Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2015
Sinds 2008 staat de financiering van middelgrote en in het bijzonder kleine bedrijven
onder druk. Dit probleem heeft meerdere oorzaken. Als belangrijkste oorzaak noemen
De Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau de slechte conjuncturele omstandigheden
van de afgelopen jaren. Door de aanhoudend lage binnenlandse vraag is de financiële
positie van het mkb verslechterd. Daar komt bij dat het voor kredietverleners relatief
lastig en kostbaar is om te bepalen of leningen aan kleinere bedrijven verantwoord
zijn. Dat maakt de leningen minder rendabel. Voor banken gelden bovendien sinds de
crisis strengere regels met betrekking tot de aan te houden kapitaalbuffers. Van hun
kant zijn de bedrijven te afhankelijk van de (grote) banken. Dat de bedrijven weinig
alternatieven hebben, draagt bij aan de onevenwichtigheid van de financieringsmarkt.
Met het Aanvullend Actieplan mkb-financiering (Kamerstuk 32 637, nr. 147) werk ik daarom aan de transitie naar een meer evenwichtige financieringsmarkt. Dat
doe ik via drie sporen:
-
1. Het vergroten van het aanbod van risicodragend vermogen, zodat mkb-bedrijven hun buffers
kunnen versterken;
-
2. Het verbreden van het aanbod van mkb-financiering, zodat bedrijven minder afhankelijk
zijn van bancaire kredietverlening;
-
3. Het verbeteren van marktwerking door informatieontsluiting, het beter toegankelijk
maken van bestaande overheidsinstrumenten en het versterken van ondernemersvaardigheden,
zodat het aantrekkelijker wordt om mkb-bedrijven te financieren.
Verbreding van het financieringsaanbod
In het Aanvullend Actieplan mkb-financiering heb ik aangekondigd dat ik marktpartijen
wil ondersteunen bij het oprichten van fondsen voor achtergestelde leningen. Tevens
heb ik aangeven dat ik samen met de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) in kaart
zou brengen hoe groot de markt voor dergelijk fondsen is, welke marktpartijen reeds
initiatieven ontplooien en welke witte vlekken er nog bestaan. In de afgelopen periode
heb ik hierover gesprekken gevoerd met institutionele beleggers.
Vandaag kondigt de NLII aan dat zij nog voor de zomer met een nieuw Achtergestelde
Leningenfonds (ALF) van 300 mln. euro van start gaat. Het fonds zal achtergestelde
leningen ter grootte van 150.000 tot 5 mln. euro verstrekken aan mkb-bedrijven. Op
basis van deze versterking van de eigen vermogenspositie van bedrijven zullen banken
naar verwachting bereid zijn gemiddeld het dubbele aan nieuwe, niet achtergestelde
financiering ter beschikking te stellen. Volgens de NLII komt met het ALF in totaal
in de komende drie jaar circa 1 mld. euro aan nieuwe financiering beschikbaar voor
mkb-bedrijven met groeiambities.
Voor het ALF stel ik garanties beschikbaar via de Groeifaciliteit, de reeds bestaande
garantieregeling voor risicokapitaal. Dit stelt de institutionele beleggers in staat
om inzicht te krijgen in het rendement dat met het ALF gerealiseerd kan worden zodat
dit voor hen een vertrouwde investeringsklasse kan worden. Voor deze garantie is in
het Aanvullende Actieplan mkb-financiering budget gereserveerd. In de komende maanden
zal een definitieve overeenkomst voor de garantie aan ALF uitgewerkt worden.
Naast het ALF kondigt de NLII het Bedrijfsleningenfonds (BLF) ter grootte van 500
mln. euro aan. Dit fonds gaat samen met banken leningen van minimaal 10 mln. euro
verstrekken. Volgens de NLII komt hiermee nog eens 1 mld. euro aan extra financiering
voor het (grotere) mkb beschikbaar. De start van het BLF is zonder overheidsgaranties mogelijk.
Conclusie
Met de oprichting van beide fondsen krijgen niet alleen ondernemers betere toegang
tot financiering, maar verbreden ook de pensioenfondsen en verzekeraars hun investeringsmogelijkheden.
Zo geeft de NLII een belangrijke en forse impuls aan de transitie van de markt voor
mkb-financiering: van een primair door bancaire financiering gedreven markt, naar
een markt met een breder en divers aanbod.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp