Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2017
Afgelopen februari heb ik, mede naar aanleiding van het rapport van de Onderwijsinspectie
en het rapport van KBA/ResearchNed over de kwaliteit van burgerschapsonderwijs1 uw Kamer geïnformeerd over het belang om het burgerschapsonderwijs in het mbo te
versterken zodat jongeren actief en verantwoordelijk deel kunnen nemen aan de samenleving.
Om hier werk van te maken heb ik in deze brief aangekondigd samen met de MBO Raad
in te zetten op een burgerschapsagenda.
Ik informeer u met deze brief over de stand van zaken, zoals ik heb toegezegd tijdens
het Algemeen Overleg over burgerschap, seksuele diversiteit en dyslexie van 22 februari
jl. (Kamerstukken 34 550 VIII en 27 017 en 34 638, nr. 128). Tevens biedt ik u bijgaand de burgerschapsagenda aan2. Deze hebben OCW en de MBO Raad samen opgesteld. De agenda heeft een looptijd van
vier jaar: van oktober 2017 tot december 2021.
De afgelopen periode heb ik samen met de MBO Raad en andere betrokkenen gesprekken
gevoerd over de nodige maatregelen om het burgerschapsonderwijs naar een hoger plan
te brengen. De burgerschapsagenda bevat afspraken over de nodige doelen om te bevorderen
dat alle mbo-scholen kwalitatief goed burgerschapsonderwijs aanbieden. Hierbij is
het belangrijk dat optimale aansluiting bij de onderwijsbehoefte van de overigens
zeer diverse studentenpopulatie gewaarborgd is. Vanuit de burgerschapsagenda zal vooral
worden ingezet op de professionalisering van docenten, curriculumontwikkeling en kwaliteitsborging.
De uitwerking van de burgerschapsagenda voorziet ook in een antwoord op de motie Rog/Mohandis3, om een voorstel over een optimale voorbereiding en ondersteuning van docenten om
burgerschapslessen te geven.
Deze afspraken zijn niet vrijblijvend, maar vragen een gezamenlijke inspanning en
verantwoordelijkheid. Betrokkenheid van docenten, lerarenopleidingen, schoolleiders,
studenten, maatschappelijke- en culturele organisaties en lokale en regionale bestuurders
is hierbij van essentieel belang. OCW en de MBO-Raad bieden hierbij de scholen alle
nodige hulp en ondersteuning. Wij doen dat bijvoorbeeld door onderzoek te doen en
via het Netwerk burgerschap mbo goede praktijkvoorbeelden te verspreiden. In een tussentijdse-
en eindevaluatie gaan we na of we samen de gewenste doelen bereiken.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker