A. TITEL
Overeenkomst ter uitvoering van het tussen het Koninkrijk der Nederlanden,
het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek
en het Groothertogdom Luxemburg op 4 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord
betreffende geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke
grenzen;
Schengen, 19 juni 1990
B. TEKST
De tekst van de Overeenkomst is geplaatst inTrb. 1990, 145.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1993, 115.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1993, 1151 en Trb. 1994, 39.
F. TOETREDING
Zie Trb. 1994, 155.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1993, 115 en Trb. 1994, 39.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1990, 145, Trb. 1993, 115 en Trb. 1994, 39, 155 en 217.
Besluiten
Het Uitvoerend Comité heeft op 21 november 1994 een aantal besluiten
genomen. De Nederlandse tekst van het volgende besluit is hierna afgedrukt:
– inzake aanschaf van de gemeenschappelijke in- en uitreisstempel
Besluit van het Uitvoerend Comité
Het Uitvoerend Comité,
Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord
van Schengen,
Gelet op artikel 6 van deze Overeenkomst,
neemt met instemming kennis van document SCH/I-front (94) 43 en
Besluit:
De aanschaf door de Overeenkomstsluitende Partijen van de gemeenschappelijke
in- en uitreisstempel geschiedt volgens de in document SCH/Gem-Handb (93)
15* neergelegde beginselen
Heidelberg, 21 november 1994
De voorzitter,
(w.g.) BERND SCHMIDBAUER
Bijlage
Aanschaf van de gemeenschappelijke in- en uitreisstempel
De Overeenkomstsluitende Partijen zullen bij de aanschaf van stempels
welke voor het bewijs van in- en uitreis via de buitengrenzen dienen te worden
gebruikt, uitgaan van het bestek voor de gemeenschappelijke in- en uitreisstempel
(doc. SCH/Gem-Handb (93) 15, d.d. 17 september 1993). In dit bestek wordt
in het bijzonder in het gebruik van een tweekleurig stempel voorzien.
Bij wijze van uitzondering kunnen de eenkleurige gemeenschappelijke in-
en uitreisstempels welke reeds zijn aangeschaft en onder de grensposten zijn
verspreid, zo lang worden gebruikt tot nieuwe stempels ter vervanging worden
aangeschaft. De vervangende stempels dienen in ieder geval tweekleurig te
zijn.
XNoot
1Het Koninkrijk der Nederlanden heeft bij nota van 25 november 1994 twee
verklaringen bij de Luxemburgse Regering nedergelegd. Een verklaring krachtens
artikel 57, derde lid, van de onderhavige Overeenkomst, waarvan de tekst als
volgt luidt:
„Krachtens artikel 57, derde lid, van de op 19 juni 1990 te Schengen
tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen
van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland
en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende
de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen,
zoals gewijzigd bij de Overeenkomsten van 27 november 1990, 25 juni 1991 en
6 november 1992 betreffende de toetreding van respectievelijk de Italiaanse
Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Portugal en de Helleense Republiek,
wijst het Koninkrijk der Nederlanden als autoriteiten aan die bevoegd zijn
inlichtingen te vragen en te ontvangen:
het Ministerie van Justitie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag.".
Voorts een verklaring naar aanleiding van de inwerkingtreding van Politiewet
1993, waarvan de Nederlandse tekst als volgt luidt:
„Verklaring van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
met betrekking tot het bepaalde ten aanzien van het Koninkrijk der Nederlanden
in artikel 40, vierde lid, en in artikel 41, zevende lid, van de op 19 juni
1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het tussen
de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek
Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord
betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke
grenzen, zoals gewijzigd bij de Overeenkomsten van 27 november 1990, 25 juni
1991 en 6 november 1992 betreffende de toetreding van respectievelijk de Italiaanse
Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Portugal en de Helleense Republiek:
Tengevolge van de inwerkingtreding met ingang van 1 april 1994 van de
Politiewet 1993 is het onderscheid tussen de Rijkspolitie en de Gemeentepolitie
opgeheven; derhalve dienen de woorden „de ambtenaren van de Rijkspolitie
en de Gemeentepolitie" te worden gelezen als: „de ambtenaren, aangesteld
voor de uitvoering van de politietaak.".
XNoot
*Vertrouwelijk document