Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2012
Tijdens het overleg met uw Kamer over de landelijke nota gezondheidsbeleid «Gezondheid
dichtbij» op 5 maart jl. heb ik toegezegd u te informeren over de manier waarop social
media zal worden ingezet bij het bereiken van jeugd in het kader van een gezonde leefstijl.
In deze brief kom ik op die toezegging terug.
Het gebruik van nieuwe (sociale) media is een belangrijk middel om op een andere manier
met jongeren te communiceren en hen directer bij preventieve programma’s te betrekken.
Op dit moment wordt hier al regelmatig mee gewerkt binnen leefstijlprogramma’s en
interventies die met subsidie vanuit VWS zijn ontwikkeld en het is mijn voornemen
om in de toekomst vaker van dit middel gebruik te maken.
Om u een paar voorbeelden te geven van bestaande inzet met social media elementen:
-
• met de interactieve educatieve game Can you fix it kunnen jongeren oefenen met situaties waarin seksuele weerbaarheid vereist is;
-
• met de handreiking Sociale media en jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt JGZ-professionals een overzicht van mogelijkheden van het gebruik van
social media in de JGZ geboden;
-
• met Split the Risk! zijn Facebook en Hyves succesvol ingezet als kanaal richting jongeren rond weerbaarheid
en risicovol gedrag;
-
• het Trimbos-instituut heeft in samenwerking met regionale instellingen voor verslavingszorg
een chatservice opgezet voor vragen over middelengebruik.
Onlangs heb ik extra geld beschikbaar gesteld voor het bevorderen van een gezonde
leefstijl van de jeugd. Met dit budget (totaal € 6 miljoen) wil ik de komende jaren
(2012–2014) het gezonde schoolbeleid versterken en bestaande succesvolle schoolprogramma’s
over leefstijl uit laten breiden en jongeren beter bereiken via social media. Bij
dit laatste gaat het om het optimaal benutten van social media bij succesvol gebleken
programma’s gericht op jongeren.
Het gaat mij nadrukkelijk niet om het ontwikkelen van nieuwe «aparte» programma’s
of interventies via dit medium. Ik wil inzetten op dat wat werkt.
Dus er vooral voor zorgen dat binnen bestaande of voorgenomen inzet van samenwerkingspartners
in het veld social media in wordt gezet waar dat toegevoegde waarde heeft en het bereik
van jongeren kan vergroten.
Ook wil ik monitoren wat het effect is van deze inzet via social media. Het Centrum
Gezond Leven gaat hier in samenwerking met relevante partijen mee aan de slag.
Ook starten mijn collega van OCW en ik dit jaar samen een driejarige aanpak om de
seksuele weerbaarheid van jongeren via social media te bevorderen (totaal € 825 000,–).
Soa Aids Nederland en RutgersWPF zullen hier invulling aan geven, in het verlengde
van wat ze reeds op dit vlak hebben ontwikkeld.
Ik vertrouw erop dat bovenstaande informatie uw Kamer voldoende inzicht geeft in de
manier waarop ik social media zal inzetten voor het bereiken van jeugd in het kader
van een gezonde leefstijl.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers