De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat met de nota van wijziging bij het wetsvoorstel versterking strafrechtelijke
aanpak terrorisme de voorlopige hechtenis zonder ernstige bezwaren voor een specifieke
categorie verdachten van een zwaar terroristisch misdrijf wordt verlengd;
overwegende dat het gevangenhouden van een verdachte zonder ernstige bezwaren inbreuk
op het recht op vrijheid betekent en hier uiterst terughoudend mee omgegaan dient
te worden;
overwegende dat strafrechtelijk onderzoek naar personen die verdacht worden van het
plegen van zware terroristische misdrijven in strijdgebieden in het buitenland, langere
tijd in beslag kan nemen door moeizame bewijsvergaring in dergelijke gebieden;
constaterende dat met deze nota van wijziging enige ruimte wordt geboden om de betreffende
maatregel ook toe te passen bij personen die verdacht worden van dezelfde zware misdrijven,
maar die niet hebben verbleven, of van wie niet duidelijk is of zij eerder hebben
verbleven in strijdgebieden in het buitenland;
overweegt dat toepassing bij verdachten van zware terroristische misdrijven die niet
hebben verbleven in een strijdgebied in het buitenland slechts te billijken is, indien
deze toepassing geschiedt in uitzonderlijke gevallen,
verzoekt de regering, het gebruik van deze maatregel in de praktijk derhalve kritisch
te volgen en de Kamer hierover jaarlijks te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Verhoeven
Van Toorenburg
Van der Graaf
Arno Rutte