Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 26 juni 2018, kenmerk 1355023-177350-PZo, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2019 en verder

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 17 april 2018 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II, 2017–2018, 29 282, nr. 307);

Besluit:

Artikel 1: werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op activiteiten, ten behoeve van het beschikbaar hebben van zorg als bedoeld in artikel 2 van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG, en onderdeel B, onder 1, sub a en b, van de bijlage bij dat besluit.

Artikel 2: verstrekken beschikbaarheidbijdrage

De Nederlandse Zorgautoriteit verstrekt jaarlijks beschikbaarheidbijdragen op basis van de verdeelplannen en opleidingsoverzichten die gelden in het desbetreffende jaar vanaf 2019 voor activiteiten als bedoeld in artikel 1 door daartoe erkende zorgaanbieders, op vergelijkbare wijze als omschreven in de Aanwijzing beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2013 (Stcrt. 2012, 20041). Zij neemt bij de berekening van de beschikbaarheidbijdragen de bedragen genoemd onder artikel 3 als uitgangspunt.

Artikel 3: hoogte bedragen per fte in 2019 en verder (prijspeil 2017)

3.1. Vervolgopleidingen in academische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen

Vervolgopleiding

Academische ziekenhuizen

Algemene ziekenhuizen

Anesthesiologie,

cardiologie,

cardio-thoracale chirurgie, dermatologie en venerologie, heelkunde,

interne geneeskunde,

kaakchirurgie,

keel-neus-oorheelkunde, kindergeneeskunde,

klinische genetica,

klinische geriatrie in ziekenhuiszorg,

longziekten en tuberculose, maag-darm-leverziekten, medische microbiologie, neurochirurgie,

neurologie,

nucleaire geneeskunde,

obstetrie en gynaecologie, oogheelkunde,

orthodontie,

orthopedie,

pathologie,

plastische chirurgie,

radiologie,

radiotherapie,

reumatologie,

urologie

€ 133.800

0 t/m 49 aios*

€157.400

50 t/m 149 aios*

€146.400

Vanaf 150 aios*

€132.000

Psychiatrie in ziekenhuiszorg en SEH-arts

€ 133.800

€ 132.700

Revalidatiegeneeskunde, klinische chemie,

klinische fysica en

ziekenhuisfarmacie

€ 133.800

€ 132.000

* per instelling in fte

3.2. Vervolgopleidingen in revalidatiecentra, categorale instellingen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg

Vervolgopleiding

Revalidatiecentra

Categorale instellingen

Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg

Klinische fysica,

neurologie en

radiotherapie

 

€ 133.800

 

Klinische geriatrie in ggz

   

€ 63.900

Psychiatrie in ggz

   

€ 49.900

Revalidatiegeneeskunde

€ 132.700

   

Arts voor verstandelijk gehandicapten

 

€ 61.700

 

Medische microbiologie, pathologie,

Orthopedie en oogheelkunde

 

€ 157.400

 

Reumatologie

€ 157.400

   
3.3. Overige vervolgopleidingen geestelijke gezondheidszorg

Vervolgopleiding

Academische ziekenhuizen

Overige zorgaanbieders

Gezondheidszorgpsycholoog

€ 30.500

€ 30.300

Klinisch neuropsycholoog

€ 60.100

€ 60.100

Klinisch psycholoog

€ 37.200

€ 36.900

Psychotherapeut

€ 50.300

€ 49.900

Verpleegkundig specialist ggz

€ 35.400

3.4. Vervolgopleidingen tot huisarts, specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten via SBOH

Vervolgopleiding

 

Huisarts

€ 91.400

Specialist Ouderengeneeskunde

€ 81.700

Arts voor verstandelijk gehandicapten

€ 84.500

3.5. Vervolgopleidingen tot sportarts

Vervolgopleiding

 

Sportgeneeskunde

€ 113.000

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Deze aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) betreft de beschikbaarheidbijdrage voor de jaren 2019 en verder voor (medische) vervolgopleidingen.

De kern van de aanwijzing betreft de bedragen vermeld in artikel 3 die de NZa als uitgangspunt dient te hanteren bij de berekening van de beschikbaarheidbijdrage.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven