In de praktijk is gebleken dat de huidige formulering van artikel
110a van het Besluit stralingsbescherming (hierna: Bs) er voor zorgt dat in
sommige gevallen bepaalde verwerkingsprocessen van afvalstoffen van natuurlijke
bronnen binnen een bedrijf onbedoeld geen doorgang meer kunnen vinden. Artikel
110 a van het Bs was juist bedoeld om het mengen van afval van natuurlijke
bronnen wel mogelijk te maken indien dat mengen onderdeel uitmaakt van het
normale verwerkingsproces van een bedrijf. Dit houdt in dat door het mengen het
aantal handelingen in het verwerkingsproces van afvalstoffen van natuurlijke
bronnen wordt beperkt om zodoende de stralingsbelasting zo laag mogelijk te
houden.
De huidige formulering van artikel 110a van het Bs leidt ertoe dat
het mengen van afvalstoffen van natuurlijke bronnen ook als onderdeel van een
normaal verwerkingsproces niet is toegestaan.
In de voorloper van de huidige Regeling natuurlijke bronnen van
ioniserende straling 2008 stond een artikel dat bijna gelijkluidend was aan het
nieuwe artikel 8a, namelijk het vervallen artikel 9 van de (tijdelijke)
Regeling natuurlijke bronnen van ioniserende straling, die mede gebaseerd was
op artikel 124 van het Bs. Een deel van die regeling is overgeheveld naar het
Bs, maar abusievelijk is de uitzondering op het verbod niet mede overgeheveld
naar dat besluit.
Nu een aantal verwerkingsmethoden voor radioactieve afvalstoffen
van natuurlijke bronnen als gevolg van dat verzuim is komen stil te liggen, is
het noodzakelijk opnieuw ingevolge artikel 124 van genoemd besluit, in
afwachting van een spoedig in procedure te brengen definitieve regeling ervan
in genoemd besluit, een oplossing voor het nijpende probleem te bieden. Door
middel van het nieuwe tijdelijke artikel 8a zal de normale procesgang doorgang
kunnen vinden, ook al zou dit in feite menging van afvalstoffen inhouden. Zo
zal een boot die langs booreilanden vaart, de sludges aldaar in een tank kunnen
verzamelen, ook al zou dit ‘mengen’ inhouden. Ook is het daarmee toegestaan om
voorraden die tot dusverre, na scheiding van natuurlijke bronnen met
verschillende activiteitsconcentraties, verzameld zijn in grote vaten die nog
niet vol zijn, af te vullen met natuurlijke bronnen zonder scheiding. Een en
ander is echter ingevolge artikel 8a alleen toegestaan indien wordt aangetoond
dat het mengen geen groter gevaar of grotere schade of hinder veroorzaakt dan
in het geval dat het radioactief afval van natuurlijke bronnen niet zou worden
gemengd. Sommige vaten en dergelijke zullen wat meer radioactiviteit bevatten,
maar andere juist veel minder. Bij de beoordeling van de omvang van het aspect
gevaar, schade of hinder dient het gehele vervolgtraject te worden beschouwd,
dus inclusief de verdere verwerking en de eventuele eindberging.
Artikel 8a behelst dus een tijdelijke afwijking van het verbod in
artikel 38, vijfde lid, en van artikel 110a van het Bs om radioactieve
afvalstoffen te mengen met het doel de activiteitsconcentratie van de stoffen
te verlagen. Zoals uit de bewoordingen van artikel 110a van het Bs blijkt, valt
onder dit verbod echter niet het mengen van radioactieve afvalstoffen afkomstig
van natuurlijke bronnen zonder dat dit als doel heeft de
activiteitsconcentratie van die stoffen te verlagen. In dat geval is er dus
geen sprake van een afwijking van het verbod van artikel 38, vijfde lid, en
artikel 110a van het Bs en is het mengen dus toegestaan.
De regelingheeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor
het bedrijfsleven.
De regeling hoeft niet te worden genotificeerd omdat er geen nieuwe
eisen worden gesteld.
Tot slot zij vermeld dat de regeling ingevolge artikel 124, eerste
lid, van het Bs vervalt een jaar nadat zij in werking is getreden, of, indien
binnen die termijn een wijziging van de betrokken bepaling van dat besluit
(artikel 110a) in werking is getreden, op het tijdstip waarop die wijziging in
werking treedt. Bij ministeriële regeling kan de termijn ingevolge datzelfde
artikellid eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd. In artikel 8a,
tweede lid, van de onderhavige regeling is de tijdelijkheid van artikel 8a
geregeld.