Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2016
Zoals bekend is de Minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) het bevoegd gezag voor
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor verschillende defensielocaties.
Namens de Minister van I&M is de ILT belast met de Wabo-vergunningverlening en de
naleving van de bouw-, sloop-, milieu en brandveiligheidswet- en regelgeving. Zoals
gemeld in het Jaarverslag 2015 van de ILT1, heeft zij in 2015 bij Defensie veel overtredingen geconstateerd. Naar aanleiding
hiervan heeft Defensie maatregelen afgekondigd om de naleving van de Wabo-regelgeving
in de gehele organisatie te verbeteren. Om het personeel bewuster te maken van de
eigen verantwoordelijkheid, is een voorlichtingscampagne gaande. Ook zijn er voorlichtingsbijeenkomsten
georganiseerd om commandanten te wijzen op hun verantwoordelijkheden als vergunning-
en toezichthouder. Voorts wordt de samenwerking verbeterd tussen de organisaties die
een rol spelen bij het voorkomen en verhelpen van overtredingen op een locatie.
In de periode van augustus tot oktober 2016 heeft de ILT bij een aantal locaties van
het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) inspecties uitgevoerd op het gebied van milieu
en brandveiligheid. Omdat de ILT bij de laatste controleronde onvoldoende verbetering
heeft geconstateerd ten opzichte van de eerdere inspecties in 2015, is besloten de
desbetreffende locaties2 van het CZSK onder verscherpt toezicht te stellen.
Aard en karakter van de geconstateerde overtredingen lopen uiteen. In een aantal gevallen
worden de eisen aan de opslag van gevaarlijke stoffen niet volledig nageleefd en zijn
milieuvergunningen (op onderdelen) verouderd. Uit controles van de administraties
blijkt voorts dat installaties en voorzieningen niet overal aantoonbaar in overeenstemming
met de wettelijke vereisten zijn onderhouden en/of gekeurd. Uit de milieu-inspecties
is verder gebleken dat veel overtredingen eenvoudig kunnen worden voorkomen en snel
oplosbaar zijn. Bij de brandveiligheid gaat het veelal om overtredingen die te wijten
zijn aan bouwtechnische tekortkomingen, zoals onvoldoende brandwerende wanden, en
om overtredingen van gebruikers, zoals geblokkeerde vluchtwegen en vastgezette branddeuren.
De bevindingen van de ILT neem ik hoog op. Naleving van de Wabo-wetgeving is van groot
belang, zowel voor de veiligheid van de medewerkers als die van hun omgeving. Dit
geldt uiteraard niet alleen voor het CZSK maar voor alle defensieonderdelen. Het spreekt
dan ook vanzelf dat de naleving van de Wabo-regelgeving zo snel mogelijk op orde moet
worden gebracht. De ILT heeft het CZSK verzocht om een maandelijkse rapportage over
de voortgang. Bovendien geven de verantwoordelijke vergunninghouders de ILT iedere
twee maanden persoonlijk een toelichting daarop. Ook ik zal de vorderingen nauwgezet
volgen en de Kamer daarvan op de hoogte houden in de voortgangsrapportage Vastgoed.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert