Besluit van 19 februari 2005, houdende de overdracht van de zorg voor de Wet op
de kansspelen
Wij Beatrix, bij de
gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
enz. enz.
Op de voordracht van Onze
Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 7 februari 2005,
nr. 05M471438;
Gelet
op artikel 44, eerste lid, van de
Grondwet;
Hebben goedgevonden en
verstaan:
Artikel 1
De zorg voor
de Wet op de kansspelen en voor de op deze wet gebaseerde regelgeving
gaat, voor zover deze thans behoort tot de taak van Onze Ministers van
Financiën, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over naar Onze Minister van
Justitie.
Artikel 2
Dit besluit
treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze
Ministers van Financiën, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie zijn belast
met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 19
februari
2005
Beatrix
De
Minister-President, Minister van
Algemene Zaken,
J. P. Balkenende
Uitgegeven de derde maart 2005
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Op dit moment zijn vier ministers betrokken bij de
verlening van vergunningen op grond van de Wet op de kansspelen. De
Minister van Justitie heeft, mede namens de Minister van Economische
Zaken en de Staatssecretaris van Financiën, bij brief van 31
maart 2003 de tweede voortgangsrapportage kansspelen aan de Voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden (Kamerstukken II
2002/03, 24 036 en 24 577, nr. 280). Hierin is aangegeven dat het
wenselijk wordt geacht het beleid en de uitvoering ten aanzien van het
kansspelenbeleid te concentreren bij één ministerie.
Daarbij is gekozen voor het ministerie van Justitie. Het doel van deze
concentratie is om tot een slagvaardiger beleid met minder
versnippering van verantwoordelijkheden en bevoegdheden te komen en om
het risico van belangenverstrengeling te
vermijden.
Ingevolge het onderhavige besluit
wordt de verantwoordelijkheid voor het beleid, de regelgeving en de
uitvoering in het kader van Titel II (De staatsloterij), Titel IIa (De
instantloterij), Titel III (Sportprijsvragen), Titel IVa (De lotto) en
Titel IV (De totalisator) van de Wet op de kansspelen overgedragen van
respectievelijk de Minister van Financiën, de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit aan de Minister van Justitie.
Daarmee
wordt vooruitgelopen op de aangekondigde herziening van de Wet op de
kansspelen, die in de tweede voortgangsrapportage kansspelen is
aangekondigd.
Vorig jaar is reeds een aanvang
gemaakt met de concentratie van de beleids- en uitvoeringstaken bij het
ministerie van Justitie. Bij besluit van 23 februari 2004, houdende de
overdracht van de zorg voor de Wet op de kansspelen (Stb. 78) heeft de
overdracht van de zorg voor de Wet op de kansspelen van de Minister van
Economische Zaken aan de Minister van Justitie plaatsgevonden.
Ingevolge dit besluit heeft de Minister van Justitie reeds de volledige
verantwoordelijkheid voor het beleid, de regelgeving en de uitvoering
in het kader van Titel IVb (Casinospelen) en Titel Va (Speelautomaten)
van de Wet op de kansspelen gekregen. Met het onderhavige besluit wordt
de verantwoordelijkheid voor het kansspelenbeleid en de uitvoering
hiervan volledig bij de Minister van Justitie
geconcentreerd.
Het ministerie van
Financiën blijft verantwoordelijk voor het beheer van de
Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS). Om die reden
blijft de Minister van Financiën in de toekomst beschikken over
de beheersbevoegdheden met betrekking tot de SENS. Deze bevoegdheden
zijn zoveel mogelijk in de statuten verankerd. Enkele bevoegdheden
raken echter zowel het kansspelenbeleid als het beheer en vergen
overleg tussen beide bewindspersonen. Na de overdracht van taken zullen
daarom enkele beheersbevoegdheden in de Beschikking Staatsloterij tot
de bevoegdheid van de Minister van Financiën (blijven) behoren.
Om te voorkomen dat deze bevoegdheden als gevolg van het onderhavige
besluit worden overgedragen aan de Minister van Justitie, zal de
Beschikking Staatsloterij na de inwerkingtreding van dit besluit aan de
nieuwe bevoegdheidsverdeling worden aangepast.
Het onderhavige besluit heeft onmiddellijke werking. Na
inwerkingtreding van het besluit dient overal waar in de Wet op de
kansspelen en de daarop gebaseerde regelgeving bevoegdheden aan
respectievelijk de Minister van Financiën, de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit zijn toebedeeld, «de Minister van
Justitie» te worden gelezen in plaats van «de Minister
van Financiën», «de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport» en «de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit». Bij de algehele herziening van de Wet op de
kansspelen zal de tekst van de wet en de daarop gebaseerde regelgeving
dienovereenkomstig worden aangepast.
De
Minister-President, Minister van
Algemene Zaken,
J. P. Balkenende