33 037 Mestbeleid

Nr. 126 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ontvangen ter Griffie op 17 juni 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 15 juli 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 16 juli 2014.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2014

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit gebruik meststoffen1. De voorgestelde wijziging strekt ter uitvoering van afspraken die met de Europese Commissie zijn gemaakt in het kader van het vijfde actieprogramma inzake de Nitraatrichtlijn en voorts ter uitvoering van afspraken die met het landbouwbedrijfsleven zijn gemaakt in het kader van de Overeenkomst generieke maatregelen Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Dit betreft afspraken over het verder terugdringen van de emissie van ammoniak bij het aanwenden van dierlijke mest.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure op grond van artikel 92 van de Wet bodembescherming. Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het voorstel ingevolge voornoemde bepaling van de Wet bodembescherming in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder gedurende een termijn van vier weken de gelegenheid te geven hierover opmerkingen te maken.

Het streven is om de wijziging per 1 januari 2015 in werking te laten treden.

Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven