Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35000-XIII nr. 82 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35000-XIII nr. 82 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2019
Hierbij bied ik u aan het Jaarverslag 2018 van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)1 met inbegrip van de begeleidende brief van de Inspecteur-generaal der Mijnen. SodM houdt toezicht op een breed scala aan onderwerpen: de opsporing, de winning en het transport van delfstoffen, de opslag van stoffen in de diepe ondergrond, de winning van aardwarmte en de veiligheid bij gasdistributienetten en windenergie op zee.
Het afgelopen jaar heeft SodM veel aandacht besteed aan de gaswinning en versterkingsopgave in Groningen. Verder was er aandacht voor zoutwinning, geothermie, de veiligheid van slimme gasmeters en nog vele andere onderwerpen. Hieronder beschrijf ik de kernpunten uit het jaarverslag en vervolgens ga ik in op enkele passages.
Gaswinning uit het Groningenveld
Voor de gaswinning in Groningen heeft SodM in 2018 drie adviezen uitgebracht.
In februari 2018 adviseerde SodM om de gaswinning zo snel mogelijk terug te brengen naar 12 miljard Nm3/jaar. Tevens gaf SodM het advies om de Loppersum-clusters te sluiten en bij het nabij gelegen Bierum-cluster de productiefluctuaties te beperken. Inzake de gaswinning in Groningen is door het kabinet besloten om deze op zo kort mogelijke termijn volledig te beëindigen, gezien de onaanvaardbare maatschappelijke effecten (Kamerstuk 33 529, nr. 457). Voor het beëindigen van de gaswinning is de Mijnbouwwet aangepast (Kamerstuk 34 957). In april 2018 heeft SodM over dit wetsvoorstel geadviseerd. Tot slot adviseerde SodM in juni 2018 over de versterkingsopgave in Groningen met als voornaamste aandachtspunt of de aanpak voldoende prioriteit geeft aan veiligheid.
In 2018 is opnieuw gekeken naar de door de commissie Meijdam geadviseerde veiligheidsnorm van een individueel risico van 10–5 per jaar (Kamerstuk 34 957, nr. 3). De veiligheidsnorm is verduidelijkt en heeft een plaats gekregen in de Mijnbouwregeling.
Zoutwinning
In mei 2018 heeft SodM de Staat van de Sector Zout uitgebracht. Hierin constateert SodM dat de visie en strategie voor mogelijke risico’s na zoutwinning zich in de beginfase bevinden. Ook constateert SodM geen acute veiligheidsrisico’s, maar vraagt wel aandacht voor bodemdaling, bodemverontreiniging als gevolg van lekkages en de gevaren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Daarnaast blijkt uit een rapport van het RIVM dat gebruik van diesel bij zoutwinning niet is uitgewerkt volgens de Europese stoffenwetgeving REACH. Dit betekent overigens niet dat zoutwinningsbedrijven geen maatregelen hebben genomen om risico’s voor mens en milieu tegen te gaan.2 SodM is een traject gestart om te zorgen dat in de toekomst wordt voldaan aan deze wet- en regelgeving.
Verder is in april 2018 een scheur ontstaan in het dak van een cavernecluster. Nedmag heeft beheersmaatregelen genomen en SodM constateerde geen acute veiligheidsrisico’s. SodM heeft mij geadviseerd om Nedmag onder het huidige winningsplan geen nieuwe putten te laten boren. Ik heb dit advies overgenomen. Nedmag heeft inmiddels een nieuw winningsplan ingediend voor twee nieuwe putten. Ik ben hierover in overleg met de betrokken overheden en SodM. Ik wil alleen instemmen met een nieuw winningsplan als duidelijk is dat de winning op een veilige en verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
Geothermie
Momenteel zijn er ongeveer twintig geothermiesystemen actief in Nederland. SodM houdt de professionalisering van de sector kritisch in het oog. Dit is belangrijk werk, waarbij de eisen proportioneel behoren te zijn aan de risico’s. In Limburg is een zeer kleine en daarna een wat sterkere aardbeving (KNMI heeft een magnitude van 2,0 op de schaal van Richter gemeten) geweest nabij een aardwarmteproject. Van nature is Limburg meer vatbaar voor tektonische aardbevingen dan andere gebieden in ons land. Er wordt onderzocht of deze aardbeving enige samenhang heeft met het geothermieproject. Lopende het onderzoek is het project uit voorzorg stilgelegd. Gezien de ambities met geothermie is het van groot belang om beter inzicht te hebben in de omvang van aardbevingen die zouden kunnen optreden door geothermie in Limburg en elders in Nederland. Daarom heb ik TNO gevraagd om een analyse en deze wordt binnenkort verwacht. Verder constateerde SodM dat de huidige Mijnbouwwet onvoldoende passend is voor geothermie, omdat de vergunningverlening voor de opsporingsfase en de winningsfase niet goed op elkaar aansluiten. Ik werk aan een wetsvoorstel voor een betere vergunningverlening voor geothermie (zie mijn brief van 8 februari 2018, Kamerstuk 31 239, nr. 282). Ik hoop dit wetsvoorstel aan het begin van 2020 aan uw Kamer aan te bieden.
Slimme gasmeters
Het afgelopen jaar speelden meerdere issues rond slimme gasmeters. Veel gasmeters zijn daarom vervangen. Op dit moment is door deze acties de veiligheid geborgd. Verder heeft SodM in 2018 onderzoek verricht naar de veiligheid van slimme gasmeters.
Verwijderen en hergebruik mijnbouwinstallaties op zee
SodM constateert in het jaarverslag een toenemend aantal uitgeproduceerde mijnbouwinstallaties op zee en dat tot op heden geen wettelijke termijn is gedefinieerd waarbinnen putten moeten zijn geabandonneerd en installaties verwijderd. Eind 2017 is het «Masterplan Decommissioning» opgesteld voor de ontmanteling van olie- en gaswinninginstallaties op zee. Dit masterplan is tot stand gekomen in samenwerking met EBN, Nopega, IRO en mijn ministerie. Daarnaast bereid ik een wetsvoorstel voor waarin onder meer regels worden gesteld aan het verwijderen van mijnbouwinstallaties en het stellen van financiële zekerheid.
Windenergie op zee
Op dit moment zijn vijf windparken operationeel in de Noordzee met een collectief vermogen van ongeveer 1 gigawatt (GW). In het Energieakkoord is afgesproken dat in 2023 een opgesteld vermogen van 4,5 GW aan windenergie op zee moet staan. In aanloop hierop is SodM bezig met de ontwikkeling van toezicht dat in verhouding staat tot de risico’s. SodM beschrijft dit in de staat van de sector windparken op zee. De verwachting is dat deze staat van de sector in 2019 wordt gepubliceerd. Ik kijk met belangstelling tegemoet naar de uitkomsten van deze staat van de sector.
Ondergrondse opslag
Inzake de opslag van stoffen in de diepe ondergrond heeft SodM in 2018 twee adviezen uitgebracht. In juli 2018 adviseerde SodM mij om in de winter het gasopslag volume van Norg optimaal in te zetten. In december 2018 adviseerde SodM om het drukbereik van de gasopslag Norg te verruimen, waardoor jaarlijks een gasvolume van 6 miljard m3 kan worden opgeslagen en teruggewonnen in plaats van 5 miljard m3. Daarnaast zal in de toekomst een grote rol zijn weggelegd voor de opslag van energie en deels zal dat ondergronds gebeuren. Om voldoende duidelijkheid en richting te kunnen geven aan wat daarbij wel en niet wenselijk is, bereid ik een visie voor op de ondergrondse opslag.
Energietransitie
SodM gaat ook aandacht besteden aan de energietransitie. Dat is een goede ontwikkeling en daarom zal SodM betrokken worden bij een eerste inventarisatie van risico’s die samenhangen met de energietransitie. De analyse, op mijn verzoek uitgevoerd door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid, wordt voor de zomer van 2019 verwacht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35000-XIII-82.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.