Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2019
Op 6 juni jl. heb ik het verzoek van uw Kamer ontvangen om een reactie te geven op
de brief van het Colombia Platform, die ingaat op de recente doodsbedreigingen van
zes sociale leiders in Colombia die deelnamen aan het programma voor de algemene commissie
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik ben uiteraard bezorgd over
deze bedreigingen en veroordeel dit ten zeerste.
De Nederlandse ambassade in Bogotá heeft direct de Colombiaanse autoriteiten ingelicht,
te weten de Presidentieel Commissaris voor de Mensenrechten, het Ministerie van Defensie
en de Colombiaanse Ombudsman. De Colombiaanse autoriteiten zijn nadrukkelijk gewezen
op het belang van het uitvoeren van een gedegen onderzoek naar de herkomst en toedracht
van de bedreigingen en beschermende maatregelen om de veiligheid van de zes sociale
leiders te garanderen.
Naast de autoriteiten zijn ook de Nationale Beschermingseenheid, het VN-kantoor, de
Colombiaanse afdeling van het Institute for Human Rights and Business (CREER), de Nederlandse energiebedrijven en de mijnbouwbedrijven Drummond, Prodeco,
Cerrejón en CNR op de hoogte gebracht. De mijnbouwbedrijven namen op 16 mei jl. in
een publieke verklaring afstand van de bedreigingen. Daarin veroordelen ze de bedreigingen,
benadrukken ze de rol van de sociale leiders in het vredesproces en roepen ze de autoriteiten
op tot het nemen van maatregelen.
De mijnbouwbedrijven en de ambassade onderhouden contact met de Colombiaanse autoriteiten
over de bedreigingen en helpen vakbondsleiders bij de aanvraag van bescherming via
de Colombiaanse Beschermingseenheid.
Nederland volgt deze kwestie op de voet, ook in gesprekken met de autoriteiten. De
ambassade onderhoudt contact met de zes sociale leiders en de NGOs die hen ondersteunen.
In breder verband blijft Nederland de naleving van mensenrechten, de positie van mensenrechtenverdedigers,
sociale leiders en vakbondsactivisten agenderen, zowel bilateraal als in VN- en EU-kader.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag