32 660 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Nr. 13 MOTIE VAN HET LID DE JONG

Voorgesteld 28 april 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat nog steeds onduidelijk is wat onder het begrip «supersnelwegen» wordt verstaan;

constaterende, dat in het regeerakkoord is opgenomen om te sturen op de aanleg van supersnelwegen;

overwegende, dat het predicaat supersnelweg geen betekenis heeft als er niet minimaal drie doorgaande rijstroken zijn en over het gehele traject een snelheid van ten minste 130 km/h geldt;

verzoekt de regering om in de rijksstructuurvisie vast te leggen dat de definitie van een supersnelweg als volgt luidt: een doorgaande weg van minimaal drie rijstroken breed waarbij over het gehele traject een snelheid van ten minste 130 km/h geldt;

en gaat over tot de orde van de dag.

De Jong

Naar boven