Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2018
In berichtgeving van EenVandaag1 is melding gemaakt dat ik informatie zou hebben achtergehouden over de lekkage van
aardgascondensaat in Farmsum. Van het achterhouden van informatie is geen sprake.
Ik heb alle voor mij bekende gegevens over de lekkage bij Farmsum en de blootstelling
van omwonenden aan benzeen gedeeld met de Tweede Kamer. EenVandaag heeft het bericht
inmiddels ook aangepast. Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van uw Kamer tijdens
het ordedebat van 12 december 2018 om een reactie van mij te krijgen op de berichtgeving
(Handelingen II 2018/19, nr. 35, Regeling van werkzaamheden).
Voor de beantwoording van eerdere Kamervragen over de blootstelling van omwonenden
aan benzeen is navraag gedaan bij Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de brandweer.
Voor de brandweer staat de veiligheid van burgers tijdens en na het incident voorop.
Daarom heeft de brandweer metingen gedaan om de blootstelling van omwonenden in de
nabijgelegen woonwijk te bepalen. SodM heeft de resultaten van die metingen ontvangen
van de brandweer aan mij doorgegeven. Deze resultaten zijn gedeeld met de Tweede Kamer.
In de berichtgeving van EenVandaag wordt melding gemaakt dat de gemeente Delfzijl
ook zelf in opdracht metingen heeft laten verrichten. De gemeente Delfzijl heeft mij
op 14 december 2018 per brief geïnformeerd over dit onderzoek. De gemeente Delfzijl
geeft in haar brief aan dat de metingen van het bedrijf SGS, waarbij een verhoogde
concentratie benzeen is aangetroffen, niet hebben plaatsgevonden in de publieke ruimte,
maar nabij en in putten van het riool op een niet publiekelijk toegankelijke locatie.
De resultaten van deze metingen zijn door de gemeente gedeeld met het Openbaar Ministerie
en de GGD. De resultaten zijn in de brief van 14 december 2018 door de gemeente Delfzijl
ook met mij gedeeld.
Het onderzoek van het bedrijf SGS gaat over metingen op niet openbaar toegankelijke
locaties. Voor de volledigheid meld ik u dat ook de brandweer op 7 oktober 2018 een
meting heeft verricht buiten de publieke ruimte. Deze metingen van de brandweer zijn
onder andere verricht in een put van het riool en waren bedoeld om een indicatieve
duiding te krijgen welke stof het betrof en om een indicatie van de grootte van het
verspreidingsgebied te krijgen. De meting in de open gemaakte rioolput gaf een waarde
van 350 ppm benzeen aan. Dit betrof een meting vlak boven de toen nog onbekende stof
waarmee het riool vervuild was. Deze informatie is later onder andere gebruikt voor
de duiding van het risico op explosie en het bepalen van de mate van persoonlijke
beschermingsmiddelen voor de hulpverleners ter plaatse die de sanering uit moesten
voeren.
Ik wil graag benadrukken dat de in opdracht van de gemeente Delfzijl en van de brandweer
gemeten waardes op locaties zijn gemeten die voor het publiek en omwonenden niet toegankelijk
waren. Deze waardes zijn dan ook niet relevant voor de vaststelling of normen van
het RivM voor blootstelling aan benzeen overschreden zijn.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes