Besluit van 5 juli 2001, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet bescherming persoonsgegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, mede namens Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, van 3 juli 2001, nr. 5105953/01/6;

Gelet op artikel 82 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens (Stb. 302) treedt in werking met ingang van 1 september 2001 met dien verstande dat de inwerkingtreding van artikel 3, onderdeel c, van het Meldingsbesluit Wbp op een later bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip wordt bepaald.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 juli 2001

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de negentiende juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven