Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 Februari 2013
Tijdens het wetgevingsoverleg Personeel van 3 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 23) heb ik toegezegd de Kamer begin dit jaar te informeren over de relatie tussen de
AOW en de leeftijd voor functioneel leeftijdsontslag (FLO), het Veteranenbesluit en
het onderzoek naar de geestelijk verzorgers. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
Relatie AOW en FLO-leeftijd.
Het lid Knops (CDA) heeft vragen gesteld over de relatie tussen de AOW en de FLO-leeftijd
voor militairen en de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd. Een militair
krijgt tussen de FLO-leeftijd en leeftijd waarop het ouderdomspensioen ingaat een
uitkering op grond van de Uitkeringswet Gewezen Militairen (UKW-uitkering). De AOW-leeftijd
wordt vastgesteld bij wet, de leeftijd voor het ouderdomspensioen in overleg met de
centrales van overheidspersoneel. Er is geen direct verband tussen de verhoging van
de AOW-leeftijd en de FLO-leeftijd. Wel worden per 2014 de fiscale kaders voor aanvullende
pensioenen verder aangepast, waardoor de pensioenleeftijd naar verwachting zal stijgen.
Een hogere pensioenleeftijd heeft gevolgen voor de duur van de UKW-uitkering, waardoor
ook de hoogte van de FLO-leeftijd zal worden bezien. De gevolgen van de eventuele
verhoging van de pensioenleeftijd voor de FLO-leeftijd zijn onderdeel van het overleg
met de centrales van overheidspersoneel.
Behoefte- en verdelingsonderzoek Dienst Geestelijke verzorging (DGV)
Tijdens het wetgevingsoverleg heeft het lid Seegers (CU) de evaluatie van de Dienst
Geestelijke verzorging (DGV) aan de orde gesteld. De samenstelling van de denominaties
in de dienst moet een afspiegeling zijn van de krijgsmacht. Ook moet het aantal geestelijk
verzorgers zijn afgestemd op de omvang van de krijgsmacht. Omdat de omvang en de samenstelling
van de krijgsmacht sinds een eerder onderzoek naar de DGV sterk zijn gewijzigd, is
een nieuw onderzoek nodig. Over de opzet en uitvoering van het onderzoek wordt thans
overlegd met de zendende instanties. In ieder geval zal tijdens het onderzoek worden
gesproken met commandanten en met militairen met en zonder uitzendervaring. Het onderzoek
kan leiden tot een aanpassing van de samenstelling en omvang van de DGV. Ik verwacht
dat de resultaten in 2013 bekend worden. Omdat de geestelijk verzorgers ook tijdens
de reorganisaties de defensiemedewerkers ondersteunen, zal aanpassing niet eerder
dan in 2016 aan de orde zijn.
Veteranenbesluit
Tijdens de begrotingsbehandeling op 13 december jl. (Handelingen II, 2012/2013, nr.
35, behandeling begroting Defensie) heeft het lid Eijsink gevraagd wanneer de Kamer
het Veteranenbesluit tegemoet kan zien. De concepttekst van het Veteranenbesluit is
inmiddels aangeboden aan de Centrales van overheidspersoneel voor overleg. De Centrales
hebben evenwel het overleg opgeschort, zodat niet duidelijk is wanneer het Veteranenbesluit
zal worden besproken. Ook valt te verwachten dat het overleg over het besluit niet
in één ronde zal worden afgedaan. Nadat overeenstemming met de Centrales van overheidspersoneel
is bereikt, volgt het formele traject, onder meer via de ministerraad en de Raad van
State. Gelijktijdig met dit traject wordt met de uitvoerders gesproken over de inrichting
van het veteranenloket dat met het Veteranenbesluit in het leven wordt geroepen. Het
is mijn verwachting dat het Veteranenbesluit midden 2013 aan de Kamer kan worden aangeboden.
Gelet op de onzekerheden in het traject kan ik u dit echter niet garanderen.
De minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert