33 997 Vliegramp MH17

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 augustus 2014

Mede namens de Minister-President delen wij u mede dat, in het licht van de huidige omstandigheden in Oost-Oekraïne, het kabinet de voortzetting van de repatriëringsmissie, gericht op het terugbrengen naar Nederland van resterende stoffelijke overschotten en persoonlijke eigendommen van slachtoffers van de ramp met Malaysia Airlines vlucht MH17, thans niet zinvol acht.

De afgelopen dagen is de veiligheidssituatie rondom het rampgebied verslechterd. De experts van het Landelijk Team Forensisch Onderzoek (LTFO) en leden van de Koninklijke Marechaussee (KMar) ondervonden grote moeilijkheden bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Delen van het rampgebied waren voor hen onbereikbaar en de spanning in het gebied neemt verder toe. Voortzetting van de repatriëringsmissie zou voor de deelnemers onnodige risico’s met zich meebrengen. De mensen die op dit moment in Soledar verblijven, zullen op donderdag 7 augustus terugkeren naar Charkov. De Nederlanders zullen vanuit Charkov doorreizen. Er wordt nauw samengewerkt met Australië, Maleisië en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

De experts hebben in zeer complexe situaties in een instabiele omgeving moeten werken. Dagen waarin met meer dan honderd mensen kon worden gezocht, werden afgewisseld met dagen waarin dit niet of maar beperkt kon. Daarbij zijn in ieder geval de belangrijkste gebieden doorzocht. De daar aangetroffen stoffelijke overschotten zijn reeds naar Nederland overgebracht. Morgen vertrekt opnieuw een vliegtuig naar Nederland, met aan boord gevonden persoonlijke bezittingen.

In de eerste dagen na de ramp is met behulp van achthonderd lokale vrijwilligers intensief gezocht. In die dagen zijn veel lichamen geborgen. Deze zijn inmiddels allemaal terug in Nederland. Het feit dat onderzoekers van de repatriëringsmissie weinig stoffelijke overschotten hebben gevonden, lijkt erop te wijzen dat de Oekraïense inspanningen direct na de ramp effectiever waren dan aanvankelijk werd gedacht.

Met dit besluit komt geen einde aan de Nederlandse inspanningen ter plaatse. Het is van belang dat het mogelijk blijft voor de lokale bevolking stoffelijke overschotten en persoonlijke bezittingen van slachtoffers over te dragen. Contacten met het Rode Kruis en lokale organisaties blijven daarbij onverminderd belangrijk. Er blijft een klein Nederlands team achter in de regio dat in voorkomend geval de repatriëring coördineert. Ook na lange tijd is het nog steeds mogelijk DNA af te nemen en te onderzoeken. Indien de veiligheidsomstandigheden dat voor een langere periode toelaten, zullen de werkzaamheden op de plaats van de ramp worden hervat. Ook om die reden handhaven we een klein team in de regio.

Over twee à drie weken hoopt het kabinet meer duidelijkheid te hebben over het aantal lichamen van slachtoffers dat inmiddels is geborgen. Er zijn 700 DNA-monsters genomen die op dit moment worden onderzocht. Na dat onderzoek kennen we het aantal slachtoffers dat tot nu toe naar Hilversum is overgebracht. Daarmee zijn de slachtoffers nog niet geïdentificeerd. Dat proces kan zoals eerder gemeld veel langer duren.

Het onderzoek naar de toedracht van de ramp en het opsporingsonderzoek gaan onverminderd door, ook nu de crash site niet meer toegankelijk is.

Het kabinet heeft groot respect voor de mensen die in Oekraïne onder zeer moeilijke omstandigheden en met grote inzet hun taak hebben vervuld en voor een deel blijven vervullen. Dat geldt zeker ook voor onze partners uit Australië, Maleisië en van de OVSE. Ook de lokale bevolking heeft een belangrijke rol gespeeld.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven