Wet van 6 juli 2011 tot wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie van schadelijke stof, de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks, de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van toezichthouders en enige andere onderwerpen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en 1978, 187), zoals gewijzigd en aangevuld bij het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188) en het op 13 februari 2004 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, met Bijlage, Aanhangsels en Resoluties (Trb. 2004, 256) noodzakelijk, en met het oog op de aanpassing van de definitie van schadelijke stof en de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van toezichthouders wenselijk is de Wet voorkoming verontreiniging door schepen te wijzigen en in verband daarmee de Wet op de economische delicten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel h komt te luiden:

h. schadelijke stof:

stof die valt onder het toepassingsbereik van Bijlage I, II, III, IV of V van het Verdrag.

2. Onder verlettering van de onderdelen i tot en met w tot onderdelen k tot en met y, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

i. ballastwater:

water met daarin zwevende deeltjes dat aan boord wordt genomen teneinde de trim, helling, diepgang, stabiliteit van of krachten op het schip te beheersen;

j. sedimenten:

alle bezinksels uit het ballastwater van een schip;

3. Onderdeel r (nieuw) komt te luiden:

r. lozen:

elk vrijkomen van een schip van schadelijke stoffen, ballastwater of sedimenten, hoe ook veroorzaakt, waaronder begrepen ontsnappen, overboord zetten, wegvloeien, weglekken, pompen of ledigen;

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt onder verlettering van onderdeel b tot onderdeel c, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. verboden lozingen van ballastwater en sedimenten vanaf schepen;.

2. In het vierde lid wordt «het eerste lid, onderdeel b» vervangen door: het eerste lid, onderdeel c.

C

Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een schip dat zijn haven aandoet,» ingevoegd: niet zijnde een pleziervaartuig waarmee niet meer dan twaalf passagiers mogen worden vervoerd of vissersvaartuig,.

2. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van de pleziervaartuigen of vissersvaartuigen, bedoeld in het eerste lid, regels worden gesteld, waarbij de exploitant van een schip aan de beheerder of beheerders van één of meer van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde havens een periodieke vergoeding is verschuldigd, ongeacht het aantal malen dat het schip één of meer van die havens aandoet.

D

In artikel 11, eerste lid, wordt «het vervoer van schadelijke stoffen en gedragingen» vervangen door: het vervoer van schadelijke stoffen, andere stoffen en gedragingen.

E

In artikel 12c wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De kapitein van een schip als bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels ten aanzien van het voorwassen van een tank waaruit schadelijke stoffen zijn gelost.

F

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Met het toezicht op de naleving, bedoeld in het eerste lid, zijn voorts belast andere bij regeling van Onze Minister voor bepaalde taken aangewezen personen. Indien dit personen betreft die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de minister van Verkeer en Waterstaat, behoeft de aanwijzing de instemming van degene onder wiens verantwoordelijkheid zij werken.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het toezicht op de naleving.

G

Het opschrift van Hoofdstuk V, paragraaf 4, komt te luiden: §4. Ontheffingen, vrijstellingen en aantekeningen in een journaal.

H

Artikel 35 komt te luiden:

Artikel 35

  • 1. Bij regeling van Onze Minister kan voor schepen van een bepaalde categorie, met inachtneming van hetgeen dienaangaande in het Verdrag of een ander bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen verdrag ter uitvoering waarvan krachtens deze wet regels worden gesteld is bepaald, zonodig onder het geven van voorschriften en beperkingen, vrijstelling worden verleend van één of meer van de bij of krachtens de artikelen 5, eerste lid, onderdeel b of c, 7 of 10 gestelde eisen.

  • 2. Onze Minister is bevoegd om in bijzondere gevallen, met inachtneming van hetgeen dienaangaande in het Verdrag of een ander bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen verdrag ter uitvoering waarvan krachtens deze wet regels worden gesteld is bepaald, zo nodig onder het geven van voorschriften en beperkingen, een ontheffing te verlenen van de bij of krachtens de artikelen 5, eerste lid, onderdeel b of c, 7, 10 of 12c, tweede lid, gestelde eisen.

  • 3. Een gedraging in strijd met de in het eerste of tweede lid bedoelde voorschriften en beperkingen is verboden.

I

In Hoofdstuk V, paragraaf 4, wordt na artikel 35a een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 35b

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de aantekeningen die Onze Minister in een bij of krachtens die maatregel aangewezen journaal maakt.

  • 2. De krachtens het eerste lid gestelde regels zijn ook van toepassing op buitenlandse schepen.

ARTIKEL II

In artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet voorkoming verontreiniging door schepen «de artikelen 5, eerste lid, 12, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 12b, eerste lid, 12c, eerste lid, en 12e, eerste lid, 13, 13a, eerste, tweede, derde en vierde lid, 23, eerste, tweede en vierde lid, 35, derde lid, 35a, derde lid en 36a, eerste lid» vervangen door: de artikelen 5, eerste lid, 12, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 12b, eerste lid, 12c, eerste en tweede lid, 12e, eerste lid, 13, 13a, eerste, tweede, derde en vierde lid, 23, eerste, tweede en vierde lid, 35, derde lid, 35a, derde lid en 36a, eerste lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 6 juli 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de dertigste augustus 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 375

Naar boven