A. TITEL

Verdrag inzake het continentale plateau; Genè

ve, 29 april 1958

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 1959, 126.

C. VERTALING

Zie Trb. 1959, 126 en Trb. 1966, 126.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1966, 126.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1966, 126 en Trb. 1971, 224.

Behalve de aldaar genoemde Staten heeft nog de volgende Staat in overeenstemming met artikel 9 van het Verdrag een akte van bekrachtiging bij de Secretaris-Generaal van der Verenigde Naties nedergelegd:

Costa Rica16 februari 1972

F. TOETREDING

Zie Trb. 1966, 123 en Trb. 1971, 224.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:

Griekenland1 6 november 1972
de Duitse Democratische Republiek227 december 1973
Cyprus11 april 1974
Letland 2 december 1992

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties medegedeeld, dat zij zich gebonden achten aan het Verdrag:

Lesotho23 oktober 1973
de Salomonseilanden 3 september 1981
Kroatië 3 augustus 1992
Tsjechië22 februari 1993
Slowakije28 mei 1993
Bosnië-Herzegowina12 januari 1994

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1966, 126.

Op 30 maart 1976 is het Verdrag voor Senegal buiten werking getreden.

I. OPZEGGING

Op 1 maart 1976 heeft de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties van de President van de Republiek Senegal een kennisgeving van de opzegging door Senegal ontvangen, waarin wordt medegedeeld dat het Verdrag met ingang van de dertigste dag te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de opzeggingsbrief door de Secretaris-Generaal buiten werking treedt voor Senegal. Het onderhavige Verdrag bevat geen opzeggingsbepaling.

De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland heeft op 1 september 1976 naar aanleiding van deze opzegging het volgende verklaard: “The Government of the United Kingdom wish to place on record that in their view the said Convention is not susceptible to unilateral denunciation by a State which is party to it, and they therefore cannot accept the validity or effectiveness of the purported denunciation by the Government of Senegal. Accordingly, the Government of the United Kingdom regard the Government of Senegal as still bound by the obligations which the latter assumed when it became party to the said Convention, and the Government of the United Kingdom fully reserve all their rights under it as well as their rights and the rights of their nationals in respect of any action which the Government of Senegal has taken or may take as a consequence of the said purported denunciation."

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1959, 126 en Trb. 1966, 126 en Trb. 1971, 224.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 29 april 1958 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake de territoriale zee en de aansluitende zone zie ook Trb. 1996, 267.

Voor het op 29 april 1958 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake de volle zee zie ook Trb. 1996, 268.

Voor het op 29 april 1958 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake de visserij en de instandhouding van de levende rijkdommen van de volle zee zie ook Trb. 1996, 269.

Voor het op 29 april 1958 te Genève tot stand gekomen Protocol van facultatieve ondertekening inzake de verplichte beslechting van geschillen zie ook Trb. 1996, 271.

Op 10 december 1982 is te Montego-Bay tot stand gekomen het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee. De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag en bijlagen zijn geplaatst in Trb. 1983, 83 en de vertaling is geplaatst in Trb. 1984, 55; zie ook Trb. 1996, 272.

Voorts is op 28 juli 1994 te New York tot stand gekomen de Overeenkomst betreffende de uitvoering van Deel XI van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982. De Engelse en de Franse tekst van de Overeenkomst zijn geplaatst in Trb. 1994, 233 en de vertaling is geplaatst in Trb. 1995, 196; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 273.

Uitgegeven de negende oktober 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Onder het volgende voorbehoud:“...... pursuant to article 12 of the Convention, the Kingdom of Greece makes a reservation with respect to the system of delimiting the boundaries of the continental shelf appertaining to States whose coasts are adjacent or opposite each other, provided for in article 6, paragraphs 1 and 2, of the Convention. In such cases, the Kingdom of Greece will apply, in the absence of international agreement, the normal baseline system for the purpose of measuring the breadth of the territorial sea."(vertaling)

XNoot
2

Onder de volgende verklaring:

“The German Democratic Republic considers that Articles 8 and 10 of the Convention are inconsistent with the principle that all States pursuing their policies in accordance with the purposes and principles of the Charter of the United Nations shall have the right to become parties to conventions affecting the interests of all States."(vertaling)

Naar boven