Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2019
Hierbij doe ik u, zoals verzocht tijdens het debat over de Staat van de Unie op 7 februari
jl., een brief toekomen over de uitvoering van de motie van de leden Asscher en Buitenweg
over het afdwingen van volledige transparantie over de afzenders van politieke advertenties
bij Facebook (Kamerstuk 35 078, nr. 21).
Het kabinet onderschrijft het belang van vrije informatievergaring op basis waarvan
burgers hun politieke keuzes kunnen baseren. Transparantie over online politieke advertenties
helpt daarbij en techbedrijven hebben hier een belangrijke rol bij te spelen. Het
is dan ook positief dat niet alleen Facebook, maar ook Google, Twitter en Mozilla
zich met de ondertekening van de Europese gedragscode voor de aanpak van desinformatie
committeren maatregelen te nemen om de transparantie rond politieke advertenties te
bevorderen. De huidige Europese gedragscode is een vorm van zelfregulering van de
techbedrijven waarvan de uitvoering van de gedragscode nauwgezet wordt gemonitord.
Dat gebeurt maandelijks op Europees niveau op een transparante wijze d.m.v. openbare
rapportages.1 Zoals de Europese Commissie heeft aangegeven in reactie op de eerste rapportages
van techbedrijven moet de inzet van deze bedrijven geïntensiveerd worden. Dit geldt
o.a. op het gebied van transparantie van politieke advertenties, toegang tot data
van de platforms voor onderzoeksdoeleinden en het zorgen voor goede samenwerking tussen
de platforms en EU lidstaten door de contactpunten van het snelle waarschuwingssysteem
voor desinformatie (Rapid Alert System). Het kabinet onderschrijft deze zienswijze.
Het kabinet hecht bij de monitoring van techbedrijven sterk aan Europese en internationale
samenwerking en zal daarin ook zelf blijven bezien in hoeverre er voldoende aandacht
is voor de manieren waarop deze bedrijven desinformatie bestrijden. Hierbij vindt
het kabinet het van belang dat deze maatregelen de vrijheid van meningsuiting niet
in de weg staan.
Naar aanleiding van uw verzoek om uiterlijk drie weken voor de komende Provinciale
Statenverkiezingen bij Facebook de garantie af te dwingen volledige transparantie
over de afzender van politieke advertenties te geven, is er contact geweest met Facebook.
Daarbij heeft het kabinet Facebook uitdrukkelijk verzocht het traject met betrekking
tot transparantie van politieke advertenties te bespoedigen. Het kabinet en de Europese
Commissie beschikken momenteel niet over de bevoegdheid om dit af te dwingen. Facebook
heeft laten weten bezig te zijn met het uitrollen van aanvullende maatregelen t.a.v.
transparantie waarmee politieke advertenties als dusdanig worden gemarkeerd en een
digitale doorzoekbare bibliotheek beschikbaar komt met alle politieke advertenties.
Zij hebben de garantie gegeven deze maatregelen eind maart uit te rollen, in alle
EU lidstaten op hetzelfde moment, zodat dit gereed is voor de verkiezingen voor het
Europees parlement.
Politieke partijen kunnen daarnaast een voorbeeldrol vervullen in de transparantie
over hun online advertenties. Ik vind het wenselijk dat politieke partijen transparant
zijn rondom de advertenties die zij plaatsen in verkiezingstijd, maar ook daarbuiten.
Het onderwerp digitale politieke campagnes komt ook terug in het rapport van de Staatscommissie
Parlementair Stelsel. Het kabinet werkt aan een reactie op dit rapport. Daarnaast
kijkt het kabinet naar de mogelijkheden om regels over digitale campagnevoering in
de nieuwe Wet op de Politieke Partijen op te nemen, zoals microtargeting en het vergroten
van transparantie rond digitale campagnes.2 In dit kader laat het kabinet een internationaal vergelijkend onderzoek uitvoeren
naar de wet- en regelgeving in andere landen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren