Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34245 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34245 nr. 3 |
Vastgesteld 16 juli 2018
De vaste commissie voor Financiën heeft op 22 juni 2018 een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 31 mei 2018 inzake de Aanwijzing als massaal bezwaar van bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing in aanslagen inkomstenbelasting (Kamerstuk 34 245, nr. 2).
De vragen en opmerkingen zijn op 22 juni 2018 aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd. Bij brief van 13 juli 2018 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken rond de aanwijzing inzake het massaal bezwaar rond de vermogensrendementsheffing. Zij hebben nog wel enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie benadrukken dat zij vinden dat het mogelijk moet blijven om individueel, maar zeker ook massaal bezwaar te maken tegen, in de ogen van de belastingbetaler, onrechtmatige aanslagen. Zij vragen de Staatssecretaris te bevestigen dat hier niet op ingeboet zal worden.
Kan de Staatssecretaris ingaan op de inhoudelijke relatie tussen het beschreven besluit en de ingediende Kamervragen van het lid Lodders (VVD). Valt dit besluit niet onder de beschreven rechten?
De leden van de VVD-fractie vragen naar de achtergrond van het nieuwe, in de stukken beschreven besluit. Kan de Staatssecretaris uitgebreider ingaan op de consequenties van dit besluit? Wordt dit besluit nog voorgehangen bij de Kamer? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie vragen naar de algemene feiten achter bezwaren tegen de box 3-heffing. Hoeveel mensen hebben in de afgelopen jaren bezwaar aangetekend, zowel individueel als massaal? Hoe vaak is dit bezwaar toegewezen? Hoe vaak is dit bezwaar afgewezen? Hoe wordt het voorhangende besluit gecommuniceerd met de belastingplichtigen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris over het aanwijzen als massaal bezwaar van bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing.
De leden van de SP-fractie willen graag enige uitleg over de gewijzigde wettelijke regeling, die maakt dat om mee te doen aan massaal bezwaar, iedere belastingplichtige zelf bezwaar moet indienen. Zij vragen de Staatssecretaris om welke wettelijke regeling het gaat en waarom die is ingevoerd.
Uit recente mediaberichten blijkt dat de uitspraken over de vermogensrendementsheffing nogal uiteenlopend zijn. De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris op de recente uitspraken over de vermogensrendementsheffing te reageren en daarbij in te gaan op de vraag of de uitspraak relevant is voor de aangepaste vermogensrendementsheffing.
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris in hoeverre de Belastingdienst in staat is wijzigingen in de vermogensrendementsheffing door te voeren. Is het mogelijk om deze voor volgend jaar aan te passen? Kan het tarief worden aangepast?
Ten slotte willen de leden van de SP-fractie graag weten wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot het invoeren van een systeem dat het werkelijke rendement belast. Kan de Staatssecretaris aangeven welke stappen zijn gezet en welke knopen de komende tijd moeten worden doorgehakt?
Inleiding
Zoals aangekondigd in mijn brief van 31 mei jl. stuur ik u een afschrift van de Aanwijzing bezwaarschriften tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2017 als massaal bezwaar1. Gezien de hierboven genoemde oproep van de Bond voor Belastingbetalers verwacht de Belastingdienst dat veel belastingplichtigen bezwaar zullen maken tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017. Daarom geef ik voor de vermogensrendementsheffing in de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar.
De leden van de VVD-fractie vragen mij te bevestigen dat het, naast een massaal bezwaarprocedure, mogelijk blijft om individueel bezwaar te maken.
Wanneer de Belastingdienst geconfronteerd wordt met een groot aantal bezwaren inzake eenzelfde rechtsvraag en voorziet dat individuele afdoening van deze bezwaarschriften leidt tot een uitermate zware uitvoeringslast voor de Belastingdienst, kan een massaalbezwaarprocedure worden aangewezen. Doel van deze procedure is dat bezwaarschriften met eenzelfde geschilpunt, namelijk de beantwoording van eenzelfde rechtsvraag, collectief worden afgedaan.
De aanwijzing massaal bezwaar ziet op individueel en tijdig ingediende bezwaarschriften die de in de aanwijzing geformuleerde rechtsvraag betreffen. Deze bezwaarschriften vallen onder de massaalbezwaarprocedure en worden collectief afgedaan. Geschilpunten die niet de in de aanwijzing massaal bezwaar geformuleerde rechtsvraag betreffen, worden niet collectief afgedaan. Op deze geschilpunten beslist de inspecteur bij individuele uitspraak. Dit is geregeld in artikel 25f, eerste lid, onderdeel a, AWR.
Met betrekking tot de aanwijzing massaal bezwaar betreffende de vermogensrendementsheffing in de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 geldt, dat als een belastingplichtige van mening is dat in zijn geval de vermogensrendementsheffing een individuele en excessieve last vormt die in strijd is met de «fair balance», hij dan niet kan deelnemen aan de massaalbezwaarprocedure. Deze belastingplichtige moet dan een individueel bezwaarschrift indienen dat voldoet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht.
De leden van de VVD-fractie vragen wat de inhoudelijke relatie is tussen het besluit Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar en de vragen van het lid Lodders over het bericht «Rechtsbescherming belastingbetalers verdient verbetering» en vragen tevens of het besluit Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar niet onder de beschreven rechten valt.
Zoals ik in mijn antwoorden op de Kamervragen van het lid Lodders heb benadrukt, zijn de rechten van belastingplichtigen in Nederland goed geborgd. In Nederland is veel aandacht besteed aan een zorgvuldige vormgeving van de juridische relatie tussen belastinginspecteur en ontvanger aan de ene kant en belastingplichtigen aan de andere kant. Ik heb daarbij onder meer gewezen op het gesloten stelsel van rechtsbescherming. De inspecteur en ook de ontvanger neemt expliciet beslissingen die voor bezwaar en beroep vatbaar zijn. Tegen zo een beschikking kan de belastingplichtige bezwaar aantekenen en indien nodig nog in beroep, hoger beroep en cassatie gaan. Het recht om bezwaar te maken is een fundamenteel recht dat in het algemene bestuursrecht is verankerd. Massaal bezwaar is hiervan een uitwerking. De massaalbezwaarprocedure heeft als voordeel voor belastingplichtigen dat de uitkomst van een gerechtelijk procedure op betrekkelijk eenvoudige wijze ook op hen van toepassing is. Verder komt de massaalbezwaarprocedure de rechtseenheid en rechtszekerheid ten goede, doordat de bezwaren worden gebundeld en getracht wordt zo snel mogelijk uitsluitsel te krijgen over de beantwoording van een breder levende rechtsvraag.
Voorts hebben de leden van de VVD-fractie een aantal vragen over een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar, die zal gelden voor bezwaarschriften tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017. Zo willen de leden van de VVD-fractie weten wat de achtergrond van een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar is.
Op 9 mei jl. heeft de Bond voor Belastingbetalers een oproep gedaan aan belastingplichtigen om bezwaar te maken tegen de vermogensrendementsheffing in de aanslag inkomstenbelasting 2017. De Belastingdienst verwacht dat veel belastingplichtigen gevolg zullen geven aan deze oproep en bezwaar zullen maken tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017. Daarom geef ik voor de vermogensrendementsheffing in de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar.
Tevens vragen de leden van de VVD-fractie wat de consequenties zijn van een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar.
De aanwijzing van een nieuwe massaalbezwaarprocedure heeft tot gevolg dat bezwaarschriften die individueel en tijdig zijn ingediend en zien op de vermogensrendementsheffing over het belastingjaar 2017 vallen onder de massaalbezwaarprocedure, voor zover het bezwaar betrekking heeft op de in het aanwijzingsbesluit geformuleerde rechtsvraag. Deze bezwaren zullen collectief worden afgedaan binnen zes weken nadat de rechtsvraag onherroepelijk door de rechter is beantwoord.
De leden van de VVD-fractie vragen of de aanwijzing massaal bezwaar wordt voorgehangen bij de Tweede Kamer en zo nee, waarom dit niet gebeurt.
De wettelijke voorschriften voor een massaalbezwaarprocedure zijn neergelegd in de artikelen 25c tot met 25f AWR. Deze bepalingen zijn op 1 januari 2016 inwerking getreden.
Hiervoor gold het inmiddels vervallen artikel 25a AWR, dat voorschreef dat een besluit tot aanwijzing van een massaalbezwaarprocedure moest zijn voorgehangen bij de Tweede Kamer alvorens inwerking te treden. De voorhangprocedure is met de inwerkingtreding van artikel 25c e.v. AWR afgeschaft. Op grond van artikel 25c, tweede lid, AWR, zal ik een afschrift van de aanwijzing aan uw Kamer zenden.
De leden van de VVD-fractie vragen naar enkele algemene feiten achter bezwaren tegen de vermogensrendementsheffing. Zo willen zij weten hoeveel mensen in de afgelopen jaren zowel individueel als massaal bezwaar hebben aangetekend.
In totaal zijn in de periode vanaf het tweede kwartaal 2014 tot en met eerste kwartaal 2018 ongeveer 30.000 bezwaarschriften inzake de vermogensrendementsheffing over belastingjaren tot en met 2016 ontvangen. Van dit aantal zijn ongeveer 18.500 bezwaarschriften aangehouden in verband met de lopende massaalbezwaarprocedure. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat belastingplichtigen op grond van het Aanwijzingsbesluit massaal bezwaar van 26 juni 2015 conform het destijds vigerende wettelijke systeem geen individueel bezwaar hoeven te maken indien zij het niet eens zijn met de vermogensrendementsheffing over de belastingjaren tot en met 2016.
Ook vragen zij hoe vaak dit bezwaar is toegewezen en hoe vaak dit bezwaar is afgewezen.
Er zijn geen bezwaren toegewezen en er zijn 11.500 bezwaren afgewezen.
Door de leden van de VVD-fractie wordt gevraagd hoe een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar wordt gecommuniceerd met belastingplichtigen.
Een nieuw aanwijzingsbesluit massaal bezwaar wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Daarnaast zal hieraan aandacht worden besteed op de website van de Belastingdienst.
De leden van de SP-fractie willen graag enige uitleg over de gewijzigde wettelijke regeling aangaande massaal bezwaar. Zij vragen om welke wettelijke regeling het gaat en waarom die is ingevoerd.
De wettelijke voorschriften voor een massaalbezwaarprocedure zijn neergelegd in de artikelen 25c tot met 25f AWR. Deze bepalingen zijn op 1 januari 2016 inwerking getreden. Vóór die datum gold het inmiddels vervallen artikel 25a AWR. In de praktijk bleek dat knelpunten in de (voorgenomen) toepassing van de massaalbezwaarprocedure ertoe leidden dat maar beperkt gebruik werd gemaakt van de massaalbezwaarprocedure. Omdat alternatieven voor een massaalbezwaarprocedure, zoals proefprocedures, voor zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst bewerkelijker zijn en omdat de transparantie bij en kenbaarheid van een massaalbezwaarprocedure voor anderen dan direct betrokken partijen groter is, heeft de wetgever de wettelijke voorschriften voor de massaalbezwaarprocedure aangepast. Het doel van deze aanpassing was om de toepassing van de massaalbezwaarprocedure eenvoudiger en doeltreffender te maken.
De leden van de SP-fractie vragen een reactie op de recente uitspraken over de vermogensrendementsheffing. Zij vragen of de uitspraak relevant is voor de aangepaste vermogensrendementsheffing.
Zoals ik in mijn brief van 31 mei 20182 aan uw Kamer heb toegelicht, zien de recente uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven uitsluitend op bezwaren tegen aanslagen inkomstenbelasting waarin de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi is berekend op basis van een forfaitair rendement van vier procent volgens het systeem van de vermogensrendementsheffing, zoals dat tot en met het kalenderjaar 2016 heeft gegolden. De vermogensrendementsheffing is met ingang van 1 januari 2017 aangepast, zodat deze beter aansluit bij de rendementen die door belastingplichtigen met eenzelfde vermogensomvang in voorafgaande jaren gemiddeld zijn behaald. De lopende procedures betreffende de belastingjaren tot en met 2016 kunnen dus niet beslissend zijn voor de bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor het belastingjaar 2017 (en later). Ik wacht af hoe de Hoge Raad zal oordelen over dit geschil.
Tevens vragen de leden van de SP-fractie in hoeverre de Belastingdienst in staat is om wijzigingen in de vermogensrendementsheffing door te voeren. Is het mogelijk om deze voor volgend jaar aan te passen en kan het tarief worden aangepast?
In de Parameterbrief3 die door mijn ambtsvoorganger aan de Tweede Kamer is gestuurd, wordt uitgelegd dat veruit de meeste bedragen en percentages waar de Belastingdienst mee werkt parameters zijn. De waarden van deze parameters zijn eenvoudig aan te passen in de systemen van de Belastingdienst. Wijzigingen in de vermogensrendementsheffing die bijvoorbeeld een tarief betreffen zijn dus gemakkelijk door te voeren. Een stelselwijziging vergt geruime voorbereidingstijd.
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot het invoeren van een systeem dat het werkelijk rendement belast. De leden van de SP-fractie wensen te vernemen welke stappen zijn gezet en welke knopen de komende tijd moeten worden doorgehakt.
Er wordt gewerkt aan een brief waarin het kabinetsstandpunt met betrekking tot een vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement uiteen wordt gezet. De brief zal aan de Eerste en Tweede Kamer worden gezonden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34245-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.