Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2017
Tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) (Handelingen II 2017/18, nr. 23, Debat over de Begroting Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties 2018) is de motie van het lid Middendorp c.s. over de LTI-leennorm
ingediend.1 Bijgaand informeer ik u conform mijn toezegging waarom het niet nodig is om dit jaar
een overgangstermijn te hanteren.
De Minister van Financiën heeft op 16 oktober jl. een Kamerbrief gestuurd over het
toetsmoment bij hypotheken (Kamerstuk 32 847, nr. 306). Hierin werd toegelicht dat, naar aanleiding van wijzigingen die voortvloeien uit
de Mortgage Credit Directive (MCD) vorig jaar enkele aanpassingen hebben plaatsgevonden
in het hypotheekverstrekkingsproces. Deze aanpassingen hebben tot gevolg dat consumenten
een bindend hypotheekaanbod ontvangen en het voor de kredietverstrekker niet meer
mogelijk is om een offerte met voorbehouden te verstrekken. Tot de implementatie van
de MCD toetsten hypotheekverstrekkers op basis van de leennormen die golden op het
moment dat de offerte met voorbehouden werd uitgebracht. Omdat deze interpretatie
vorig jaar relatief laat bekend werd, is er toen gekozen om hier in het toezicht rekening
mee te houden. Voor hypotheekaanvragen die voor 1 januari 2017 waren ingediend mocht
tot uiterlijk 1 februari 2017 met de leennormen van 2016 worden gerekend.
Zoals in de brief van 16 oktober reeds aan u meegedeeld, hebben eerder dit jaar gesprekken
plaatsgevonden met de sector, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), het Ministerie
van Financiën en het Ministerie van BZK over het toetsmoment bij hypotheekverstrekking.
Nu de interpretatie aangaande het toetsmoment al geruime tijd bekend is, is er geen
aanleiding om dit jaar een overgangstermijn te hanteren. Er ligt een verantwoordelijkheid
bij de kredietverstrekker om zorg te dragen voor spoedige doorlooptijden in het hypotheektraject
en bij de consument wat betreft tijdige aanlevering van de benodigde stukken. In het
hypotheekadvies kan tevens al rekening worden gehouden met de leennormen voor het
opvolgende jaar wanneer het bindend aanbod pas in het nieuwe jaar geleverd kan worden.
Ook is het mogelijk om in individuele situaties gebruik te maken van de explain mogelijkheden
in de Regeling hypothecair krediet om, wanneer dit verantwoord is, kredietverstrekking aan de consument
toch mogelijk te maken.2
De leennormen worden jaarlijks na Prinsjesdag bekend gemaakt. Na Prinsjesdag zijn
immers de koopkrachtontwikkeling en het kabinetsbeleid bekend die van invloed kunnen
zijn op hoogte van de maximale leennormen voor consumenten. Het streven blijft om de leennormen zo spoedig mogelijk na
Prinsjesdag vast te stellen zodat kredietverstrekkers, hypotheekadviseurs en aanvragers
voldoende tijd te hebben om kennis te nemen van de nieuwe regelgeving en de systemen
hierop in te richten.
Bij marktpartijen is er ook geen onduidelijkheid over het toetsmoment bij hypotheekverstrekking.
Zo heeft zowel de Nederlandse Vereniging van Banken als de AFM op hun website gecommuniceerd
dat er voor 2018 geen overgangstermijn geldt.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren