Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2013
Naar aanleiding van uw verzoek, om met de beschikbare gegevens toch een evaluatie
van de innovatiebox uit te voeren en deze vóór Prinsjesdag 2013 aan de Tweede Kamer
toe te sturen, wend ik mij tot u met het volgende.
In uw verzoek verwijst u naar een brief uit 2009 (Kamerstuk 32 128, nr. 16) en de toezegging tijdens de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2013.
In de brief van 2009 werd in verband met de grondige herziening van de octrooibox
per 2010 de evaluatie verschoven van 2010 naar 2013, zodat de evaluatie 3 jaar na
deze grondige herziening zou plaatsvinden. Tijdens de parlementaire behandeling van
het Belastingplan 2013 heb ik toegezegd om zo mogelijk de evaluatie al voor het zomerreces
te sturen.
Normaliter wordt een regeling geëvalueerd na vijf jaar na introduktie of na een voorgaande
evaluatie. De toezegging om na 3 jaar te evalueren was ambitieus. Op het moment van
de toezeggingen waren gegevens voor een analyse van het feitelijke gebruik door de
bedrijven van de innovatiebox nog niet beschikbaar.
Uit de verzamelde gegevens blijkt nu dat voor 2010 vrijwel alle aangiften zijn ingediend.
Het budgettaire beslag voor 2010 is 324 miljoen euro. Voor 2011 is 65% van de aangiften
ingediend en daaruit blijkt dat het aantal gebruikers en het gemiddelde gebruik fors
toeneemt. Het budgettaire beslag op basis van de ingediende aangiften wordt geraamd
op 567 miljoen euro. De raming van het structurele budgettaire beslag is 625 miljoen
euro. Het gebruik van de regeling is klaarblijkelijk nog niet uitgekristalliseerd.
Tot mijn spijt moet ik concluderen dat het bij dit beeld naar mijn mening op dit moment
niet mogelijk is een gefundeerde en representatieve uitspraak te doen over de effectiviteit
van de regeling. Naar ik meen zal een verantwoorde evaluatie pas mogelijk zijn als
het gebruik van de regeling de opstartfase voorbij is. Naar nu blijkt kan een goede
evaluatie pas worden opgeleverd wanneer deze kan worden gebaseerd op harde gegevens
over tenminste 3 jaren. Dit brengt met zich mee dat een representatieve evaluatie
pas mogelijk is in 2015. Wel ben ik bereid in 2014 op basis van de Vpb-aangiften 2011
en 2012 een zo compleet als mogelijke rapportage te sturen over het gebruik en de
de gebruikers van de innovatiebox.
Ik kan daarom helaas niet aan uw verzoek voldoen.
De staatssecretaris van Financiën,
F.H.H. Weekers