Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2016
Tijdens de behandeling van de begroting SZW 2016 in uw Kamer op dinsdag 1 (Handelingen
II 2015/16, nr. 31, item 26) en woensdag 2 december jongstleden (Handelingen II 2015/16, nr. 32, item 14) heeft een aantal leden van uw Kamer zorgen geuit over de stand van het cao-overleg
over de zogenoemde ketenbepaling in de Wet werk en zekerheid in sectoren waar seizoensgebonden
arbeid voorkomt. Ik heb daarop toegezegd een verkenner te zullen aanstellen om de
situatie in deze sectoren in kaart te brengen, die sociale partners met elkaar in
gesprek kan houden en indien nodig kan bemiddelen en tot slot daarover rapporteert.
Middels deze brief informeer ik u dat per 1 januari jongstleden de heer Lodewijk de
Waal is aangesteld als verkenner met als opdracht om bij belanghebbenden te inventariseren
tegen welke problemen men aanloopt als het gaat om seizoensarbeid in relatie tot de
ketenbepaling, wat hiervan de achtergrond is en wat de stand is als het gaat om onderhandelingen
tussen partijen om te komen tot een oplossing. De heer De Waal zal verkennen hoe binnen
de mogelijkheden die de wet biedt tot oplossingen kan worden gekomen en zo nodig bemiddelen
om die oplossingen te bereiken. Hij zal zijn bevindingen en oplossingen voor mogelijke
knelpunten uiterlijk 1 mei 2016, en indien nodig tussentijds, aan mij rapporteren.
Daarnaast heb ik tijdens de genoemde begrotingsbehandeling aangegeven de voorzitters
van de Stichting van de Arbeid te zullen aanschrijven over het cao-overleg over het
gebruik van tijdelijke en oproepcontracten in sectoren waar seizoensgebonden werk
voorkomt en hen op te roepen een constructieve houding aan te nemen in dit cao-overleg.
Bijgaand stuur ik u ter kennisneming een afschrift van de brief die ik onlangs aan
de Stichting van de Arbeid heb gestuurd1.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher