35 600 Wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering)

Nr. 45 MOTIE VAN DE LEDEN DE GROOT EN VAN OTTERLOO

Voorgesteld 10 december 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

  • veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden direct een relatief hoge stikstofbelasting (kunnen) veroorzaken op deze gebieden;

  • deze Natura 2000-gebieden voor stikstof gevoelige natuur hebben;

  • de grootste veehouderijen van deze groep aanzienlijke stikstofbelasting (kunnen) veroorzaken;

  • de stikstofaanpak twee regelingen kent die vrijwillige beëindiging van de bedrijfsactiviteit van deze veehouderijen mogelijk maken;

  • één van deze regelingen actueel door de provincies wordt uitgevoerd;

overwegende dat:

  • stoppende veehouders nabij Natura 2000-gebieden de stikstofneerslag op Natura 2000-gebieden omlaag brengen door de bedrijfsactiviteit op de locatie te beëindigen;

  • de stikstofaanpak regelingen kent voor vrijwillige beëindiging die daarop gericht zijn;

  • het gericht uitkopen van veehouderijen die de relatief grootste belasting veroorzaken kosteneffectief is voor het verminderen van stikstofneerslag;

  • het wenselijk en mogelijk is om extra in te zetten op het bereiken van deze grote veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden;

  • de huidige regeling voor gerichte opkoop de productierechten van de stoppende veehouder inneemt en bovendien uitsluit dat een opgekochte veehouderij op een andere plaats wordt voortgezet;

  • dit een belemmering kan zijn voor de veehouder om deel te nemen aan de gerichte opkoop;

  • een eventuele doorstart van een veehouder op een andere locatie kansen biedt voor verdere verduurzaming;

verzoekt de regering:

  • om samen met de provincies gerichte actie te ondernemen om de grootste belasters nabij Natura 2000-gebieden te benaderen voor opkoop van het bedrijf;

  • de behaalde resultaten daarvan in de eerste tranche te evalueren en op basis daarvan in de tweede en derde tranche het verplaatsen van een bedrijf mogelijk maken onder de voorwaarde dat een bestaand bedrijf met dierrechten wordt overgenomen en dat er substantiële emissiereductie plaatsvindt;

  • op die manier in de tweede tranche het stoppersverbod uit de regeling te halen;

  • te onderzoeken wat de deelnamebereidheid is van veehouderijen, waaronder de veehouderijen die de grootste belasting op Natura 2000-gebieden veroorzaken, om hun bedrijf te beëindigen of te verplaatsen;

  • mogelijkheden uit te werken om verplaatsing te faciliteren in combinatie met een beëindigingsregeling;

  • de opbrengst hiervan in het structurele pakket op te nemen ten einde in elk geval de meldingsvrije activiteiten te kunnen legaliseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De Groot

Van Otterloo

Naar boven