" heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla. Onder „produkten van oorsprong uit de Gemeenschap" worden geen produkten van oorsprong uit deze gebieden verstaan.
2. Dit Protocol is van overeenkomstige toepassing op produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, met inachtneming van de in artikel 37 vastgestelde bijzondere voorwaarden.
1. De volgende bepalingen zijn van toepassing in plaats van artikel 2 en artikel 3, leden 1 en 2, en de verwijzingen naar deze artikelen zijn van overeenkomstige toepassing op onderhavig artikel.
2. Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, worden beschouwd als:
1. produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:
a. geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen produkten;
b. in Ceuta en Melilla verkregen produkten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a bedoelde produkten zijn gebruikt, mits:
i) deze produkten be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of
ii) deze produkten van oorsprong zijn uit Israël of de Gemeenschap in de zin van dit Protocol, mits zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 6 bedoelde ontoereikende be- of verwerkingen;
2. produkten van oorsprong uit Israël:
a. geheel en al in Israël verkregen produkten;
b. in Israël verkregen produkten waarin andere dan de onder a bedoelde produkten zijn gebruikt, voor zover:
i) deze produkten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voor zover
ii) deze produkten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Gemeenschap in de zin van dit Protocol, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6 omschreven ontoereikende be- of verwerkingen.
3. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.
4. De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt „Israël" en „Ceuta en Melilla" in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1. Voor produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt het karakter van oorsprong bovendien vermeld in vak 4 van het EUR.1-certificaat.
5. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit Protocol in Ceuta en Melilla.
De Associatieraad kan besluiten de toepassing van de bepalingen van dit Protocol te wijzigen.
1. Er wordt een Comité Douanesamenwerking ingesteld, dat belast is met de tenuitvoerlegging van de administratieve samenwerking met het oog op de correcte en uniforme toepassing van dit Protocol en dat met elke andere taak op douanegebied kan worden belast.
2. Het Comité is samengesteld uit door de Lid-Staten benoemde douanedeskundigen en met douanezaken belaste ambtenaren van de diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en met door Israël benoemde douanedeskundigen anderzijds.
De bijlagen bij dit Protocol zijn een onderdeel van dit Protocol.
De Gemeenschap en Israël nemen, ieder voor zich, de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol.
De Overeenkomst kan worden toegepast op goederen die aan de bepalingen van dit Protocol voldoen en die op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst onderweg zijn of die in de Gemeenschap of in Israël tijdelijk zijn opgeslagen of zich daar in een douane-entrepot of vrije zone bevinden, mits binnen vier maanden na die datum een EUR.1-certificaat bij de douaneautoriteiten van de Staat van invoer wordt ingediend dat achteraf door de bevoegde instanties van de Staat van uitvoer is opgesteld, tezamen met de documenten waaruit blijkt dat de goederen rechtstreeks zijn vervoerd.
Aantekeningen bij de lijst in Bijlage II
Voorwoord
Deze aantekeningen zijn uitsluitend van toepassing op produkten die onder de Overeenkomst vallen.
Aantekening 1
1.1. In de eerste twee kolommen van de lijst wordt het verkregen produkt omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerd systeem en kolom 2 de omschrijving van de volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallende goederen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex" betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.
1.2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het produkt in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle produkten die volgens het geharmoniseerd systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten werden ingedeeld.
1.3. Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende produkten die onder één post zijn ingedeeld, is bij ieder gedachtenstreepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 of 4 vermelde regel van toepassing is.
1.4. Wanneer zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel is gegeven voor het in de kolommen 1 en 2 omschreven produkt, kan de exporteur kiezen welke regel – die in kolom 3 of die in kolom 4 – hij toepast. Indien in kolom 4 geen regel is gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.
Aantekening 2
2.1. De be- of verwerking die volgens de regel in kolom 3 is vereist, dient alleen te worden uitgevoerd met betrekking tot de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn. De beperkingen die in kolom 3 zijn aangegeven, zijn eveneens slechts van toepassing op de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.
2.2. Wanneer volgens een regel „materialen van iedere post" mogen worden gebruikt, dan mogen ook materialen van dezelfde post als het produkt worden gebruikt, voor zover de regel verder geen beperkingen inhoudt. De uitdrukking „vervaardiging uit materialen van om het even welke post met inbegrip van andere materialen van post ..." betekent evenwel dat materialen van dezelfde post als het produkt slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die van het produkt in kolom 2.
2.3. Indien een produkt, vervaardigd van niet van oorsprong zijnde materialen, dat door de vervaardiging de oorsprong heeft verkregen krachtens de regel „verandering van post" of krachtens een regel in de lijst, gebruikt wordt als materiaal bij de vervaardiging van een ander produkt, geldt de regel die van toepassing is op het produkt waarin het is verwerkt daarvoor niet. Bijvoorbeeld: Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet meer mag bedragen dan 40% van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed" van post 7224. Werd dit smeedijzer in het betrokken land vervaardigd van niet van oorsprong zijnde ingots, dan heeft het smeedijzer reeds oorsprong verkregen krachtens de regel vermeld in de lijst voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of niet. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.
2.4. De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Is volgens de regel het gebruik van niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald produktiestadium toegestaan, dan is het gebruik ervan in een vroeger produktiestadium wel, maar in een later produktiestadium niet toegestaan.
2.5. Wanneer volgens een regel in de lijst een produkt van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt. Bijvoorbeeld: Volgens de regel voor weefsels van de hoofdstukken ex 50 tot en met 55 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder synthetische, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.
2.6. Wanneer volgens een regel in de lijst een produkt van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit evenwel niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. (Zie ook aantekening 5.2 met betrekking tot textielprodukten.) Bijvoorbeeld: De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik uit van granen en derivaten daarvan. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd mogen evenwel worden gebruikt. Dit geldt evenwel niet voor produkten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd van het in de lijst genoemde materiaal, vervaardigd kunnen worden uit een materiaal van dezelfde aard in een vroeger produktiestadium. Bijvoorbeeld: Indien voor een kledingstuk van ex hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, slechts het gebruik van garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, dan is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies – zelfs al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval zou het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen moeten bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.
2.7. Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.
Aantekening 3
3.1. De term „natuurlijke vezels" in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels" vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.
3.2. De term „natuurlijke vezels" omvat paardehaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en ander plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.
3.3. De termen „textielmassa", „chemische stoffen" en „materialen voor het vervaardigen van papier" in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.
3.4. De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels" in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.
Aantekening 4
4.1. Indien voor een bepaald produkt in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij hun vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10% van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 4.3 en 4.4).
4.2. Deze tolerantie is evenwel slechts van toepassing op gemengde produkten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.
Basistextielmaterialen zijn: – zijde, – wol, – grof haar, – fijn haar, – paardehaar (crin), – katoen, – papier en materiaal voor het vervaardigen van papier, – vlas, – hennep, – jute en andere bastvezels, – sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave, – kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels, – synthetische filamenten, – kunstmatige filamenten, – synthetische stapelvezels, – kunstmatige stapelvezels. Bijvoorbeeld: Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het garen. Bijvoorbeeld: Een weefsel van wol van post 5112, vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) of garens van wol die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch anderszins met het oog op het spinnen bewerkt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel. Bijvoorbeeld: Getuft textielweefsel van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd produkt wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd produkt is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn. Bijvoorbeeld: Indien het betrokken getufte textielweefsel is vervaardigd van katoengarens van post 5205 en van synthetisch weefsel van post 5407, dan zijn de gebruikte garens uiteraard twee verschillende soorten basistextielmateriaal en is het getufte textielweefsel bijgevolg een gemengd produkt. Bijvoorbeeld: Een getuft tapijt, vervaardigd van zowel kunstmatige garens als van katoengarens en met een grondlaag van jute, is een gemengd produkt omdat drie basistextielmaterialen zijn gebruikt. Derhalve mogen alle niet van oorsprong zijnde materialen die in een later produktiestadium zijn dan de regel toelaat, worden gebruikt, voor zover hun totale gewicht niet meer bedraagt dan 10% van het gewicht van de textielmaterialen van het tapijt. Zo zouden in dit produktiestadium zowel de jutegrondlaag als de kunstmatige garens ingevoerd kunnen zijn, voor zover aan de voorwaarden inzake het gewicht wordt voldaan.
4.3. In het geval van weefsels die garens bevatten, „gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld", bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20%.
4.4. In het geval van weefsels die strippen bevatten bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof, bedraagt de tolerantie voor de strippen ten hoogste 30%.
Aantekening 5
5.1. Wordt voor een bepaald produkt in de lijst in een voetnoot naar deze aantekening verwezen, dan mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde produkten, worden gebruikt voor zover zij onder een andere post vallen dan het produkt en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 8% van de prijs af fabriek van het produkt.
5.2. Materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld kunnen vrij worden gebruikt, of ze nu textiel bevatten of niet. Bijvoorbeeld: Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel.
5.3. Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.
Aantekening 6
6.1. Onder „aangewezen behandeling" in de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt verstaan: a. vacuümdistillatie, b. herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing1, c. kraken, d. reforming, e. extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen, f. een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet, g. polymeriseren, h. alkyleren, i. isomeriseren.
6.2. Onder „aangewezen behandeling" in de zin van de posten 2710 tot en met 2712 wordt verstaan: a. vacuümdistillatie, b. herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing, c. kraken, d. reforming, e. extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen, f. een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet, g. polymeriseren, h. alkyleren, ij. isomeriseren, k. uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde produkten met ten minste 85% wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T), l. uitsluitend voor de produkten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren, m. uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250°C wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld „hydrofinishing" of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een aangewezen behandeling aangemerkt, n. uitsluitend voor stookolie van post ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze produkten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30% van het volume ervan overdistilleren bij 300°C, een en ander bepaald volgens de methode ASTM D 86, o. uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading.
6.3. In de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt geen oorsprong verleend door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van produkten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.
Be- of verwerkingen die materialen die niet van oorsprong zijn het karakter van produkt van oorsprong verlenen
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
Hfdst. 01 | Levende dieren | 1) | |
ex Hfdst. 02 | Vlees en eetbare slachtafvallen, met uitzondering van de produkten van de posten 0201, 0202, 0206 en 0210, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
0201 | Vlees van runderen, vers of gekoeld | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van vlees van runderen, bevroren, bedoeld bij post 0202 | |
0202 | Vlees van runderen, bevroren | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van vlees van runderen, vers of gekoeld, bedoeld bij post 0201 | |
0206 | Eetbare slachtafvallen van runderen, van varkens, van schapen, van geiten, van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, vers, gekoeld of bevroren | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van hele dieren bedoeld bij de posten 0201 t/m 0205 | |
0210 | Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt; meel en poeder van vlees of van slachtafvallen, geschikt voor menselijke consumptie | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van vlees en slachtafvallen bedoeld bij de posten 0201 t/m 0206 en 0208 of levers van pluimvee bedoeld bij post 0207 | |
ex Hfdst. 03 | Vis en schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren | 1) | |
0302 t/m 0305 | Vis, met uitzondering van levende vis | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 0306 | Schaaldieren, met uitzondering van levende schaaldieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 0307 | Weekdieren; andere ongewervelde waterdieren dan schaaldieren en weekdieren met uitzondering van levende weekdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex Hfdst. 04 | Melk en zuivelprodukten met uitzondering van de produkten van de posten 0402; 0403; 0404 t/m 0406; eetbare produkten van dierlijke oorsprong, niet genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
0402 0404 t/m 0406 | Melk en zuivelprodukten | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van melk of room van de post 0401 of 0402 | |
0403 | Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn – alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) bedoeld bij post 2009 geheel en al verkregen moeten zijn en – de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
0407 | Vogeleieren, in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt | 1) | |
0408 | Vogeleieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging uit materialen van eender welke post met uitzondering van vogeleieren bedoeld bij post 0407 | |
0409 | Natuurhonig | 1) | |
ex Hfdst. 05 | Andere produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen met uitzondering van de produkten van de posten ex 0502, ex 0506, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 0502 | Bereid haar van varkens en van wilde zwijnen | Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar | |
ex 0506 | Beenderen en hoornpitten, ruw | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn | |
Hfdst. 06 | Levende planten en produkten van de bloementeelt | 1) | |
ex Hfdst. 07 | Groenten, planten, wortels en knollen voor voedingsdoeleinden, met uitzondering van de posten 0710 t/m 0713 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | 1) | |
ex 0710 t/m 0713 | Groenten, bevroren, gedroogd, of voorlopig verduurzaamd, met uitzondering van de posten ex 0710 en ex 0711 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij de gebruikte groenten geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 0710 | Suikermaïs (ook indien gestoomd of in water gekookt), bevroren | Vervaardiging uit suikermaïs, vers of gekoeld | |
ex 0711 | Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd | Vervaardiging uit suikermaïs, vers of gekoeld | |
ex Hfdst. 08 | Fruit, schillen van citrusvruchten en van meloenen, met uitzondering van de produkten van de posten 0811, 0812, 0813, 0814, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | 1) | |
0811 | Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen: | ||
– met toegevoegde suiker | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | ||
0812 | Vruchten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | |
0813 | Vruchten, andere dan bedoeld bij posten 0801 t/m 0806, gedroogd; mengsels van noten of gedroogde vruchten, bedoeld bij dit hoofdstuk | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | |
0814 | Schillen van citrusvruchten en van meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers, bevroren, gedroogd, dan wel in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | |
Hfdst. 09 | Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van de kruidenmengsels van post 0910, waarvoor de regel hieronder uiteen wordt gezet | 1) | |
ex 0910 | Kruidenmengsels bedoeld in aantekening 1 b) van hoofdstuk 09 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
Hfdst. 10 | Granen | 1) | |
ex Hfdst. 11 | Produkten van de meelindustrie, mout, zetmeel, gluten, inuline, met uitzondering van post ex 1106 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij de groenten, granen, knollen en wortels van post 0714, of de vruchten die hierbij zijn gebruikt, geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 1106 | Meel en gries, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 | Drogen en malen van peulgroenten bedoeld bij post 0708 | |
Hfdst. 12 | Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder, met uitzondering van meel van oliehoudende zaden en vruchten van post 1208 waarvoor de regel hieronder uiteen wordt gezet1) | 1) | |
1208 | Meel van oliehoudende zaden en vruchten, ander dan mosterdmeel | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 13 | Gommen, harsen en andere plantesappen en plantenextracten met uitzondering van de produkten van post 1301 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
1301 | Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en balsems, van natuurlijke oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
Hfdst. 14 | Stoffen voor het vlechten en andere produkten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen | 1) | |
ex Hfdst. 15 | Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieprodukten daarvan; bewerkt spijsvet, was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van de produkten van de posten 1501; 1502; 1504; ex 1505; 1506; ex 1507 t/m 1515; ex 1516; ex 1517 en ex 1519 waarvoor de regels hieronder zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
1501 | Reuzel; ander varkensvet en vet van gevogelte, gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd: | ||
– Beendervet of afvalvet | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen bedoeld bij post 0506 | ||
– ander | Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee bedoeld bij post 0207 | ||
1502 | Rund-, schape- of geitevet, ruw of gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd | ||
– Beendervet of afvalvet | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen bedoeld bij post 0506 | ||
– ander | Vervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
1504 | Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | ||
– vaste fracties van oliën en vetten van vis en van oliën en vetten van zeezoogdieren | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1504 | ||
– ander | Vervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke materialen van hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
ex 1505 | Geraffineerde lanoline | Vervaardiging uit ruw wolvet bedoeld bij post 1505 | |
1506 | Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: | ||
– vaste fracties | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met inbegrip van andere materialen bedoeld bij post 1506 | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
ex 1507 t/m 1515 | Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: | ||
– vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie | Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 t/m 1515 | ||
– andere, met uitzondering van: – Tungolie, myricawas en japanwas – Oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie | Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn | ||
ex 1516 | Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, opnieuw veresterd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid | Vervaardiging waarbij alle gebruikte dierlijke en plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 1517 | Vloeibare mengsels, voor menselijke consumptie, van plantaardige oliën bedoeld bij de posten 1507 t/m 1515 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 1519 | Industriële vetalcoholen met het karakter van kunstwas | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met inbegrip van vetzuren bedoeld bij post 1519 | |
1601 | Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze produkten, voor menselijke consumptie | Vervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1 | |
1602 | Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed | Vervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1 | |
1603 | Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1; alle gebruikte vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren moeten evenwel geheel en al verkregen zijn | |
1604 | Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vis of kuit geheel en al verkregen moet zijn | |
1605 | Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte schaaldieren, weekdieren of andere ongewervelde waterdieren geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere saccharose, in vaste vorm, niet gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere saccharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
1702 | Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel: | ||
– chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose (levulose) | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702 | ||
– andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen geheel en al verkregen moeten zijn | ||
ex 1703 | Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 1703 | Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt worden ingedeeld, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 18 | Cacao en bereidingen daarvan met uitzondering van de produkten van de posten 1801 en 1806, waarvoor de regels hieronder zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
1801 | Cacao en bonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand | 1) | |
1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
1901 | Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 t/m 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen: | ||
– Moutextract | Vervaardiging uit granen bedoeld bij hoofdstuk 10 | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
1902 | Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid | Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen (met uitzondering van harde tarwe), vlees en eetbare slachtafvallen, vis, schaaldieren of weekdieren geheel en al verkregen moeten zijn | |
1903 | Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel bedoeld bij post 1108 | |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid: | ||
– zonder cacao | Vervaardiging waarbij: – alle graansoorten en meel (met uitzondering van maïs van de soort „Zea indurata" en harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moeten zijn, en en – de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– Cacao bevattend | Vervaardiging uit materialen die niet worden ingedeeld onder post 1806, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11 | |
2001 | Groenten, vruchten en andere eetbare plantedelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur | Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | |
2002 | Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | Vervaardiging waarbij alle gebruikte tomaten geheel en al verkregen moeten zijn | |
2003 | Paddestoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | Vervaardiging waarbij alle gebruikte paddestoelen en truffels geheel en al verkregen moeten zijn | |
2004 en 2005 | Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, al dan niet bevroren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten geheel en al verkregen moeten zijn | |
2006 | Vruchten, vruchteschillen en andere plantedelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
2007 | Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek | |
2008 | Vruchten en andere eetbare plantedelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: – vruchten, op andere wijze gekookt dan door stomen of koken in water, zonder toegevoegde suiker, bevroren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | |
– noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol | Vervaardiging waarbij de waarde van de oorspronkelijke gebruikte noten en oliezaden van posten 0801, 0802 en 1202 t/m 1207 hoger is dan 60% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. De waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 mag evenwel niet meer bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
ex 2009 | Ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging uit materialen die niet onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld | |
ex 2009 | Ongegiste vruchtesappen (druivemost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging uit materialen die onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. De waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 mag evenwel niet meer bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 21 | Diverse produkten voor menselijke consumptie, met uitzondering van de produkten van post ex 2101, ex 2103, ex 2104 en ex 2106 waarvoor de regels hieronder zijn uiteengezet | Vervaardiging uit materialen die niet onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld | |
ex 2101 | Gebrande cichorei, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan | Vervaardiging waarbij alle gebruikte cichorei geheel en al verkregen moet zijn | |
ex 2103 | – Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke produkten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt | |
– bereide mosterd | Vervaardiging uit mosterdmeel | ||
ex 2104 | – Prepraraten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, bedoeld bij de posten 2002 tot en met 2005 | |
ex 2104 | – samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptie | De regel voor de post waaronder het produkt zou worden ingedeeld, indien het onverpakt werd aangeboden, is van toepassing | |
ex 2106 | Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 22 | Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, met uitzondering van de produkten van de posten 2201, 2202, ex 2204, 2205, ex 2207, ex 2208, ex 2209, waarvan de regels hieronder zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
2201 | Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw | Vervaardiging waarbij al het gebruikte water geheel en al verkregen moet zijn | |
2202 | Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 2009 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. De waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 mag evenwel niet meer bedragen dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt en alle gebruikte ongegiste vruchtesappen (andere dan vruchtesappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) moeten geheel en al verkregen zijn | |
ex 2204 | Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen en druivemost met toegevoegde alcohol De volgende produkten die van druiven afkomstige materialen bevatten: | Vervaardiging uit andere druivemost | |
2205, ex 2207, ex 2208 en ex 2209 | Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, ook indien gedenatureerd; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten; samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken; natuurlijke tafelazijn | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van druiven of alle van druiven afkomstige materialen | |
ex 2208 | Whisky met een alcoholgehalte van minder dan 50% vol | Vervaardiging waarbij de waarde van alle op basis van graan vervaardigde gedistilleerde dranken niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 23 | Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van de produkten van de posten ex 2303; ex 2306; 2309 waarvoor de regels hieronder zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 2303 | Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte maïs geheel en al verkregen moet zijn | |
ex 2306 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3% | Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen moeten zijn | |
2309 | Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk geheel en al verkregen moeten zijn | |
2401 | Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak, afvallen van tabak | 1) | |
2402 | Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten | Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak bedoeld bij post 2401 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 2403 | Rooktabak | Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak bedoeld bij post 2401 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 2403 | Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; „gehomogeniseerde of „reconstitueerde" tabak, tabaksextracten en tabakssausen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 25 | Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van de posten ex 2504, ex 2515, ex 2516, ex 2518, ex 2519, ex 2520, ex 2524, ex 2525 en ex 2530, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 2504 | Natuurlijk kristallijn grafiet, met verrijkt koolstofgehalte, gezuiverd en gemalen | Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van ruw kristallijn grafiet | |
ex 2515 | Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm | Zagen, splijten en dergelijke van marmer (zelfs indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm | |
ex 2516 | Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm | Zagen, splijten en dergelijke van natuursteen (zelfs indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm | |
ex 2518 | Dolomiet, gesinterd of gebrand | Sinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet | |
ex 2519 | Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxyde, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd) | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) bedoeld bij post 2519 mag evenwel worden gebruikt | |
ex 2520 | Tandtechnisch gips | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt bedraagt | |
ex 2524 | Asbestvezels | Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat) | |
ex 2525 | Micapoeder | Malen van mica of van afval van mica | |
ex 2530 | Verfaarden, gebrand of fijngemaakt | Branden of malen van verfaarden | |
Hfdst. 26 | Ertsen, slakken en assen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 27 | Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieprodukten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was; met uitzondering van de posten ex 2707 en 2709 tot en met 2715 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 2707 | Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke produkten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer, die voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 °C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof | Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen2) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 2709 | Ruwe oliën uit bitumineuze mineralen | Droge distillatie van bitumineuze mineralen | |
2710 t/m 2712 | Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe: preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen Vaseline; paraffine, microskristallijne was uit aardolie, „slack wax", ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen produkten, ook indien gekleurd | Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen1) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
2713 t/m 2715 | Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek | Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen2) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 28 | Anorganische chemische produkten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen, met uitzondering van de posten ex 2805, ex 2811, ex 2833, en ex 2840, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex2805 | „Mischmetall" | Vervaardiging door elektrolytische of thermische behandeling waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt mag bedragen | |
ex 2811 | Zwaveltrioxyde | Vervaardiging uit zwaveldioxyde | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex2833 | Aluminiumsulfaat | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 2840 | Natriumperboraat | Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 29 | Organische chemische produkten, met uitzondering van de posten ex 2901, ex 2902, ex 2905, 2915, 2932, 2933 en 2934, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 2901 | Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof | Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen2) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 2902 | Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xyleen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof | Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen2) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 2905 | Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol en glycerol | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 2905 daaronder begrepen. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
2915 | Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxyden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | Vervaardiging uit materialen van eender welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
2932 | Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer zuurstofatomen als heteroatoom: | ||
– inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | Vervaardiging uit materialen van eender welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | Vervaardiging uit materialen van eender welke post | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van deze post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
2933 | Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom; nucleïnezuren en zouten daarvan | Vervaardiging uit materialen van eender welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
2934 | Andere heterocyclische verbindingen | Vervaardiging uit materialen van eender welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet meer bedragen dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 30 | Farmaceutische produkten; met uitzondering van de posten 3002, 3003 en 3004, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3002 | Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; sera van geïmmuniseerde dieren of personen, alsmede andere bloedfracties; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke produkten: | ||
– produkten bestaande uit twee of meer bestanddelen die voor therapeutisch of profylactisch gebruik zijn vermengd of ongemengde produkten voor dit gebruik, aangeboden in afgemeten hoeveelheden of gereed voor de verkoop in het klein | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere: | |||
– menselijk bloed | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– dierlijk bloed, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– bloedfracties, andere dan sera van geïmmuniseerde dieren of personen, hemoglobine en serumglobuline | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De materialen van deze omschrijving mogen eveneens worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
3003 en 3004 | Geneesmiddelen (andere dan de produkten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006) | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan te zamen niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 31 | Meststoffen, met uitzondering van post ex 3105, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3105 | Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; produkten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg, met uitzondering van: – natriumnitraat – calciumcyaanamide – kaliumsulfaat – magnesiumkaliumsulfaat | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 32 | Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt, met uitzondering van de posten ex 3201 en 3205, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3201 | Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan | Vervaardiging uit looiextracten van plantaardige oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
3205 | Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk3) | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van de materialen van de posten 3203, 3204 en 3205, mits de waarde van de onder post 3205 ingedeelde materialen niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 33 | Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en kosmetische produkten, met uitzondering van post 3301, waarvoor de regel hierna wordt uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
3301 | Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijprodukten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, materialen van een andere „groep"4) van deze post daaronderbegrepen,Materialen van dezelfde „groep" mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 34 | Zeep, organische tensioactieve produkten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrande gips, met uitzondering van de posten ex 3403 en 3404, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3403 | Smeermiddelen bevattende minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen | Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen2) Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3404 | Kunstwas en bereide was: – op basis van paraffine, van was uit aardolie of uit bitumineuze mineralen, uit „slack wax" of uit „scale wax" | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het produkt mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van: – gehydrogeneerde oliën die het karakter hebben van was bedoeld bij post 1516 – chemisch niet welbepaalde vetzuren of industriële vetalcoholen met het karakter van was bedoeld bij post 1519 – materialen van post 3404. Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 35 | Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen, met uitzondering van de posten 3505 en ex 3507, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3505 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bij voorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel: | ||
– door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, andere materialen van post 3505 daaronder begrepen | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van de materialen van post 1108 | ||
ex 3507 | Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
Hfdst. 36 | Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaadiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 37 | Produkten voor fotografie en cinematografie, met uitzondering van de posten 3701, 3702 en 3704, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
3701 | Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor „direct-klaar"-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette | ||
– filmpakken voor „direct-klaar"-fotografie in kleur | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 3701 of 3702 worden ingedeeld; materialen van post 3702 mogen worden gebruikt mits de waarde daarvan niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 3701 of 3702 worden ingedeeld. De materialen van de posten 3701 en 3702 mogen echter worden gebruikt mits de gezamenlijke waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3702 | Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor „direct-klaar"-fotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelicht | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 3701 of 3702 worden ingedeeld | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
3704 | Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeld | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan de posten 3701 tot en met 3704 worden ingedeeld | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 38 | Diverse produkten van de chemische industrie, met uitzondering van de posten ex 3801, ex 3803, ex 3805, ex 3806, ex 3807, 3808 tot en met 3814, 3818 tot en met 3820, 3822 en 3823, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
3801 | Kunstmatig grafiet; colloïdaal en semicolloïdaal grafiet; preparaten op basis van grafiet of van andere koolstof, in de vorm van pasta's, van blokken, van platen of van andere halffabrikaten | ||
– Colloïdaal grafiet, gedispergeerd in olie, en semicolloïdaal grafiet; koolstofpasta's voor elektroden | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– Grafiet in de vorm van pasta's, bestaande uit een mengsel van meer dan 30 gewichtspercenten grafiet en minerale olie | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3403 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– Andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 3803 | Geraffineerde tallolie | Raffineren van ruwe tallolie | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3805 | Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd | Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3806 | Gomesters | Vervaardiging uit harszuren | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3807 | Houtteerpek | Distillatie van houtteer | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
3808 | Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, ontsmettingsmiddelen en dergelijke produkten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van de produkten | |
3809 | Appreteermiddelen, middelen voor het vesnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere produkten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van de produkten | |
3810 | Preparaten voor het beitsen van metalen; vloeimiddelen en andere hulpmiddelen voor het solderen en het lassen van metalen; soldeer- en laspoeder en soldeer- en laspasta's, samengesteld uit metaal en andere stoffen; preparaten van de soort gebruikt voor het bekleden of het vullen van elektroden en van soldeer- en lasstaafjes | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van de produkten | |
3811 | Dopes (antiklopmiddelen, oxydatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie; | ||
– bereide additieven voor smeerolie, aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
3812 | Bereide rubbervulcanisatieversnellers; weekmakers van gemengde samenstelling voor rubber of voor kunststof, elders genoemd, noch elders onder begrepen; bereide anti-oxydanten en andere stabilisatiemiddelen van gemengde samenstelling, voor rubber of voor kunststof | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3813 | Preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten; brandblusbommen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3814 | Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3818 | Chemische elementen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden, in de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke vormen; chemische verbindingen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3819 | Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3820 | Anti-vriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3822 | Reageermiddelen van gemengde samenstelling voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer mag bedragen dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
3823 | Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke produkten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: | ||
– De hierna vermelde produkten van deze post: – – bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende produkten – – Nafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van nafteenzuren – – Sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905 – – Petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan – – Ionenwisselaars | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– – Gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen – – gealkaliseerde ijzeroxyden voor het zuiveren van gas – – Ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas – – Sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren – – Foezelolie en dippelolie – – Mengsels van zouten met verschillende anionen – – Kopieerpasta's op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel | |||
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
ex 3901 t/m 3915 | Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof, met uitzondering van die van post ex 3907 waarvoor de regel hierna wordt uiteengezet: | ||
– toegevoegde homopolymerisatieprodukten | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt5) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt5) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 3907 | Copolymeer, gemaakt van polycarbonaat en acrylonitril-butadieen-styreencopolymeer (ABS) | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Onder dezelfde post ingedeelde materialen mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt5) | |
ex 3916 t/m 3921 | Halffabrikaten en artikelen van kunststof, uitgezonderd die van de posten ex 3916, ex 3917, ex 3920 en ex 3921, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet: | ||
– platte produkten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte of in andere dan rechthoekige of vierkante vorm gesneden; andere produkten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | |||
– toegevoegde homopolymerisatieprodukten | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt5) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– – andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt5) | ||
ex 3916 en ex 3917 | Profielen en buizen | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3920 | Ionomeervellen of foliën | Vervaardiging van een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 3921 | Kunststoffolie, gemetalliseerd | Vervaardiging van sterk transparante polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron6) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
3922 t/m 3926 | Artikelen van kunststof | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 40 | Rubber en werken daarvan, met uitzondering van de posten ex 4001, 4005, 4012 en ex 4017, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 4001 | Gelamineerde platen van crêperubber voor zolen | Lamineren van vellen natuurlijke crêperubber | |
4005 | Bereide rubber, niet gevulcaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen, met uitzondering van natuurlijke rubber, niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
4012 | Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten van rubber: | ||
– van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden, massieve of halfmassieve banden van rubber | Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van die van de posten 4011 of 4012 | ||
ex 4017 | Werken van geharde rubber | Vervaardiging uit geharde rubber | |
ex Hfdst. 41 | Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder, met uitzondering van de posten ex 4102, 4104 tot en met 4107 en 4109, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 4102 | Onthaarde huiden en vellen van schapen | Schapehuiden en -vellen ontdoen van hun wol | |
4104 t/m 4107 | Leder, alsmede voorgelooide onthaarde vellen en huiden, ander dan leder bedoeld bij post 4108 of 4109 | Herlooien van voorgelooid leder of Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
4109 | Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen, gemetalliseerd leder | Vervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4107, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
Hfdst. 42 | Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 43 | Pelterijen en bontwerk; namaakbont, met uitzondering van de posten ex 4302 en 4303, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 4302 | Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: | ||
– Banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen | Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen | ||
– andere | Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen | ||
4303 | Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont | Vervaardiging uit niet samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen bedoeld bij post 4302 | |
ex Hfdst. 44 | Hout, houtskool en houtwaren, met uitzondering van de posten ex 4403, ex 4407, ex 4408, 4409, ex 4410 tot en met ex 4413, ex 4415, ex 4416, 4418 en ex 4421, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 4403 | Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd | Vervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint | |
ex 4407 | Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm | Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding | |
ex 4408 | Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, waarin een verbinding is gemaakt, alsmede ander hout, overlangs gezaagd of gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding | Aanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding | |
ex 4409 | Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste een zijde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding: | ||
– geschuurd of met vingerlasverbinding | Schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding | ||
– Staaflijsthout | In profiel frezen of vormen | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | ||
ex 4410 t/m ex 4413 | Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden | In profiel frezen of vormen | |
ex 4415 | Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout | Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken | |
ex 4416 | Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout | Vervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt | |
4418 | Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, panelen voor parketvloeren en dakspanen („shingles" en „shakes"), van hout: | ||
– Schrijnwerk en timmerwerk, voor bouwwerken, van hout | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Panelen met cellenstructuur en dakspanen bedoeld bij post 4418 mogen evenwel worden gebruikt | ||
– Staaflijst | In profiel frezen of vormen | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | ||
ex 4421 | Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen | Vervaardiging uit hout van eender welke post, met uitzondering van houtdraad bedoeld bij post 4409 | |
ex Hfdst. 45 | Kurk en kurkwaren, met uitzondering van post 4503, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
4503 | Werken van natuurkurk | Vervaardiging uit natuurkurk bedoeld bij post 4501 | |
Hfdst. 46 | Vlechtwerk en mandenmakerswerk | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
Hfdst. 47 | Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; resten en afval van papier of van karton | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
Hfdst. 48 | Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren, met uitzondering van de posten ex 4811, 4816, 4817, ex 4818, ex 4819, ex 4820 en ex 4823, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 4811 | Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit | Vervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 | |
4816 | Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen | Vervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 | |
4817 | Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 4818 | Closetpapier | Vervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 | |
ex 4819 | Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 4820 | Blocnotes | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 4823 | Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden | Vervaardiging uit stoffen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 | |
ex Hfdst. 49 | Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen, met uitzondering van de posten 4909 en 4910, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
4909 | Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppe | Vervaardiging uit materialen die niet worden ingedeeld onder de posten 4909 en 4911 | |
4910 | Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen: | ||
– Kalenders van de „eeuwigdurende" soort en kalenders met een verwisselbaar blok op voetstuk van andere stoffen dan papier of karton | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen die niet worden ingedeeld onder de posten 4909 en 4911 | ||
ex Hfdst. 50 | Zijde, met uitzondering van de posten ex 5003, 5004 tot en met ex 5006 en 5007, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 5003 | Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen) | Kaarden of kammen van afval van zijde | |
5004 t/m ex 5006 | Garens van zijde en garens van afval van zijde | Vervaardiging uit1): – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – andere natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5007 | Weefsels van zijde of van afval van zijde: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren7) | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimprij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
ex Hfdst. 51 | Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardehaar (crin), met uitzondering van de posten 5106 tot en met 5110 en 5111 tot en met 5113, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
5106 t/m 5110 | Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardehaar (crin) | Vervaardiging uit7): – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5111 t/m 5113 | Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardehaar (crin): | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad – andere | Vervaardiging uit eendraadsgaren7) Vervaardiging uit7): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of | ||
bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimprij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
ex Hfdst. 52 | Katoen, met uitzondering van de posten 5204 tot en met 5207 en 5208 tot en met 5212, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
5204 t/m 5207 | Garens van katoen | Vervaardiging uit7): – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5208 t/m 5212 | Weefsels van katoen: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren7) | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimprij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
ex Hfdst. 53 | Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van de posten 5306 tot en met 5308 en 5309 tot en met 5311, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
5306 t/m 5308 | Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens | Vervaardiging uit7): – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5309 t/m 5311 | Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens; – elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren7): | |
– andere | Vervaardiging uit7): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, | ||
of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimprij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
5401 t/m 5406 | Garens, monofilamenten en draad van synthetische of kunstmatige filamenten | Vervaardiging uit7): – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5407 t/m 5408 | Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren7): | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of | ||
bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimprij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
5501 t/m 5507 | Synthetische of kunstmatige stapelvezels | Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa | |
5508 t/m 5511 | Garens en naaigarens | Vervaardiging uit7): – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5512 t/m 5516 | Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren7) | ||
– andere | Vervaardiging uit1): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of | ||
bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimprij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
ex Hfdst. 56 | Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van de posten 5602, 5604, 5605 en 5606, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging uit7): – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – chemische materialen of textielmassa of – stoffen gebruikt voor het vervaardigen van papier | |
5602 | Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: | ||
– Naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa Echter: – polypropyleenfilamentgarens bedoeld bij post 5402 – polypropyleenvezels bedoeld bij post 5503 of 5506 of | ||
– polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501 waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
– andere | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels, – van caseïnevezels vervaardigde kunstmatige stapelvezels of – chemische materialen of textielmassa | ||
5604 | Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ontmanteld met rubber of met kunststof: | Vervaardiging uit niet-omwoeld of -omvlochten draad en koord, van gevulcaniseerde rubber | |
– Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel | Vervaardiging uit niet-omwoeld of -omvlochten draad en koord, van gevulcaniseerde rubber | ||
– andere | Vervaardiging uit7):> – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | ||
5605 | Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen – chemische materialen of textielmassa of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5606 | Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardehaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogenaamd chainettegaren) | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen – chemische materialen of textielmassa of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
Hfdst. 57 | Tapijten: | ||
– van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa Echter: – polypropyleenfilamentgarens bedoeld bij post 5402 – polypropyleenvezels bedoeld bij post 5503 of 5506 of – polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501 waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– van ander vilt | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – kokosgaren – synthetische of kunstmatige filamentgarens – natuurlijke vezels of – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen | ||
ex Hfdst. 58 | Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk, met uitzondering van de posten 5805 en 5810, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet: | ||
– elastische weefsels (met rubberdraad verbonden) | Vervaardiging uit eendraadsgaren | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa, of | ||
bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of van afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van | |||
de prijs af fabriek van het produkt | |||
5805 | Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
5810 | Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
5901 | Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schiderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden | Vervaardiging uit garen | |
5902 | Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric") van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon: | ||
– bevattende niet meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen | Vervaardiging uit garen | ||
– ander | Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa | ||
5903 | Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902 | Vervaardiging uit garen | |
5904 | Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden | Vervaardiging uit garen7) | |
5905 | Wandbekleding van textielstof: | ||
– geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen | Vervaardiging uit garen | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – Kokosgaren – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of van afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
5906 | Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902: | ||
– Brei- en haakwerk | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | ||
– andere weefsels, vervaardigd van synthetische filamentgarens bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen | Vervaardiging uit chemische materialen | ||
– andere | Vervaardiging uit garen | ||
5907 | Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik | Vervaardiging uit garen | |
5908 | Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd: | ||
– Gloeikousjes, geïmpregneerd | Vervaardiging uit rond gebreide buisjes | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | ||
5909 t/m 5911 | Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen: | ||
– Polijstschijven, andere dan die van vilt bedoeld bij post 5911 | Vervaardiging uit garen of uit afval van weefsels of lompen en vodden van post 6310 | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – Kokosgaren – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | ||
Hfdst. 60 | Brei- en haakwerk aan het stuk | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | |
Hfdst. 61 | Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: | ||
– verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht | Vervaardiging uit garen7) 8) | ||
– andere | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | ||
ex Hfdst. 62 | Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van de posten ex 6202, ex 6204, ex 6206, ex 6209, ex 6210, 6213, 6214, ex 6216 en ex 6217, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | ||
ex 6202, ex 6204, ex 6206, ex 6209, | Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren, geborduurd | Vervaardiging uit garen2 of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt8) | |
ex 6210 en ex 6216 | Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester | Vervaardiging uit garen8) of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt8) | |
6213 en 6214 | Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: | ||
– geborduurd | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren7)8) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt2) | ||
– andere | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren2) | ||
6217 | Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren: | ||
– geborduurd | Vervaardiging uit garen8) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt8) | ||
– vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester | Vervaardiging uit garen8) of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt8) | ||
– Tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van de gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging uit garen8) | ||
ex Hfdst. 63 | Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van de posten 6301 t/m 6304, 6305, 6306, ex 6307 en 6308 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
6301 t/m 6304 | Dekens, beddelinnen, gordijnen, vitrages en andere artikelen voor stoffering: | ||
– van vilt of gebonden textielvlies | Vervaardiging uit 7): – natuurlijke vezels of – chemische produkten of textielmassa | ||
– andere | |||
– geborduurd | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren7)9) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren | ||
6305 | Zakken voor verpakkingsdoeleinden | Vervaardiging uit: – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische produkten of textielmassa | |
6306 | Dekkleden, zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden, zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen: | ||
– van gebonden textielvlies | Vervaardiging uit7): – natuurlijke vezels of – chemische produkten of textielmassa | ||
– andere | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren7) | ||
6307 | Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
6308 | Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein | Elk bestanddeel van het stel of assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel gebruikt worden mits de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het produkt | |
6401 t/m 6405 | Schoeisel | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen bedoeld bij post 6406 | |
6406 | Delen van schoeisel; inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 65 | Hoofddeksels en delen daarvan, met uitzondering van de posten 6503 en 6505 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
6503 | Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux", bedoeld bij post 6501, ook indien gegarneerd | Vervaardiging uit garen of textielvezels8) | |
6505 | Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielprodukten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd | Vervaardiging uit garen of textielvezels8) | |
ex Hfdst. 66 | Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en delen daarvan, met uitzondering van post 6601 waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
6601 | Paraplu's en parasols (wandelstokparaplu's, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
Hfdst. 67 | Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 68 | Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van de posten ex 6803, ex 6812 en ex 6814, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 6803 | Werken van leisteen of van samengekit leigruis | Vervaardiging uit bewerkte leisteen | |
ex 6812 | Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat | Vervaardiging uit materialen van eender welke post | |
ex 6814 | Bewerkt mica en werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen | Vervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica) | |
Hfdst. 69 | Keramische produkten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 70 | Glas en glaswerk, met uitzondering van de posten 7006, 7007, 7008, 7009, 7010, 7013 en ex 7019, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7007 | Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplaten | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7008 | Meerwandig glas voor isoleringsdoel-einden | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7009 | Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7010 | Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen van glas | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld of Slijpen van flessen of flacons, mits de waarde van het niet-geslepen glas niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7013 | Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld of Slijpen van glaswerk, mits de waarde van het niet-geslepen glaswerk niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
of Versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, mits de waarde van het met de hand geblazen glaswerk niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
ex 7019 | Werken (andere dan garen) van glasvezels | Vervaardiging uit: – ongekleurde lonten, rovings en garens of – glaswol | |
ex Hfdst. 71 | Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van de posten ex 7102, ex 7103, ex 7104, 7106, ex 7107, 7108, ex 7109, 7110, ex 7111, 7116 en 7117, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 7102, ex 7103 en ex 7104 | Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen | Vervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen | |
7106, 7108 en 7110 | Edele metalen: – onbewerkt | Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 7106, 7108 of 7110 of de elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen bedoeld bij post 7106, 7108 of 7110 of de legering van edele metalen bedoeld bij post 7106, 7108 of 7110 onderling of met onedele metalen | |
– halfbewerkt of in poedervorm | Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen | ||
ex 7107, ex 7109 en ex 7111 | Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt | Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt | |
7116 | Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruike materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7117 | Fancybijouterieën | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld of Vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen mits de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 72 | Gietijzer, ijzer en staal, met uitzondering van de posten 7207, 7208 t/m 7216, 7217, ex 7218, 7219 t/m 7222, 7223, ex 7224, 7225 t/m 7227, 7228 en 7229, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
7207 | Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205 | |
7208 t/m 7216 | Gewalste platte produkten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit ijzer of niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206 | |
7217 | Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7207 | |
ex 7218, 7219 t/m 7222 | Halffabrikaten, gewalste platte produkten, staven en profielen, van roestvrij staal | Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7218 | |
7223 | Draad van roestvrij staal | Vervaardiging uit halffabrikaten van roestvrij staal, bedoeld bij post 7218 | |
ex 7224, 7225 t/m 7227 | Halffabrikaten, gewalste platte produkten, walsdraad, van ander gelegeerd staal | Vervaardiging uit ander gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7224 | |
7228 | Staven en profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen van gelegeerd of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit gelegeerd of niet-gelegeerd staal,in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206, 7218 of 7224 | |
7229 | Draad van ander gelegeerd staal | Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal bedoeld bij post 7224 | |
ex Hfdst. 73 | Werken van gietijzer, van ijzer en van staal, met uitzondering van de posten ex 7301, 7302, 7304, 7305, 7306, ex 7307, 7308 en ex 7315, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 7301 | Damwandprofielen van ijzer of van staal | Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206 | |
7302 | Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails | Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206 | |
7304, 7305 en 7306 | Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal | Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224 | |
ex 7307 | Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen | Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken waarvan de waarde niet meer bedraagt dan 35% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7308 | Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustraden), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt | |
ex 7315 | Sneeuwkettingen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 74 | Koper en werken van koper, met uitzondering van de posten 7401, 7402, 7403, 7404 en 7405, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7401 | Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper) | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
7402 | Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
7403 | Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw: | ||
– geraffineerd koper | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | ||
– koperlegeringen | Vervaardiging uit geraffineerd koper, ruw, of resten en afval | ||
7404 | Resten en afval, van koper | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
7405 | Toeslaglegeringen van koper | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 75 | Nikkel en werken van nikkel, met uitzondering van de posten 7501 t/m 7503, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7501 t/m 7503 | Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenprodukten van de nikkelmetallurgie; ruw nikkel; resten en afval, van nikkel | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 76 | Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van de posten 7601, 7602 en ex 7616, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7601 | Ruw aluminium | Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling van niet-gelegeerd aluminium of van resten en afval van aluminium | |
7602 | Resten en afval, van aluminium | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 7616 | Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat of bandaluminium | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat of bandaluminium mogen echter worden gebruikt, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 78 | Lood en werken van lood, met uitzondering van de posten 7801 en 7802, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7801 | Ruw lood: | ||
– geraffineerd lood | Vervaardiging uit werklood | ||
– ander | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt | ||
7802 | Resten en afval, van lood | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 79 | Zink en werken van zink, met uitzondering van de posten 7901 en 7902, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
7901 | Ruw zink | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Resten en afval bedoeld bij post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt | |
7902 | Resten en afval, van zink | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex Hfdst. 80 | Tin en werken van tin, met uitzondering van de posten 8001, 8002 en 8007, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8001 | Ruw tin | Vervaardiging waarbij alle materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Resten en afval bedoeld bij post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt | |
8002 en 8007 | Resten en afval van tin; andere werken van tin | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
Hfdst. 81 | Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen | ||
– andere onedele metalen, bewerkt; werken van deze stoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle materialen die zijn ingedeeld onder dezelfde post als het gebruikte produkt niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | ||
ex Hfdst. 82 | Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal, met uitzondering van de posten 8206, 8207, 8208, ex 8211, 8214 en 8215, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
8206 | Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan de posten 8202 tot en met 8205 worden ingedeeld. Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan opgenomen worden in het stel, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het stel | |
8207 | Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bijvoorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede grond- en gesteenteboren | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8208 | Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 8211 | Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt | |
8214 | Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt | |
8215 | Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt | |
ex Hfdst. 83 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 8306 | Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaal | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. De andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 84 | Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van die welke vallen onder de volgende posten of delen van posten, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet: ex 8401, 8402, 8403, ex 8404, 8406 tot en met 8409, 8411, 8412, ex 8413, ex 8414, 8415, 8418, ex 8419, 8420, 8423, 8425 tot en met 8430, ex 8431, 8439, 8441, 8444 tot en met 8447, ex 8448, 8452, 8456 tot en met 8466, 8469 tot en met 8472, 8480, 8482, 8484 en 8485, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8401 | Kernsplijtstofelementen10) | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld10) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8402 | Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8403 en ex 8404 | Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor deze ketels voor centrale verwarming | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan post 8403 of 8404 worden ingedeeld | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
8406 | Stoomturbines en andere dampturbines | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8407 | Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8408 | Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semidieselmotoren) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8409 | Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8411 | Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8412 | Andere motoren en andere krachtmachines | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 8413 | Roterende verdringerpompen | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8414 | Ventilatoren voor industriële of dergelijke doeleinden | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8415 | Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8418 | Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415 | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8419 | Machines voor de hout-, papierstof- en kartonindustrieën | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8420 | Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8423 | Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel- en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8425 t/m 8428 | Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede toestellen voor het hanteren van goederen | Vervaardiging waarbij: de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen van post 8431 slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8429 | Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapepootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht: | ||
– wegwalsen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, | ||
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen van post 8431 slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8430 | Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen van post 8431 slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8431 | Delen van wegwalsen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8439 | Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van karton | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8441 | Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepen | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder dezelfde post als het produkt zijn ingedeeld slechts tot maximaal 25% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8444 t/m 8447 | Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrie | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, | |
ex 8448 | Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8452 | Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines: | ||
– naaimachines die uitsluitend stiksteken kunnen vormen, waarvan de kop zonder de motor niet meer dan 16 kg of met de motor niet meer dan 17 kg weegt | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, – de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die zijn gebruikt bij het monteren van de kop (zonder motor), niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong en – de draadspannings-, haak- en zigzagmechanismen reeds van oorsprong zijn | ||
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
8456 t/m 8466 | Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8469 t/m 8472 | Kantoormachines en -toestellen (bijvoorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8480 | Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststof | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8482 | Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8484 | Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8485 | Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 85 | Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen, met uitzondering van de posten 8501, 8502, ex 8518, 8519 tot en met 8529, 8535 tot en met 8537, ex 8541, 8542, 8544 tot en met 8548, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8501 | Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder post 8503 zijn ingedeeld slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8502 | Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen die onder post 8501 en 8503 zijn ingedeeld slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8518 | Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidsversterkers | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8519 | Platenspelers, elektrogrammofoons, casettespelers en andere toestellen voor het weergeven van geluid, niet uitgerust voor het opnemen van geluid | ||
– elektrische grammofoons | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8520 | Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid, ook indien uitgerust voor het weergeven van geluid | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8521 | Video-opname- en videoweergaveapparaten | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8522 | Delen en toebehoren van de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8523 | Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8524 | Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37: | ||
– galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking de materialen die onder post 8523 zijn ingedeeld, slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8525 | Zendtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie, radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera's | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8526 | Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8527 | Ontvangtoestellen voor radiotelefonie; radiotelegrafie of radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8528 | Ontvangtoestellen voor televisie (videomonitors en videoprojectietoestellen daaronder begrepen), ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden: | ||
– video-opname- en videoweergaveapparaten voorzien van een videotuner | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8529 | Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528: | ||
– uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor video-opname- en videoweergaveapparaten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8535 en 8536 | Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, de materialen van post 8538 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8537 | Borden, panelen, kasten en dergelijke (die voor numerieke besturing daaronder begrepen), voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, ander dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517 | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking de materialen van post 8538 slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8541 | Dioden, transistors en dergelijke halfgeleiderelementen, met uitzondering van nog niet tot chips gesneden wafers | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8542 | Elektronische geïntegreerde schakelingen en microassemblages | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – binnen de hierboven gestelde beperking, de materialen bedoeld bij de posten 8541 en 8542 slechts tot maximaal 5% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
8544 | Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt - zogenaamd emaildraad - of anodisch geoxydeerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken, optische-vezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8545 | Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8546 | Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8547 | Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enzovoort aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bij voorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8548 | Elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8601 t/m 8607 | Locomotieven en rollend materieel, voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8608 | Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids- controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen voor havens en voor vliegvelden; delen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8609 | Containers en dergelijke laadkisten (tankcontainers daaronder begrepen), ingericht en uitgerust voor het vervoer met ongeacht welk vervoermiddel | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex hfdst 87 | Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van de posten 8709 tot en met 8711, ex 8712, 8715 en 8716, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
8709 | Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8710 | Gevechtswagens en pantserauto's, ook indien met bewapening; delen en onderdelen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8711 | Motorrijwielen en rijwiel met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens: | ||
– met een motor met op- en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud: | |||
– van niet meer dan 50 cm3 | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen die niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 20% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– van meer dan 50cm3 | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 8712 | Tweewielige fietsen zonder kogellagers | Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 8714 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8715 | Kinderwagens en delen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
8716 | Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex hoofdstuk 88 | Luchtvaartuigen, ruimtevaartuigen en delen daarvan; met uitzondering van de posten ex 8804 en 8805, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 8804 | Rotochutes | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met inbegip van andere materialen van post 8804 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
8805 | Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvan | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
hoofdstuk 89 | Scheepvaart | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Scheepsrompen bedoeld bij post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex Hfdst. 90 | Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen, met uitzondering van de posten 9001, 9002, 9004, ex 9005, ex 9006, 9007, 9011, ex 9014, 9015 tot en met 9020 en 9024 tot en met 9033, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9001 | Optische vezels en optische vezelbundels; optische vezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9002 | Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9004 | Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 9005 | Binocles, verrekijkers, alsmede onderstellen daarvoor | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 9006 | Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontsteking | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9007 | Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname en weergavetoestellen | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en | |
– de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
9011 | Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepen | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
ex 9014 | Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9015 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9016 | Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centrigram of beter, ook indien met gewichten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9017 | Tekeninstrumenten, aftekeningsinstrumenten en rekeninstrumenten (bijvoorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bijvoorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 90 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9018 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen: | ||
– tandartsstoelen met ingebouwde tandheelkundige apparatuur, alsmede spuwbakken voor behandelkamers van tandartsen | Vervaardiging uit materialen van eender welke post, met inbegrip van andere materialen van post 9018 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
– andere | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9019 | Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aërosoltherapie; toestellen voor kunstmatige adamhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
9020 | Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers; andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25% van de prijs af fabriek van het produkt |
9024 | Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bijvoorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9025 | Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumenten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9026 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variable karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bijvoorbeeld doorstromingsmeters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiksmeters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9027 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bijvoorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlaktespanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9028 | Verbruiksmeters en produktiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen | ||
– delen en toebehoren | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9029 | Toerentellers, produktietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9030 | Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, beta- en gammastralen, röntgenstralen, kosmische stralen en andere ioniserende stralen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9031 | Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 90; profielprojectietoestellen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9032 | Automatische regelaars | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9033 | Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90 | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 91 | Uurwerken, met uitzondering van die welke vallen onder de posten 9105 en 9109 tot en met 9113, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9105 | Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9109 | Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerken | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet meer bedraagt dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9110 | Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches") | Vervaardiging waarbij: – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt, en – binnen de hierboven gestelde beperking, materialen van post 9114 slechts tot maximaal 10% van de prijs af fabriek van het produkt worden gebruikt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9111 | Kasten voor horloges, alsmede delen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9112 | Kasten voor klokken, voor pendules, enzovoort, alsmede delen daarvan | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt |
9113 | Horlogebanden en delen daarvan: | ||
– van onedel metaal, ook indien verguld of verzilverd, of van onedel metaal geplatteerd met edel metaal | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | ||
Hfdst. 92 | Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het produkt | |
Hfdst. 93 | Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 94 | Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken, met uitzondering van de posten ex 9401, ex 9403, 9405 en 9406, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 9401 en ex 9403 | Meubelen van onedele metalen met delen van niet opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 gram per m2 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld of | |
Vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof bedoeld bij post 9401 of 9403, mits: – de waarde ervan niet meer bedraagt dan 25% van het produkt en | |||
– alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn en onder een andere post dan post 9401 of 9403 worden ingedeeld | |||
9405 | Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborgen en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9406 | Geprefabriceerde bouwwerken | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex Hfdst. 95 | Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van de posten 9503 en ex 9506, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
9503 | Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en | |
– mits de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |||
ex 9506 | Artikelen en materieel voor gymnastiek, voor atletiek, voor andere sporten (met uitzondering van tafeltennis) of voor openluchtspelen, niet genoemd noch begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; zwembaden en speelbadjes | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld. Ruw gevormde blokken voor het maken van golfclubs mogen evenwel worden gebruikt | |
ex Hfdst. 96 | Diverse werken met uitzondering van de posten ex 9601, ex 9602, ex 9603, 9605, 9606, 9612, ex 9613 en ex 9614, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld | |
ex 9601 en 9602 | Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesneden | Vervaardiging uit „bewerkte" materialen van dezelfde post | |
ex 9603 | Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd van marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9605 | Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren | Elk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die erop van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment; niet van oorsprong zijnde artikelen mogen er evenwel in worden opgenomen, mits de totale waarde ervan niet meer | |
bedraagt dan 15% van de prijs af fabriek van het assortiment | |||
9606 | Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – mits de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
9612 | Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld en – mits de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 9613 | Aanstekers met piëzoontstekingsmechanisme | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte, onder post 9613 ingedeelde materialen niet meer bedraagt dan 30% van de prijs af fabriek van het produkt | |
ex 9614 | Tabakspijpen, pijpekoppen daaronder begrepen | Vervaardiging uit ébauchons | |
Hfdst. 97 | Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het produkt moeten zijn ingedeeld |
1) Voor deze produkten geldt steeds het in artikel 4 omschreven criterium van „geheel en al verkregen produkt".
2) Zie aantekening 6 - bijlage I
3) Volgens aantekening 3 van Hoofdstuk 32 behoren deze preparaten tot de soorten die gebruikt worden voor het kleuren van om het even welk materiaal of die als bestanddeel worden gebruikt bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van Hoofdstuk 32 worden ingedeeld.
4) Als een „groep" wordt beschowud ieder deel van de omschrijving van d e post, van de rest gescheiden door een puntkomma.
5) In het geval van produkten samengesteld uit materialen die zijn ingedeeld onder zowel de posten 3901 tot en met 3906 enerzijds als de posten 3907 tot en met 3911 anderzijds, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het produkt.
6) De volgende folie wordt beschouwd als sterk transparant : folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (dit is de troebelingsfactor), minder bedraagt dan 2 %.
7) Zie aantekening 4 voor bijzondere voorwaarden in verband met produkten vervaardigd van een mengsel van textielstoffen.
8) Zie aantekening 5.
9) Zie aantekening 5 voor artikelen van brei- en haakwerk, niet elastisch of van ee rubberlaag voorzien, verkregen door aaneennaaien of assembleren van stukken (uitgesneden of rechtstreeks in vorm gebreid).
10) Regel van toepassing tot en met 31 december 1938.
Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraagformulier
1. Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden opgesteld op een formulier waarvan het model in deze bijlage is opgenomen. Het formulier wordt gedrukt in een of meer talen waarin de Overeenkomst is opgesteld. De certificaten worden in een van deze talen ingevuld, overeenkomstig de wetgeving van de staat van uitvoer. Indien ze met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te geschieden.
2. De formulieren meten 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2n. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
3. De bevoegde instanties van Partijen kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder certificaat van deze vergunning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de certificaten van elkaar te kunnen onderscheiden wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.
Ondergetekende, exporteur van de op de voorzijde omschreven goederen,
Verklaart dat deze goederen aan de voorwaarden voldoen die verbonden zijn aan de afgifte van het hierbij gevoegde certificaat.
Geeft de onderstaande toelichting over de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen:
Legt de volgende bewijsstukken over1
Verplicht zich ertoe om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken over te leggen die deze voor de afgifte van het certificaat nodig achten, en toe te staan dat deze autoriteiten in voorkomend geval zijn boekhouding aan een onderzoek onderwerpen en nagaan onder welke omstandigheden bovenbedoelde goederen zijn vervaardigd;
Verzoekt voor deze goederen de afgifte van het hierbij gevoegde certificaat.
Te ......................, de ..........................
(handtekening)
Verklaring bedoeld in artikel 22, lid 4
Ondergetekende, exporteur van de goederen waarop dit document betrekking heeft, verklaart dat, tenzij anders aangegeven, de goederen aan de voorwaarden voldoen om als produkten van oorsprong te worden beschouwd in het handelsverkeer met:
de Europese Gemeenschap / Israël1
Zij zijn van oorsprong uit:
de Europese Gemeenschap / Israël1
(plaats en datum)
(handtekening)
(Na de handtekening de naam van de ondertekenaar vermelden)
Protocol 5 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken
Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:
a. „douanewetgeving": alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die op het grondgebied van de Partijen van toepassing zijn betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van de verbods-, beperkings- en controlemaatregelen die deze partijen hebben vastgesteld;
b. „douanerechten": alle rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die ter uitvoering van de douanewetgeving op het grondgebied van de Partijen worden toegepast en ingevorderd, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag ongeveer gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;
c. „verzoekende autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit die door een Partij is aangewezen om verzoeken om administratieve bijstand in douanezaken in te dienen;
d. „aangezochte autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit die door een Partij is aangewezen om verzoeken om administratieve bijstand in douanezaken te ontvangen;
e. „persoonsgegevens": alle inlichtingen over een bepaalde of te bepalen natuurlijke persoon.
1. De Partijen verlenen elkaar binnen hun bevoegdheden bijstand, op de wijze en onder de voorwaarden die in dit Protocol zijn vastgesteld, met het oog op de preventie, de opsporing en de vaststelling van overtredingen van de douanewetgeving.
2. De bijstand in douanezaken waarin dit Protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de Partijen die bevoegd is dit Protocol toe te passen. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt evenmin voor informatie verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende vastgestelde of voorgenomen transacties die met deze wetgeving in strijd zijn of kunnen zijn.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een Partij zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze op het grondgebied van de andere Partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit zorgt de aangezochte autoriteit, binnen de grenzen van haar wetgeving, ervoor dat een bijzonder toezicht wordt uitgeoefend op:
a. natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij de douanewetgeving overtreden of overtreden hebben;
b. plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn opgeslagen dat redelijkerwijze vermoed kan worden dat ze bedoeld zijn te worden gebruikt bij transacties die met de wetgeving van de andere partijen in strijd zijn;
c. goederenbewegingen waarover bericht wordt dat zij aanleiding kunnen geven tot overtredingen van de douanewetgeving;
d. vervoermiddelen waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat zij bij overtredingen van de douanewetgeving worden of werden gebruikt of gebruikt zouden kunnen worden.
Partijen verlenen elkaar bijstand, in overeenstemming met hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten, indien zij zulks noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie verkrijgen over:
– transacties die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor andere Partijen;
– nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;
– goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van overtredingen van de douanewetgeving.
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wetgeving, de nodige maatregelen voor:
– de toezending van documenten,
– de kennisgeving van besluiten,
waarop het bepaalde in dit Protocol van toepassing is, aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing.
1. Verzoeken in het kader van dit Protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen mondelinge verzoeken worden aanvaard, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:
a. de naam van de verzoekende autoriteit,
b. de te nemen maatregelen,
c. het voorwerp en de reden van het verzoek,
d. de relevante wetten, voorschriften en andere rechtselementen,
e. zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft,
f. een overzicht van de relevante feiten en van het reeds uitgevoerde onderzoek, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.
3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze aanvaardbare taal.
4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.
1. De aangezochte autoriteit, of indien deze niet zelfstandig kan optreden, de administratieve dienst waaraan deze autoriteit het verzoek heeft doorgezonden, behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde Partij handelde, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te laten verrichten.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte Partij.
3. Daartoe gemachtigde ambtenaren van een Partij kunnen, met instemming van de andere betrokken Partij en op de door deze gestelde voorwaarden, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie verkrijgen over transacties die met de douanewetgeving in strijd zijn of kunnen zijn die de verzoekende autoriteit nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol.
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.
2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die, in welke vorm dan ook, met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking voor hetzelfde doel wordt verstrekt.
1. Partijen kunnen de in dit Protocol bedoelde bijstand weigeren wanneer het verlenen ervan:
a. de soevereiniteit van een Lid-Staat van de Gemeenschap of van Israël waaraan op grond van dit Protocol om bijstand wordt gevraagd zou kunnen schenden; of
b. de openbare orde, de openbare veiligheid of andere essentiële belangen in gevaar zou kunnen brengen; of
c. de toepassing inhoudt van andere valuta- of belastingregelingen dan die welke betrekking hebben op de douanerechten; of
d. de schending inhoudt van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.
2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit bepaalt zelf hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
3. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen het daartoe strekkende besluit en de redenen die daaraan ten grondslag liggen terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.
1. Alle informatie die ter uitvoering van dit Protocol wordt verstrekt heeft een vertrouwelijk karakter. Zij valt onder het beroepsgeheim en wordt beschermd volgens het recht van de Partij die ze heeft ontvangen en volgens het recht waaraan de autoriteiten van de Gemeenschap onderworpen zijn.
2. Persoonsgegevens kunnen uitsluitend worden doorgegeven indien de wetgeving van de Partijen persoonsgegevens op gelijkwaardige wijze beschermt. De Partijen zorgen ten minste voor een beschermingsniveau dat gebaseerd is op de beginselen van het Verdrag nr. 108 van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen ter zake van de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.
1. De verkregen informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, mag uitsluitend worden gebruikt voor de toepassing van het bepaalde in dit Protocol. Het gebruik van deze informatie door een partij voor andere doeleinden is afhankelijk van de voorafgaande schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt, waarbij de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen in acht moeten worden genomen.
2. Lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving.
3. Partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden in hun rapporten, getuigenissen en gerechtelijke procedures als bewijsmateriaal gebruiken.
Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere Partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op onderwerpen waarop dit Protocol van toepassing is en daarbij de voor het gerechtelijk onderzoek noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp, op welke grond en in welke hoedanigheid de ambtenaar zal worden ondervraagd.
Partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
1. Dit Protocol wordt ten uitvoer gelegd door de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Unie en de centrale autoriteiten van Israël, enerzijds, en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, anderzijds. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en bepalingen voor de toepassing van dit Protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde organen aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in dit Protocol dienen te worden aangebracht.
2. Partijen plegen overleg over en geven elkaar kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig dit Protocol worden vastgesteld.
1. Dit Protocol vormt een aanvulling op de overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap en Israël zijn of kunnen worden gesloten en doet geen afbreuk aan de toepassing van deze overeenkomsten. Het vormt geen beletsel voor een ruimere wederzijdse bijstand indien deze overeenkomsten daarin voorzien.
2. Onverminderd artikel 11 doen deze overeenkomsten geen afbreuk aan de bepalingen van de Gemeenschap betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, van alle informatie over douanezaken die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.
Slotakte1
De gevolmachtigden van:
het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Portugese Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, hierna „de Lid-Staten" te noemen, en van
de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
hierna „de Gemeenschap" te noemen,
enerzijds, en
de gevolmachtigden van de Staat Israël,
hierna „Israël" te noemen,
anderzijds,
bijeengekomen te Brussel op de twintigste november negentienhonderd vijfennegentig, voor de ondertekening van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, hierna de „Euro-mediterrane overeenkomst" te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:
de Euro-mediterrane overeenkomst, de bijlagen hierbij en de volgende protocollen:
Protocol nr. 1 betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwprodukten uit Israël van toepassing is,
Protocol nr. 2 betreffende de regelingen die van toepassing zijn bij de invoer in Israël van landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap,
Protocol nr. 3 betreffende de gewasbescherming,
Protocol nr. 4 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking,
Protocol nr. 5 betreffende wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken.
De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigde van Israël hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 2 van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5 van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 6, lid 2, van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 9, lid 2, van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 van en bijlage VII bij de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende Titel VI van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 44 van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende gedecentraliseerde samenwerking
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 68 van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 74 van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 75 van de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring betreffende overheidsopdrachten
Gemeenschappelijke verklaring betreffende diergeneeskundige aangelegenheden
Gemeenschappelijke verklaring betreffende Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst
Gemeenschappelijke verklaring inzake vervroegde tenuitvoerlegging.
De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigde van Israël hebben kennis genomen van de volgende briefwisselingen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende hangende bilaterale kwesties
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in verband met Protocol nr. 1 betreffende de invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van onderverdeling 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de tenuitvoerlegging van de in het kader van de Uruguay-Ronde gesloten overeenkomsten
De gevolmachtigde van Israël heeft kennis genomen van de volgende verklaringen van de Europese Gemeenschap, die aan deze Slotakte zijn gehecht:
Verklaring in verband met artikel 28 van de Overeenkomst betreffende de cumulatie van oorsprong
Verklaring in verband met artikel 28 van de Overeenkomst betreffende de aanpassing van de oorsprongsregels
Verklaring in verband met artikel 36 van de Overeenkomst
Verklaring betreffende Titel VI van de Overeenkomst inzake economische samenwerking
De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap hebben kennis genomen van de volgende verklaring van Israël, die aan deze Slotakte is gehecht:
Verklaring betreffende artikel 65 van de Overeenkomst.
De Partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de eerbiediging van de mensenrechten als omschreven in het Handvest van de Verenigde Naties, met name in verband met vreemdelingenhaat, anti-semitisme en racisme.
De Partijen kunnen overeenkomen dat bepaalde onderwerpen door deskundigen worden behandeld.
De Partijen komen overeen, indien de nomenclatuur voor de indeling van landbouwprodukten of niet onder bijlage II vallende verwerkte landbouwprodukten wordt gewijzigd, met elkaar in overleg te treden ten einde de aanpassingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om de bestaande concessies te handhaven.
Met het oog op de goede werking van het systeem van voorafgaande kennisgeving bedoeld in artikel 9, lid 2, van de Overeenkomst stelt Israël de Commissie tijdig en op informele en vertrouwelijke wijze in kennis van de gegevens die aan de berekening van het toe te passen landbouwelement ten grondslag liggen. De Commissie deelt Israël binnen tien werkdagen mede of zij deze berekening aanvaardt.
Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden onder intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten in het bijzonder verstaan auteursrechten, met inbegrip van het auteursrecht van computerprogramma's en naburige rechten, octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, handels- en dienstenmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede de bescherming tegen oneerlijke mededinging als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Stockholm, 1967) en de bescherming van niet-bekendgemaakte informatie betreffende technische kennis.
In de Hebreeuwse tekst van de Overeenkomst zal de uitdrukking „intellectuele, industriële en commerciële eigendom" worden vertaald door de Hebreeuwse term die met het begrip „intellectuele eigendom" overeenstemt.
Elke Partij draagt de financiële kosten van haar deelname aan de activiteiten die in het kader van de economische samenwerking worden ondernomen en die per geval worden vastgesteld.
De Partijen bevestigen hun steun aan het vredesproces in het Midden-Oosten en hun overtuiging dat de vrede door regionale samenwerking in stand dient te worden gehouden. De Commissie is bereid steun te verlenen aan gezamenlijke ontwikkelingsprojecten die door Israël en zijn buurlanden worden voorgesteld, met inachtneming van de desbetreffende technische voorschriften en begrotingsprocedures van de Gemeenschap.
De Partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan gedecentraliseerde samenwerkingsprogramma's om de uitwisseling van ervaring en de overdracht van kennis in het Middellandse-Zeegebied en tussen de Europese Gemeenschap en haar partners in het Middellandse-Zeegebied te stimuleren.
Het Reglement van Orde van de Associatieraad voorziet in de mogelijkheid tot het nemen van besluiten door middel van de schriftelijke procedure.
De Partijen nemen er nota van dat het Economisch en Sociaal Comité van de Gemeenschap en de Economische en Sociale Raad van Israël hun onderlinge betrekkingen door een jaarlijkse dialoog en samenwerking kunnen verbeteren.
Wanneer de arbitrageprocedure toepassing vindt, trachten de Partijen te bewerkstelligen dat de Associatieraad de derde scheidsrechter binnen twee maanden na de benoeming van de tweede scheidsrechter benoemt.
De Partijen openen op een aantal gebieden formele onderhandelingen met het doel hun respectieve markten voor overheidsopdrachten verder open te stellen dan zij in het kader van de onder auspiciën van de WTO gesloten Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, hierna OIO genoemd, waren overeengekomen. Deze onderhandelingen zullen op zodanige wijze worden gevoerd dat voor einde 1995 een overeenkomst kan worden gesloten.
De Partijen komen overeen dat deze onderhandelingen onder meer betrekking zullen hebben op overheidsopdrachten voor:
– goederen, werkzaamheden en diensten die worden geleverd of uitgevoerd door instanties in de sectoren telecommunicatie en stedelijk openbaar vervoer (met uitzondering van autobussen);
– diensten die door onder de OIO vallende instanties worden aangekocht met het oog op de uitbreiding van wederzijdse verplichtingen in het kader van bijlage 4 bij aanhangsel I van de OIO.
De Partijen verbinden zich ertoe geen aanvullende discriminatoire maatregelen te nemen ten aanzien van leveranciers van de andere Partij in de sectoren zware elektrische uitrusting en medische uitrusting die verder reiken dan de bepalingen die reeds in de OIO zijn neergelegd, en zij streven ernaar de invoering te vermijden van discriminatoire maatregelen die de markt voor overheidsopdrachten verstoren.
De Partijen komen overeen de tenuitvoerlegging van hun overeenkomst inzake overheidsopdrachten op gezette tijden aan een onderzoek te onderwerpen met het oog op verdere onderhandelingen over de uitbreiding van de wederzijdse concessies.
De Partijen zeggen bovendien hun actieve steun toe aan de liberalisering van de markt voor diensten op het gebied van telecommunicatie en zullen deelnemen aan de multilaterale onderhandelingsgroep van de GATS op het gebied van de basistelecommunicatie.
Het streven van de Partijen zal erop gericht zijn hun voorschriften betreffende diergeneeskundige aangelegenheden op niet-discriminatoire wijze toe te passen en geen nieuwe maatregelen in te voeren die het handelsverkeer onnodig verstoren.
De Gemeenschap en Israël komen overeen dat bij be- of verwerking buiten de Partijen van een regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling gebruik zal worden gemaakt.
De Partijen zijn voornemens de bepalingen van de Overeenkomst inzake handel en douanesamenwerking vervroegd toe te passen door middel van een interimovereenkomst die indien mogelijk per 1 januari 1996 in werking treedt.
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Israël betreffende hangende bilaterale kwesties
A. Brief van de Gemeenschap
Mijnheer,
De Gemeenschap en Israël nemen nota van de overeenkomst die is bereikt inzake de tenuitvoerlegging van een aanvaardbare oplossing voor alle hangende bilaterale kwesties in verband met de toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst van 1975.
Ik moge U verzoeken mij te bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Namens de Raad van de Europese Unie
B. Brief van Israël
Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw schrijven van vandaag dat als volgt luidt:
„De Gemeenschap en Israël nemen nota van de overeenkomst die is bereikt inzake de tenuitvoerlegging van een aanvaardbare oplossing voor alle hangende bilaterale kwesties in verband met de toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst van 1975.
Ik moge U verzoeken mij te bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.".
Ik heb de eer te bevestigen dat mijn regering met de inhoud van Uw brief instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Voor de Regering van Israël
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Israël in verband met Protocol nr. 1 betreffende de invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van onderverdeling 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief
A. Brief van de Gemeenschap
Mijnheer,
Tussen Israël en de Gemeenschap is het volgende overeengekomen:
Protocol nr. 1 voorziet in de afschaffing, tot een hoeveelheid van 19.500 ton, van de douanerechten op de invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van onderverdeling 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit Israël.
Israël verbindt zich ertoe de hierna volgende voorwaarden in verband met de invoer in de Gemeenschap van rozen en anjers waarvoor het douanerecht bij invoer kan worden afgeschaft, na te leven:
– de prijzen bij invoer in de Gemeenschap dienen ten minste 85% te bedragen van de prijzen die in dezelfde perioden voor dezelfde produkten in de Gemeenschap van toepassing zijn;
– de prijzen van de Israëlische produkten worden vastgesteld door notering van de prijzen van de ingevoerde produkten op representatieve invoermarkten in de Gemeenschap;
– de in de Gemeenschap geldende prijzen zijn de door de producenten toegepaste prijzen die op representatieve markten van de belangrijkste producerende Lid-Staten worden genoteerd;
– de prijzen worden om de twee weken genoteerd en voorzien van een wegingscoëfficiënt voor de respectieve hoeveelheden. Deze bepaling is zowel op de prijzen van de Gemeenschap als op die van Israël van toepassing;
– zowel voor de door de communautaire producenten toegepaste prijzen als voor de invoerprijzen van de Israëlische produkten wordt een onderscheid gemaakt tussen grootbloemige en kleinbloemige rozen en eenbloemige en veelbloemige anjers;
– indien de Israëlische prijzen voor een van de vorengenoemde produkten minder dan 85% van de in de Gemeenschap toegepaste prijzen bedragen, wordt de tariefpreferentie opgeschort. De Gemeenschap past de tariefpreferentie opnieuw toe zodra de Israëlische prijzen 85% of meer van de in de Gemeenschap toegepaste prijzen bedragen.
Voorts verbindt Israël zich er toe de traditionele scheiding tussen de handel in rozen en anjers te handhaven.
De Gemeenschap behoudt zich het recht voor, mocht de markt van de Gemeenschap door een wijziging in deze scheiding worden verstoord, de verhoudingen op basis van de traditionele handelsstromen vast te stellen. In voorkomend geval kan hierover van gedachten worden gewisseld.
Ik moge U verzoeken mij te bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden,
Namens de Raad van de Europese Unie
B. Brief van Israël
Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw schrijven van vandaag dat als volgt luidt:
Ik heb de eer te bevestigen dat mijn regering met de inhoud van Uw brief instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Voor de Regering van Israël
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Israël betreffende de tenuitvoerlegging van de in het kader van de Uruguay-ronde gesloten overeenkomsten
A. Brief van de Gemeenschap
Mijnheer,
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Israël bevat geen bepalingen over de nieuwe regeling bij de invoer van sinaasappelen in de Gemeenschap. De Partijen zullen de onderhandelingen over dit onderwerp voortzetten ten einde vóór het begin van het verkoopseizoen 1995/1996, dat wil zeggen 1 december, een oplossing te vinden. De Gemeenschap heeft er in dit verband in toegestemd dat Israël niet minder gunstig behandeld zal worden dan de andere Mediterrane partners.
Mocht op 1 december 1995 geen overeenkomst over de invoerprijs van sinaasappelen zijn bereikt, dan zal de Gemeenschap de nodige maatregelen nemen om Israël een voor beide Partijen passende en aanvaardbare prijs te garanderen waartegen 200.000 ton sinaasappelen uit Israël in de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd. Genoemd cijfer houdt een vermindering in met 30% van het huidige tariefcontingent voor sinaasappelen uit Israël.
Voorts zal de Gemeenschap de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat niet in bijlage II opgenomen, traditionele verwerkte landbouwprodukten uit Israël die onder de concessies van de nieuwe overeenkomst vallen in de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd.
Insgelijks zal Israël parallelle maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat traditionele landbouwexportprodukten van de Gemeenschap in het seizoen 1995/1996 in Israël kunnen worden ingevoerd.
Ik moge U verzoeken mij te bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden,
Namens de Raad van de Europese Unie
B. Brief van Israël
Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw schrijven van vandaag dat als volgt luidt:
Ik heb de eer te bevestigen dat mijn regering met de inhoud van Uw brief instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Voor de Regering van Israël
VERKLARINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
De Europese Gemeenschap is bereid, rekening houdende met de politieke ontwikkelingen, wanneer Israël en een of meer andere landen van het Middellandse-Zeegebied met elkaar vrijhandelsovereenkomsten sluiten, de bepalingen betreffende de cumulatie van de oorsprong in haar handelsbetrekkingen met deze landen toe te passen.
In het kader van de harmonisatie van de tussen de Gemeenschap en andere derde landen geldende oorsprongsregels, die momenteel aan de gang is, kan de Gemeenschap op een later tijdstip besluiten de eventueel noodzakelijke wijzigingen van Protocol nr. 4 aan de Associatieraad voor te leggen.
De Gemeenschap verklaart dat, in afwachting dat de Associatieraad zijn goedkeuring hecht aan de uitvoeringsbepalingen betreffende de eerlijke mededinging als bedoeld in artikel 36, lid 2, in het kader van de interpretatie van artikel 36, lid 1, zij elke met dat artikel strijdige handelwijze aan de uit de artikelen 85, 86 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voortvloeiende criteria zal toetsen alsmede, voor de produkten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, aan de criteria die uit de artikelen 65 en 66 van dat Verdrag en uit de voorschriften van de Gemeenschap betreffende overheidssteun, met inbegrip van het afgeleide recht, voortvloeien.
Voor de in titel II van hoofdstuk 3 bedoelde landbouwprodukten zal de Gemeenschap alle praktijken die strijdig zijn met artikel 36, lid 1, i), toetsen aan de criteria die door de Gemeenschap op basis van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zijn vastgesteld en, in het bijzonder, die welke in Verordening nr. 26 van 1962 zijn neergelegd.
Israël komt verder in aanmerking voor de financiering van projecten uit de communautaire begroting voor programma's op het gebied van de regionale samenwerking in het Middellandse-Zeegebied en uit andere relevante horizontale begrotingslijnen. Israël blijft eveneens in aanmerking komen voor leningen van de EIB die in het kader van het horizontale mediterrane instrument worden toegekend.
Bij de beraadslagingen voorafgaand aan het in artikel 65, lid 1, bedoelde besluit van de Associatieraad zal Israël het vraagstuk aan de orde stellen van de bepalingen die noodzakelijk zijn om de dubbele contributie te vermijden voor werknemers van de ene Partij die hun woonplaats hebben op het grondgebied van de andere Partij.
GEDAAN te Brussel de twintigste november negentienhonderd vijfennegentig.
De Slotakte is ondertekend voor:
België1
Denemarken
Duitsland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Israël
Italië
het Koninkrijk der Nederlanden
Luxemburg
Oostenrijk
Portugal
Spanje
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Zweden
de Europese Gemeenschappen
De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.
De bepalingen van de Overeenkomst en van de Protocollen zullen ingevolge artikel 85, tweede lid, juncto artikel 80 van de Overeenkomst in werking treden op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkaar kennisgeving hebben gedaan van het feit dat de Overeenkomst volgens de eigen procedures is goedgekeurd.
Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, waarnaar wordt verwezen in onder meer de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 74 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 76.
Van het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, waarnaar wordt verwezen in onder meer de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, zijn de Franse tekst en de vertaling geplaatst in Trb. 1951, 82; zie ook, laatstelijk,Trb. 1995, 77.
Van het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties, naar welk Handvest wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, zijn de gewijzigde Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1979, 37 en is de herziene vertaling geplaatst in Trb. 1987, 113; zie ook, laatstelijk,Trb. 1994, 277.
Van het op 8 april 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, is de Nederlandse en de Franse tekst geplaatst in Trb. 1965, 130. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 266.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT), als gewijzigd bij de Uruguay-ronde, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in onder meer de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 16 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 19 e.v.).
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), naar welke Organisatie onder meer wordt verwezen in artikel 6 van de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 en de vertaling in Trb. 1995, 130; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Het Internationale Monetair Fonds, naar welk Fonds onder meer wordt verwezen in artikel 26 van de onderhavige Overeenkomst, is opgericht bij een op 27 december 1945 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst. Van deze Overeenkomst zijn tekst en vertaling, zoals deze luiden sinds 1 april 1978 geplaatst in Trb. 1977, 40; zie ook Trb. 1991, 70.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS), naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in artikel 29, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 304 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 331 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 261.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake Overheidsopdrachten, naar welke Overeenkomst onder meer wordt verwezen in artikel 35 van de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 406 e.v.) en de vertaling inTrb. 1995, 130 (blz. 438 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 261.
Van de op 11 mei 1975 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in 85 van de onderhavige Overeenkomst en ingevolge datzelfde artikel tot vervanging van welke Overeenkomst de onderhavige Overeenkomst strekt, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1975, 26; zie ook Trb. 1978, 59.
In Bijlage VII bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen naar de volgende verdragen
– de op 24 juli 1971 te Parijs tot stand gekomen Herziene Berner Conventie van 9 september 1886 voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, waarvan de Franse en de Engelse tekst zijn geplaatst in Trb. 1972, 157; zie ook, laatstelijk, Trb. 1985, 15.
– de op 14 april te Madrid tot stand gekomen Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, zoals herzien te Stockholm op 14 juli 1967. Van de herziening van 14 juli 1967 is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1969, 143 en de vertaling in Trb. 1970, 180; zie ook, laatstelijk, Trb. 1989, 54. Van de op 28 september 1979 te Genève tot stand gekomen Wijziging van de Herziene Schikking van Madrid zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 180, 33 (rubriek J); zie ookTrb. 1984, 6.
– het op 28 juni 1989 te Madrid tot stand gekomen Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling zijn geplaatst in Trb. 1990, 44.
– het op 28 april 1977 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling zijn geplaatst inTrb. 1978, 90; zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 62.
– het op 19 juni 1970 te Washington tot stand gekomen Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling zijn geplaatst in Trb. 1973, 20; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 25.
– de op 26 oktober 1961 te Rome tot stand gekomen Internationale Overeenkomst ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en radio-omroeporganisaties, waarvan tekst en vertaling zijn geplaatst in Trb. 1986, 192; zie ook Trb. 1995, 16.
– op 29 oktober 1971 is te Genève tot stand gekomen de Overeenkomst ter bescherming van producenten van fonogrammen tegen het ongeoorloofd kopiëren van hun fonogrammen, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling zijn geplaatst inTrb. 1986, 183; zie ook Trb. 1995, 17.
– het op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Herzien Internationaal Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom, waarvan de Franse tekst is geplaatst in Trb. 1969, 144 en de vertaling inTrb. 1970, 187; zie ook, laatstelijk, Trb. 1988, 22. Voor de op 28 september 1979 te Genève tot stand gekomen Wijzigingen van het Verdrag zieTrb. 1980, 31; zie ook Trb. 1984, 74.
– de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977, waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling zijn geplaatst in Trb. 1978, 60; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 194.
– het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten van 2 december 1961, zoals herzien te Genève op 10 november 1972, 23 oktober 1978 en 19 maart 1991, waarvan de Engelse en de Franse tekst van de herziening van 1991 zijn geplaatst in Trb. 1992, 52 en de vertaling in Trb. 1993, 153.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen, welke als bijlage bij de hierbovengenoemde Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is opgenomen, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in Protocol 3 bij de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst inTrb. 1994, 235 (blz. 60 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 67 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 261.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994, welke als bijlage bij de hierbovengenoemde Overeenkomst tot oprichting van de Wereld-handelsorganisatie (WTO) is opgenomen, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in Protocol 4 bij de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst inTrb. 1994, 235 (blz. 181 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 198 e.v.); zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 261.
Van het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, naar welk Verdrag wordt verwezen in artikel 10, tweede lid, van Protocol 5 bij de onderhavige Overeenkomst, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1988, 7; zie ook, laatstelijk, Trb. 1993, 192.
Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Protocol betreffende de Statuten van de Europese Investeringsbank, naar welke instelling wordt verwezen in de Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende economische samenwerking (titel VI) bij de onderhavige Overeenkomst, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1957, 91(blz. 130 e.v); zie ook Trb. 1957, 249. Vergelijk eveneens het op 10 juli 1975 te Brussel tot stand gekomen Verdrag houdende wijziging van een aantal bepalingen van het Protocol betreffende de Statuten van de Europese Investeringsbank (tekst inTrb. 1975, 119; zie ook Trb. 1977, 59) en de op 25 maart 1993 te Brussel tot stand gekomen Akte tot wijziging van hogergenoemd Protocol (tekst in Trb. 1993, 95; zie ook Trb. 1994, 128).
Uitgegeven de zevenentwintigste maart 1996
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hebreeuwse tekst zijn niet afgedrukt.
Bijvoorbeeld invoerdocumenten, verhuiscertificaten, fabrikantenverklaringen etc. waarin wordt verwezen naar bij de vervaardiging gebruikte produkten of naar opnieuw uitgevoerde produkten in dezelfde staat.
De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hebreeuwse tekst zijn niet afgedrukt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1996-92.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.