Vragen van de leden Middendorp en Lodders (beiden VVD) aan de Ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over agrarische
panden (ingezonden 20 januari 2020).
Vraag 1
Herkent u het beeld dat pachters van agrarische hoeven grote zorgen en veel onzekerheden
ervaren over de in sommige gevallen erbarmelijke staat van hun hoeve? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke manier zet u zich in om deze zorgen weg te nemen?
Vraag 2
Deelt u de mening dat 130 klachten op een totaal van 164 hoeven1, voldoende reden moet zijn om alles op alles te zetten om daadwerkelijk zo snel als
mogelijk over te gaan op herstelwerkzaamheden voor al deze hoeven? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, graag een toelichting?
Vraag 3
Vindt u zich, gezien datgene geschetst in vraag 1 en 2, een goede rentmeester?
Vraag 4
«In januari 2020 worden de inspecties voltooid en een plan van aanpak afgerond»; wanneer
wordt er nu daadwerkelijk begonnen met de herstelwerkzaamheden aangezien het Rijksvastgoedbedrijf
eerder heeft aangegeven de onderhoudsinspecties eind 2018 al rond te willen hebben?
Vraag 5
Kunt u toelichten hoe de Grondkamer aan pachters te kennen geeft op welke manier het
verzoek kan worden gedaan de pachtprijs te herzien? Hoeveel pachters van specifiek
deze 164 hoeven hebben de afgelopen jaren daadwerkelijk een herzieningsverzoek ingediend
bij de Grondkamer? En wat waren de uitkomsten van deze herzieningsverzoeken?
Vraag 6
Bent u bekend met de recente uitspraak van de Grondkamer over een geschil over de
hoogte van de pachtnorm tussen een Flevolandse pachter en het Rijksvastgoedbedrijf?2
Vraag 7
Wat zegt deze uitspraak over de pachtnormen nu blijkt dat er in deze specifieke zaak
door de Grondkamer alleen nog maar naar de doelmatigheid van de hoeve is gekeken en
nog niet naar de staat van de hoeve terwijl dit gebouw al ongeveer 70 jaar niet is
gerenoveerd? Zijn de pachtnorm en de systematiek om deze te berekenen nog wel adequaat
en actueel gezien de vergelijkbare staat van een groot aantal pachthoeven en deze
uitspraak van de Grondkamer? Zo ja, graag een toelichting? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de betrokkenen naar aanleiding van de uitspraak
van de Grondkamer? Erkent u dat de uitspraak van de Grondkamer voor andere pachters
terecht reden geeft ook naar de Grondkamer te stappen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
waarom wel?
Vraag 9
Komt de 1,6 miljoen euro die extra wordt vrijgemaakt voor de aanpak van achterstallig
onderhoud bovenop de structurele 0,5 miljoen en de eenmalige 1,3 miljoen die op dit
moment beschikbaar zijn voor de onderhoudswerkzaamheden?
Vraag 10
Kunt u een inschatting geven van de raming voor de totale kosten van het onderhoud?
En kunt u, als de definitieve raming bekend is, dit zo spoedig mogelijk met de Kamer
delen?
Vraag 11
Is de wijze waarop het beleid met betrekking tot het onderhoud van de hoeven vergelijkbaar
met de andere onderhoudstaken en onderhoudsniveaus van gebouwen in eigendom van het
Rijksvastgoedbedrijf? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Kunt u een toelichting geven op de uitgangspunten van het behoud van de hoeven op
basis van strategische gronden? Heeft dit specifiek te maken met hoeven, de gronden
of beide?
Vraag 13
Hoeveel van de 164 hoeven zijn strategisch?
Vraag 14
Kunt u toelichten hoe het behoudt van hoeven op basis van het mogelijk inzetten in
de toekomst van een verkoop tegen een marktconforme grondvergoeding voor de strategische
opgaven valt te rijmen met de huidige hoge te verwachten ramingen voor de noodzakelijke
en achterstallige herstelwerkzaamheden van de 164 hoeven?
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 952