Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 9 oktober 2022, nr. WJZ/ 22253634, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 vanwege het wijzigen van de subsidiemodule Programma Digitaal Europa

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 5, 6, derde lid, 7, eerste lid, 15, 16, 17, derde en vierde lid, en 19 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In de alfabetische opsomming van artikel 3.28.1 worden ingevoegd:

dataruimte voor de maakindustrie:

project inzake de dataruimte voor de maakindustrie zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

grootschalig proefproject voor cloud-to-edge-diensten:

project inzake een grootschalig proefproject voor cloud-to-edge-diensten zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie:

project inzake de test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;.

B

Artikel 3.28.2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘of’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd:

  • c. een test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie;

  • d. een dataruimte voor de maakindustrie; of

  • e. een grootschalig proefproject voor cloud-to-edge-diensten.

C

Artikel 3.28.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De subsidie voor het uitvoeren van een project, niet zijnde een project inzake een Europese digitale-innovatiehub, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel b, door een puntkomma worden aan het derde lid de volgende onderdelen toegevoegd:

  • c. € 5.000.000 voor een aanvraag inzake een test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie;

  • d. € 200.000 voor een aanvraag inzake een dataruimte voor de maakindustrie;

  • e. € 200.000 voor een aanvraag inzake een grootschalig proefproject voor cloud-to-edge-diensten.

D

In artikel 3.28.6 wordt ‘zeven jaa’ vervangen door ‘zeven jaar’.

E

Artikel 3.28.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 3.28.2, onderdeel a,’ vervangen door ‘artikel 3.28.2, onderdelen a, d en e,’.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 3.28.2, onderdeel b,’ vervangen door ‘artikel 3.28.2, onderdelen b en c,’.

ARTIKEL II

In de tabel, behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 wordt in de rijen betreffende Titel 3.28 ‘30-09-2022’ telkens vervangen door ‘15-11-2022’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel II terug tot en met 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 oktober 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De subsidiemodule Programma Digitaal Europa is op 1 juli 2022 in werking getreden (Stcrt. 2022, 17157) en is opgenomen in titel 3.28 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES). Via deze subsidiemodule kan subsidie worden verkregen voor projecten binnen het programma Digitaal Europa. Het programma Digitaal Europa (afgekort DIGITAL) is een programma van de Europese Commissie waardoor digitale technologieën beter door ondernemingen, burgers en overheden kunnen worden toegepast. De module betreft cofinanciering: de op grond van deze regeling te verlenen subsidies vormen een aanvulling op de subsidies die de Europese Commissie verstrekt in het kader van DIGITAL.

Voordat een aanvrager een subsidie kan aanvragen op grond van titel 3.28 van de RNES, dient de aanvrager dan ook eerst een subsidie te verkrijgen van de Europese Commissie. Nadat een aanvrager een aanvraag heeft ingediend bij de Commissie, beoordeelt en rangschikt de Commissie de aanvragen. De Europese Commissie verdeelt de beschikbare subsidie op volgorde van rangschikking. Vervolgens kan een aanvrager op basis van de onderhavige subsidiemodule een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). RVO voert de subsidiemodule uit namens de Minister van EZK. Bij de aanvraag moeten in elk geval gegevens over de door de Europese Commissie verstrekte bijdrage worden meegestuurd. RVO verricht slechts een beperkte beoordeling van de aanvragen (bijvoorbeeld of de ingediende begroting correct is). Per openstelling van de Commissie wordt per onderdeel van DIGITAL een subsidieplafond gepubliceerd. Bij overschrijding van het beschikbare Nederlandse subsidieplafond worden de aanvragen gerangschikt overeenkomstig de rangschikking van de Europese Commissie.

Thans is de subsidiemodule beperkt tot projecten inzake Europese digitale-innovatiehubs en markten voor cloud-to-edge-diensten. Met deze wijzigingsregeling worden de projecten waarvoor op grond van deze subsidiemodule subsidie kan worden verkregen uitgebreid zodat meer onderdelen van DIGITAL voor cofinanciering in aanmerking komen. Ook projecten met betrekking tot een test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie, data ruimte voor de maakindustrie en grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten komen na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling voor subsidie in aanmerking.

2. Nieuwe projecten waarvoor subsidie verkregen kan worden

Zoals in de vorige paragraaf beschreven worden met de onderhavige wijzigingsregeling een aantal onderwerpen toegevoegd waarvoor op grond van deze subsidiemodule subsidie verkregen kan worden. Het gaat dan om de volgende toegevoegde onderwerpen:

2.1 Dataruimte voor de maakindustrie

Dataruimte is een EU-term waarmee wordt gedoeld op het verbinden van nu nog gefragmenteerde datasets in verschillende ecosystemen. Door onder andere het vergroten van interoperabiliteit en regels over wie er welke rechten heeft op toegang en gebruik van data, worden de mogelijkheden en het vertrouwen vergroot om data te benutten.

De ontwikkeling van de dataruimte voor de maakindustrie is een doelstelling van DIGITAL. Bij dit doel gaat het om het versterken van de kerncapaciteiten van de EU op het gebied van digitale technologieën als cruciale motor voor de digitale transformatie van de publieke en private sector. De Europese Unie investeert onder meer in infrastructuren en instrumenten voor het delen van data en kunstmatige intelligentie. Met onder meer de dataruimte voor de maakindustrie zal een bijdrage worden geleverd aan deze doelstelling.

Het doel is om met voorbereidende acties de organische ontwikkeling van de dataruimte voor de maakindustrie mogelijk te maken, waarmee partijen gestimuleerd worden om data te delen. De voorbereidende acties bestaan uit het opzetten van een multi-stakeholder beheersstructuur, het inventariseren van bestaande platforms en het maken van een blauwdruk voor een specifiek bouwblok voor de maakindustrie. Met de onderhavige subsidiemodule kan subsidie worden verleend voor projecten die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van deze dataruimte.

2.2 Grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten

Een andere doelstelling van DIGITAL is de ontwikkeling van grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten en zo duurzame, veilige grensoverschrijdende diensten te lanceren in specifiek geselecteerde sectoren (gezondheid, mobiliteit, publiek). Het betreft dan de (door)ontwikkeling van technologie waarbij er samenwerking is tussen cloud (opslag en berekening in het datacenter) en edge computing (berekening dicht bij de databron).

Net als bij de ontwikkeling van de dataruimte voor de maakindustrie gaat het om het versterken van de kerncapaciteiten van de EU op het gebied van digitale technologieën als cruciale motor voor de digitale transformatie van de publieke en private sector. De Europese Unie investeert onder meer in infrastructuren en instrumenten voor het delen van data en kunstmatige intelligentie. Met onder meer het starten van grootschalige proefprojecten zal een bijdrage worden geleverd aan deze doelstelling.

Het doel is om op grote schaal innovatie, en duurzame en veilige grensoverschrijdende diensten te lanceren in daarvoor specifiek geselecteerde sectoren (gezondheid, mobiliteit, publiek). Hierbij zijn diversiteit zowel geografisch als qua use-cases belangrijk om de veelzijdigheid en robuustheid aan te tonen. Het project zal als showcase voor de EU fungeren en de toegevoegde waarde inzichtelijk maken.

2.3 Test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie

Het onderwerp Test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie (hierna: TEF) levert een bijdrage aan de doelstelling ‘kunstmatige intelligentie’ (AI) van het programma DIGITAL. Zo bevordert de TEF het gebruik van nieuwe AI gebaseerde innovaties voor industriële productieomgevingen, zoals productie optimalisatie oplossingen en collaboratieve robots. Met de onderhavige subsidiemodule kan subsidie worden verleend voor projecten die een bijdrage leveren aan deze TEF. Het doel is de realisatie en het beschikbaar stellen van een grootschalige TEF waarmee nieuwe AI-gebaseerde oplossingen en producten in werkelijke industriële productie-omgevingen getest kunnen worden. Het op schaal testen is een belangrijke stap om deze oplossingen naar de markt te kunnen brengen.

3. Staatssteun

De subsidies voor de toegevoegde onderwerpen die worden verstrekt op grond van deze subsidiemodule kwalificeren als staatssteun in de zin van het EU-Werkingsverdrag. De subsidie voor de TEF wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25, 27 en 28 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. De subsidies voor de dataruimten voor de maakindustrie en voor grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten worden verleend met toepassing van de Algemene de-minimisverordening.

4. Regeldruk

4.1 Algemeen

Alle aanvragers van subsidie moeten in eerste instantie een aanvraagformulier inclusief projectplan en begroting bij de Europese Commissie indienen. Alle ontvangers van subsidie zullen vervolgens moeten voldoen aan de verplichtingen van de verordening Digitaal Europa, eventueel aanvullende verplichtingen in de subsidieovereenkomsten met de Europese Commissie, het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies en de RNES. Er wordt bij deze regeling niet afgeweken van de standaardbepalingen en -formulieren, die zijn ingericht op minimale administratieve lasten.

Er dient gedurende de looptijd van een project meerdere malen aan de Europese Commissie gerapporteerd te worden. De intervallen worden vastgelegd in het contract van het consortium met de Europese Commissie. De subsidieontvanger informeert RVO met de rapportage, zoals ingediend bij de Commissie, over de voortgang van het project. Bij afronding van het project gelden de vereisten van de Commissie ten aanzien van de eindrapportage. Deze eindrapportage is voor RVO de basis om tot een (inhoudelijk en financieel) eindoordeel te komen over het gerealiseerde project. De eindrapportage voor de Europese Commissie dient vergezeld te gaan van een rapport van bevindingen. Nederland stelt hier dus géén aanvullende eisen om de regeldruk voor indieners zo beperkt mogelijk te houden.

4.2 Berekening regeldruk
4.2.1 Inleiding

Het Ministerie van EZK heeft de onderhavige subsidiemodule zo regeldrukarm mogelijk vorm gegeven. RVO beoordeelt de aanvragen op basis van het oordeel van de Europese Commissie en er worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. De aanvrager hoeft derhalve voor de aanvraag van nationale cofinanciering aan minimale administratieve verplichtingen te voldoen. De administratieve lasten zijn in kaart gebracht voor de TEF, de data ruimte voor de maakindustrie en de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten.

De regeldrukkosten die uit deze regeling voortvloeien betreffen:

  • Kennisnamekosten;

  • Kosten in verband met het indienen van de aanvraag;

  • Kosten in verband met de uitvoering;

  • Kosten in verband met monitoring en evaluatie.

Bij het inschatten van de regeldrukkosten is uitgegaan van een gemiddeld uurtarief van € 60.

4.2.2 Verwacht aantal aanvragen

Op basis van eerdere ervaringen met vergelijkbare subsidiemodules en diverse belangstellingsregistraties in het veld is de verwachting dat er drie consortia belangstelling hebben voor het onderdeel TEF en hiervan kennis zullen nemen. Voor de projecten met betrekking tot de dataruimte voor de maakindustrie gaat het om zes belangstellende partijen en kennisnames en met betrekking tot de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten om tien. Voor aanvragen voor de TEF is de intentie van de Europese Commissie één aanvraag te honoreren van een consortium. Dit consortium dient de aanvraag in, voert het project uit en zal hierover eindverantwoording afleggen en monitoren. Voor projecten met betrekking tot de dataruimte voor de maakindustrie zal de Europese Commissie naar verwachting twee aanvragen honoreren en voor grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten zijn dit drie aanvragen. Hierbij is slechts sprake van een kleine administratieve handeling. De Europese Commissie verricht reeds een beoordeling van de aanvragen en rangschikt deze van hoog naar laag. RVO volgt deze rangschikking.

4.2.3 Kennisnamekosten

Bedrijven die een aanvraag willen indienen zullen zich op de hoogte moeten stellen van de eisen waaraan zij moeten voldoen. De eenmalige kennisnamekosten komen naar verwachting uit op € 540 per aanvraag voor de TEF, € 1.440 voor de dataruimte voor de maakindustrie en € 2.400 voor grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten.

4.2.4 Kosten in verband met indienen van de aanvraag

De regeldrukkosten in verband met het indienen van de aanvraag voor de TEF worden ingeschat op € 420 waarbij één aanvraag via een consortium zal worden ingediend. Voor de dataruimte voor de maakindustrie bedragen deze kosten € 1.080 en voor de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten € 1.620.

4.2.5 Kosten in verband met de uitvoering

Daarnaast zijn er kosten die verband houden met de uitvoerig van de verplichtingen die voortkomen uit de regeling, zoals urenregistratie en kennisoverdracht. Voor de TEF worden deze kosten ingeschat op € 240, voor de dataruimte voor de maakindustrie bedragen deze kosten € 480 en voor de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten € 720.

4.2.6 Eindverantwoording (voor vaststelling)

Voor de TEF voor productie worden deze kosten ingeschat op € 3.240. Voor de dataruimte voor de maakindustrie bedragen deze kosten € 6.600 en voor de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten € 9.900.

4.2.7 Kosten in verband met monitoring en evaluatie

Tenslotte is er sprake van regeldrukkosten als gevolg van monitoring en het schrijven van tussentijdse rapportages en dienen de aanvragers mee te werken aan evaluatie en effectmeting. De regeldrukkosten die hieruit voortvloeien worden voor de TEF ingeschat op € 540. Voor de dataruimte voor de maakindustrie bedragen deze kosten € 1.440 en voor de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten € 2.160.

4.2.8 Totale administratieve lasten

De totale regeldrukkosten komen voor de TEF op € 4.980 (0.10%). Voor de dataruimte voor de maakindustrie komen de totale kosten op € 11.040 (1.84%). Voor de grootschalige proefprojecten voor cloud-to-edge diensten komen de totale regeldrukkosten op € 16.800 (2.80%).

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Uitvoering

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert deze subsidiemodule uit namens de Minister van EZK. Naast de afhandeling van de aanvragen betekent dit ook dat RVO toezicht houdt op de naleving van de subsidievoorwaarden. RVO heeft de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van de subsidiemodule getoetst. Deze subsidiemodule wordt uitvoerbaar, handhaafbaar en gebruikersvriendelijk geacht.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A (artikel 3.28.1)

In dit onderdeel zijn de begripsbepalingen opgenomen voor de drie onderwerpen die in de onderhavige subsidiemodule in artikel 3.28.1 worden opgenomen. Het gaat dan om de onderwerpen dataruimte voor de maakindustrie, grootschalig proefproject voor cloud-to-edge-diensten en test- en experimenteerfaciliteit voor de maakindustrie.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3.18.2)

Dit onderdeel regelt de opname van de drie nieuwe onderwerpen(projecten) in artikel 3.18.2 waarvoor een subsidie kan worden verkregen.

Artikel I, onderdeel C (artikel 3.28.3)

In dit onderdeel wordt de maximale hoogte van de subsidie voor de toegevoegde onderwerpen geregeld.

Artikel I, onderdeel E (artikel 3.28.10)

Dit onderdeel wijzigt artikel 3.28.10. In het eerste lid wordt toegevoegd dat ook subsidies die verstrekt worden voor de onderwerpen dataruimte voor de maakindustrie en grootschalig proefproject voor cloud-to-edge-diensten staatssteun bevatten en worden gerechtvaardigd door de Algemene de-minimisverordening. In het tweede lid wordt toegevoegd dat ook een subsidie voor de TEF staatssteun bevat die wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25, 27 en 28 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel II

Dit artikel wijzigt de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 zodat voor de onderwerpen ‘de markt voor cloud-to-edge-diensten’ en ‘Europese digitale-innovatiehub’ tot en met 15 november 2022 subsidie aangevraagd kan worden. De verlenging is nodig omdat er vertraging was opgelopen in de subsidieverlening van de Europese Commissie en het voor aanvragers niet meer mogelijk was om voor 30 september 2022 een aanvraag in te dienen.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden. Ook wordt afgeweken van de systematiek dat een ministeriële regeling minimaal twee maanden voordien bekend moet worden gemaakt. Dit is op zichzelf geen probleem nu het gaat om de introductie van een aantal onderwerpen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd maar waarvoor de openstelling pas later zal plaatsvinden. Voor de mogelijke aanvragers geldt dat zij nu al van de inhoud van de regeling op de hoogte worden gebracht.

Voor de gewijzigde openstelling opgenomen in artikel II geldt dat deze noodzakelijk is om de aanvragers voor subsidie voor de onderwerpen ‘de markt voor cloud-to-edge-diensten’ en ‘Europese digitale-innovatiehub’ alsnog in staat te stellen om subsidie aan te vragen. Omdat de openstelling voor deze onderwerpen eindigt op 30 september 2022 en deze wijziging niet voordien in werking kan treden wordt de openstelling met terugwerkende kracht gewijzigd.

De doelgroep heeft in beide gevallen baat bij een spoedige inwerkingtreding van de wijzigingen die in deze regeling zijn opgenomen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven