Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2015
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Economische
Zaken over het ontwerpbesluit emissiearme huisvestingssystemen landbouwhuisdieren
(Kamerstuk 33 037, nr. 132). Deze zijn ingebracht tijdens het AO PAS op 4 februari 2015.
Fijn stof (SGP-fractie)
Kunnen de eisen voor fijn stof beperkt worden tot de veedichte gebieden?
Bij meerdere veehouderijen, die in de achterliggende jaren als knelpunt naar voren
zijn gekomen uit de Monitoring NSL (Kamerstuk 30 175, nr. 192), zijn emissiereducerende maatregelen getroffen. Uit de Monitoring NSL blijkt dat
hiermee niet alle overschrijdingen kunnen worden weggenomen. Knelpunten bij bedrijven
kunnen lokaal worden opgelost wanneer het desbetreffende bedrijf een piekbelasting
veroorzaakt op een nabijgelegen woning (de bijdrage van de veehouderij is dan relatief
hoog ten opzichte van de achtergrond). Bij het merendeel van de knelpuntbedrijven
is evenwel geen sprake van een piekbelasting, maar van een relatief kleine bijdrage
ten opzichte van een relatief hoge achtergrondconcentratie. In deze situaties is een
lokale oplossing veelal niet mogelijk of alleen tegen hoge kosten. Met een aanpak
die alleen gericht is op knelpuntbedrijven kunnen niet alle overschrijdingen worden
weggenomen. Om de resterende overschrijdingen weg te nemen (en nieuwe overschrijdingen
te voorkomen) is het van belang dat de achtergrondconcentraties dalen. In gebieden
met overschrijdingen dragen (pluim)veehouderijen gezamenlijk substantieel bij aan
de achtergrondconcentraties. Voor de aanpak van de overschrijdingen is het vereist
dat ook andere veehouderijen dan de knelpuntbedrijven bijdragen aan het verlagen van
de achtergrondconcentraties. Daarvoor is de wettelijke verplichting tot emissiereductie
bij de bouw van nieuwe stallen een passende maatregel. Generieke maatregelen blijven
dus nodig om de achtergrondconcentraties structureel te verlagen. Een lagere achtergrondconcentratie
is van belang voor de gezondheid en voor het voldoen aan de verplichtingen die Nederland
volgens het Europese recht heeft om het fijn stofgehalte in de lucht terug te dringen
tot de daarvoor gestelde normen. Daarnaast zijn er diverse betaalbare fijn stofreducerende
technieken op de markt, waardoor het beste beschikbare techniek (BBT) is om deze in
de hele sector toe te passen. Het vereiste van toepassing van BBT is wettelijk verankerd.
Opname in het Besluit emissiearme huisvestingssystemen landbouwhuisdieren zorgt ervoor
dat dit op een consistente manier wordt uitgevoerd.
Overgangsregeling (CDA-fractie)
Wat wordt de exacte invulling van de overgangsregeling?
Bij inwerkingtreding van het Besluit emissiearme huisvestingssystemen landbouwhuisdieren
[hierna: Besluit] moeten alle stallen die vanaf dat moment worden gebouwd aan in beginsel
de nieuwste maximale emissiewaarden voldoen, met uitzondering van de stallen waarvoor
voorafgaand aan publicatie van het Besluit een geldige aanvraag voor een omgevingsvergunning
bouwen is ingediend. Deze aanvraag moet voldoen aan de indieningsvereisten uit de
Regeling omgevingsrecht. Daarnaast wordt als extra voorwaarde opgenomen dat de stal
binnen 1 jaar na inwerkingtreding van het Besluit moet zijn gebouwd en klaar is om
in gebruik te nemen. Uitgaande van een termijn van 3 maanden tussen publicatie en
inwerkingtreding heeft het bedrijf dan minimaal 15 maanden de tijd om te bouwen onder
de huidige eisen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld