Instellingsbesluit baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf

De Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Minister van Financiën,

Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;

Gelet op artikel 10, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en artikel 6 van de Regeling agentschappen;

Besluiten:

Artikel 1. Instelling

  • 1. Aan het Rijksvastgoedbedrijf, de fusiedienst van de Rijksgebouwendienst, de Dienst Vastgoed Defensie, de directie Rijksvastgoed en het Rijksvastgoed en -ontwikkelingsbedrijf, wordt de status van baten-lastenagentschap verleend, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

  • 2. De tenaamstelling van het baten-lastenagentschap komt te luiden: Rijksvastgoedbedrijf.

  • 3. Het baten-lastenagentschap ressorteert onder de Minister voor Wonen en Rijksdienst.

Artikel 2. Intrekking

Het Instellingbesluit tijdelijke baten-lastendienst Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf van 19 augustus 2010, het Instellingsbesluit baten-lastendienst Domeinen Onroerende Zaken van 16 december 2007 en het Instellingsbesluit baten-lastendienst Rijksgebouwendienst van 25 augustus 1998 worden ingetrokken.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2016.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 januari 2016

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

TOELICHTING

De vorming van het Rijksvastgoedbedrijf komt voort uit het streven naar een Compacte Rijksdienst. Met het project 13 van het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst is een verkenning gehouden naar mogelijkheden om bij de inzet van rijksvastgoed besparingen en hogere maatschappelijke en economische rendementen te bereiken. Eén van de richtinggevende uitgangspunten betrof de vorming van een doelmatige en efficiënte organisatie (in termen van kosten en van expertise) door verdergaande samenwerking in de uitvoering en waar zinvol samenvoeging van taken in één organisatie die verantwoordelijk is voor vastgoed in het kader van Rijkshuisvesting en voor beheer, verkoop en ontwikkeling van overtollig vastgoed.

De Ministerraad heeft in november 2011 besloten tot de oprichting van het Rijksvastgoedbedrijf per uiterlijk 1 januari 2014, met op termijn de aansluiting van relevante vastgoeddelen van andere ministeries. Specifiek werd hierbij gedoeld op de aansluiting van vastgoeddelen van het ministerie van Defensie. Na afronding van de reorganisatie van Defensie in 2014/2015 zou worden besloten welke resterende of relevante delen eveneens aanhaken. In overleg tussen de minister voor Wonen en Rijksdienst en de minister van Defensie is in 2013 besloten niet te wachten op de afronding van de reorganisatie, maar per direct te participeren in de vorming van het Rijksvastgoedbedrijf.

Op basis van gelijkwaardigheid is het Rijksvastgoedbedrijf per 1 juli 2014 gevormd uit de vastgoedonderdelen van het ministerie van Defensie -waarvan de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) het grootste onderdeel is, de Rijksgebouwendienst (Rgd), het Rijksvastgoed en -ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de directie Rijksvastgoed van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Met de fusie is invulling gegeven aan het ministerraadbesluit en het besluit van de ministers voor Wonen & Rijksdienst en van Defensie. De agentschapsvorming per 1 januari 2016 is een logische vervolgstap.

De instellingsbesluiten van de afzonderlijke agentschappen worden met dit besluit ingetrokken. Aangezien met de vorming van het RVOB het oude instellingsbesluit Domeinen Onroerende Zaken niet is ingetrokken wordt dit nu alsnog gedaan. Voor Dienst Vastgoed Defensie (en haar voorloper de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, ofwel DGW&T) zijn geen vigerende instellingsbesluiten van kracht. DGW&T verkreeg per 1996 de agentschapstatus (TK 23 181, nr. 2). En is in 2006 opgegaan in de DVD (TK 30 800 X, nr. 2). Per 2015 was de ministeriele verantwoordelijkheid voor DVD reeds overgegaan naar de minister voor W&R (TK 31 490, nr. 163).

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven