A. TITEL

Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde;

Genève, 12 augustus 1949

B. TEKST

Behalve in de uitgave genoemd in Trb. 1951, 72 is de tekst van het Verdrag ook afgedrukt in Stb. 1954, 246.

C. VERTALING

Zie Trb. 1951, 72.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1954, 189.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1954, 1891, Trb. 1956, 148, Trb. 1959, 10, Trb. 1963, 136, Trb. 1967, 127 en Trb. 1980, 83.

F. TOETREDING

Zie Trb. 1954, 189, Trb. 1956, 148, Trb. 1959, 10, Trb. 1963, 136, Trb. 1967, 127, Trb. 1980, 83 en Trb. 1987, 99.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten overeenkomstig artikel 61, eerste lid, van het Verdrag schriftelijk hun toetreding medegedeeld aan de Zwitserse Bondsraad:

Bhutan10 januari 1991
de Maldiven18 juni 1991
Letland24 december 1991
Brunei14 oktober 1991
Myanmar25 augustus 1992
Estland18 januari 1993
Moldavië24 mei 1993
Azerbeidzjan 1 juni 1993
Armenië 7 juni 1993
Georgië14 september 1993
Andorra17 september 1993
Oezbekistan 8 oktober 1993
Micronesia19 september 1995

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag:

Kiribati 5 januari 1989
Namibië22 augustus 1991
Slovenië126 maart 1992
Turkmenistan10 april 1992
Kazachstan 5 mei 1992
Kroatië111 mei 1992
Kirgizië18 september 1992
Bosnië-Herzegowina131 december 1991
Tadzjikistan13 januari 1993
Tsjechië2 5 februari 1993
Slowakije2 2 april 1993
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië 1 september 1993

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1954, 189, Trb. 1967, 127 en Trb. 1987, 99.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1956, 148 en Trb. 1959, 10.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1951, 72, Trb. 1954, 189, Trb. 1956, 148, Trb. 1959, 10, Trb. 1963, 136, Trb. 1967, 127, Trb. 1980, 83, en Trb. 1987, 99.

Voor het eveneens op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee zie ook Trb. 1996, 238.

Voor het eveneens op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen zie ook <Trb. 1996, 239.

Voor het eveneens op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd zie ook Trb. 1996, 240.

Voor het op 12 december 1977 te Bern tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949, betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I) zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 241.

Voor het eveneens op 12 december 1977 te Bern tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949, betreffende de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten (Protocol II) zie ook Trb. 1996, 242.

De Algemene Vergadering van de Liga van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen heeft op 28 november 1991 tijdens haar Achtste Zitting besloten haar naam te wijzigen in de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen.

Uitgegeven de dertiende september 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie heeft op 13 januari 1992 te Moskou verklaard dat de Russische Federatie de uitoefening van de rechten en de vervulling van de verplichtingen voortvloeiend uit internationale verdragen die voor de Sovjet-Unie zijn ondertekend, voortzet. Het Ministerie verzocht de Russische Federatie te beschouwen als Partij bij alle voor de Sovjet-Unie van kracht zijnde verdragen. De depositaris heeft derhalve in de lijst van Partijen bij het onderhavige verdrag de Sovjet-Unie vervangen door de Russische Federatie.

Op 9 mei 1994 heeft de Regering van Bulgarije medegedeeld het voorbehoud gemaakt bij de ondertekening (zie rubriek C van Trb. 1951, 72) en bevestigd op het tijdstip van de bekrachtiging, in te trekken.

XNoot
1

Zonder handhaving van de voorbehouden en verklaringen die indertijd zijn gemaakt en afgelegd door Joegoslavië, en zonder nieuwe voorbehouden te maken.

XNoot
2

Onder handhaving van het indertijd door Tsjechoslowakije gemaakte voorbehoud (zie Trb. 1951, 72, blz. 37).

Naar boven