De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenpremies, het
zogenaamde Witteveenkader, wenst te beperken door de opbouwpercentages te verlagen
tot 1,75%;
constaterende dat het als gevolg van deze maatregel zeer moeilijk, zo niet onmogelijk,
zal worden om een adequaat pensioen op te bouwen;
overwegende dat deze constatering gedeeld wordt door onder meer de Raad van State
in zijn advies omtrent het wetsvoorstel en de Stichting van de Arbeid tijdens de onderhandelingen
over het gesloten sociaal akkoord;
constaterende dat de Raad van State het tevens niet wenselijk vindt dat wijzigingen
van het Witteveenkader vooruitlopen op te verwachten wijzigingen van de Pensioenwet;
constaterende dat tevens ten minste de centrale ondernemingsraden van Ahold, DAF,
Océ, NS, KPN, Shell, Rabobank, Philips, Unilever, PostNL, ASML, TNT Express, Essent,
Heineken en de ANBO de noodklok hebben geluid omdat ook zij zien aankomen dat een
degelijke pensioenopbouw straks niet meer mogelijk zal zijn;
verzoekt de regering, haar standpunt, inhoudende dat het nog steeds mogelijk is om
na 40 jaar werken een pensioen op te bouwen van 70% van het middelloon, te onderbouwen
door een financiële berekening van een actuaris alvorens over te gaan tot aanpassing
van het Witteveenkader en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Krol