32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 189 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2016

In mijn brief van 24 augustus 2015 (Kamerstuk 32 820, nr. 166) heb ik toegezegd uw Kamer medio 2016 te informeren over de stand van zaken van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit.

Op dit moment laat de onderwijsinspectie een peilingsonderzoek uitvoeren naar de kennis, vaardigheden en houding van leerlingen aan het einde van het primair onderwijs op het gebied van het leerdomein Kunstzinnige Oriëntatie. Dit onderzoek wordt in de tweede helft van 2016 afgerond.

De Staatssecretaris en ik sturen u na de zomer een brief over onze vervolginzet voor het cultuuronderwijs, waarin we de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek van de inspectie meenemen. In deze brief gaan we ook in op de voortzetting van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit in de periode 2017–2020 en de moties Monasch en Van Veen (Kamerstuk 32 820, nr. 162) en Monasch en Ouwehand (Kamerstuk 32 820, nr. 164).

Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven