Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 32620 nr. 123 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 32620 nr. 123 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2014
Antibioticaresistentie is een dreiging voor de volksgezondheid.
De aanpak van antibioticaresistentie berust op vier pijlers. Belangrijk is natuurlijk het voorkomen dat mensen ziek worden of dat er infecties kunnen worden overgedragen. Daarnaast is het noodzakelijk dat er goed en terughoudend met antibiotica wordt omgegaan. Betere diagnostiek is hiervoor van belang. Verder moet er ook nieuwe antibiotica moet worden ontwikkeld. Daarbij is het van belang ons te beseffen dat ook het antibioticagebruik in de veehouderij van invloed is op de resistentieproblematiek in de humane gezondheidszorg.
Resistentie stopt niet bij de landsgrenzen. Mensen reizen veel en ver en daarnaast is er ook veel in- en export van vee en voedsel. De kans op grensoverschrijdende verspreiding is daarmee een reëel risico.
Daarom heb ik in mijn agenda ook veel ruimte gemaakt voor de internationale aanpak van dit probleem. Met deze brief wil ik aangeven waar mijn internationale aanpak uit bestaat. Een deel hiervan heb ik u ook in mijn brief van 2 juli 20131 gemeld.
Bilaterale activiteiten
In de afgelopen jaren zijn er Memoranda of Understanding (MOU’s) afgesloten met onder andere China, India en Rusland waarin het thema antibioticaresistentie is opgenomen. Voor het tot stand komen van deze MOU’s heb ik zelf mijn collega’s in deze landen bezocht. In de MOU’s regelen we, onder andere via het RIVM, de mogelijkheden voor kennisuitwisseling met die landen in praktische zin. Op deze manier probeer ik de ervaring die Nederland heeft op het terrein van antibioticaresistentie te delen. Binnenkort spreek ik met mijn collega in Brazilië over dit onderwerp.
Ook trekt Nederland in multilateraal verband nauw op met andere vooruitstrevende landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Zweden; ook zijn de banden met de VS op dit terrein aangehaald.
Europese Unie
Binnen de Europese Unie is veel aandacht voor het onderwerp antibioticaresistentie. Nederland is al jaren actief als partner in het Europese beleid en is bijvoorbeeld initiator geweest van het EARSS netwerk, een surveillance netwerk voor antibioticaresistentie in Europa.
De Europese Commissie heeft eind 2011 een actieplan gepubliceerd om de antibioticaresistentie problematiek aan te pakken. Dit plan heeft een looptijd van vijf jaar en richt zich zowel op de humane gezondheidszorg als op de veehouderij. Zowel de Europese Raad als het Europese Parlement hebben steun voor het actieplan uitgesproken, en aangedrongen op snelle actie.
Inmiddels zijn diverse initiatieven genomen om de uitvoering van het actieplan te stimuleren. Zo is antibioticaresistentie een prioriteit in het kader van het Europese onderzoeks- en innovatiebeleid. Nederland neemt actief deel aan het EU Joint Programming Initiative on Antimicrobial Resistance en heeft de ontwikkeling van een Europese strategische onderzoeksagenda gecoördineerd. De ontwikkeling van deze agenda heeft plaatsgevonden in nauwe samenwerking met de WHO, waarmee ook een belangrijke bijdrage is geleverd aan een mondiale agenda. De Europese agenda zal een belangrijke «push» moeten geven aan onderzoek naar de verschillende aspecten van antibioticaresistentie, inclusief de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. Het nieuwe Innovative Medicines Initiative, dat binnenkort van start gaat, is hier ook een belangrijk instrument voor.
Ook in het 3e Actieprogramma Volksgezondheid wordt antibioticaresistentie als een belangrijk thema genoemd. In 2014 zal de Europese Commissie een evaluatie van het actieplan initiëren en zal sterker worden ingezet op Europese samenwerking op het terrein van ziekenhuisinfecties en antibioticaresistentie.
Ten slotte is de afgelopen maanden voortgang gemaakt op het terrein van de vereenvoudiging van klinisch onderzoek naar, en registratie van antibiotica door de EMA, terughoudend gebruik van antibiotica in de diergeneeskunde en onderzoekt het NIVEL in opdracht van de EC de aard en omvang van oneigenlijk gebruik van (humane) antibiotica in Europa.
Ik vind het van belang om antibioticaresistentie te blijven agenderen en zal dit onderwerp een speerpunt laten zijn tijdens ons Europees voorzitterschap in de eerste helft van 2016.
Ontwikkeling van nieuwe antibiotica
Er is sinds 1987 geen nieuwe klasse antibiotica ontwikkeld. Nieuwe antibiotica zijn nodig, niet alleen om de toenemende resistentie bij infectieziekten het hoofd te bieden maar ook om in de toekomst infecties na complexe medische ingrepen te behandelen.
Het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen is primair een verantwoordelijkheid van de farmaceutische industrie. Daar waar er onvoldoende prikkels van de markt uitgaan om nieuwe middelen te ontwikkelen, bijvoorbeeld omdat de risico's hoog zijn of de winstmarges laag, ligt ook een rol voor overheden bij de ontwikkeling van nieuwe middelen.
De businesscase van nieuwe antibiotica is lastig: eenmaal ontwikkeld willen we deze nieuwe middelen zo weinig mogelijk gebruiken. Overheden zijn nodig om toch investeringen in R&D van de grond te krijgen.
Dit kan één land echter niet alleen: de ontwikkeling van nieuwe middelen is een internationale aangelegenheid.
Binnenkort spreek ik een aantal Nederlandse experts op het terrein van antibioticaontwikkeling om met hen over deze problematiek van gedachten te wisselen. Ook verken ik, in overleg met de Europese Commissie, WHO en andere internationale partners, welke rol Nederland kan spelen om dit complexe vraagstuk verder te brengen, te meer omdat het mogelijk ook kansen biedt voor de Nederlandse Topsector voor Life Science en Health.
WHO en Antibioticaresistentie bijeenkomst in Nederland op 25 en 26 juni
De wereld gezondheidsorganisatie (WHO) heeft een belangrijke rol in het bijeenbrengen van actoren en het aanzetten tot actie op het terrein van antibioticaresistentie. Daarom werkt de WHO op dit moment aan een mondiaal actieplan voor de aanpak van antibioticaresistentie. DG Chan van de WHO heeft mij, bij gelegenheid van mijn bezoek aan haar in november 2013, gevraagd of ik bereid zou zijn in Nederland een ministeriele bijeenkomst over dit onderwerp te organiseren. Het doel van deze bijeenkomst is het aangaan van politiek commitment en betrokkenheid van landen die zich voorstander hebben verklaard van een WHO aanpak van de antibioticaresistentie problematiek. In de bijeenkomst zal input worden geleverd voor het Global Action Plan. Deze conferentie heeft als uitgangspunt «One Health». Er zal derhalve expliciet aandacht zijn voor de antibioticaresistentie problematiek in relatie tot de veehouderij. Daarom zijn naast de Ministers van Volksgezondheid ook de Ministers van Landbouw uitgenodigd.
Ik heb mevrouw Chan toegezegd dit ik uiteraard bereid ben deze bijeenkomst te organiseren en voor te zitten. Deze bijeenkomst zal op 25 en 26 juni aanstaande in Den Haag plaatsvinden. Bij deze bijeenkomst zal DG Chan ook aanwezig zijn. Op dit moment wordt samen met de WHO aan de voorbereidingen gewerkt. Uiteraard is hierbij ook de Staatssecretaris van Economische Zaken betrokken aangezien ook zij een belangrijke rol heeft tijdens de bijeenkomst.
Global Health Security Agenda
Recent heeft de Verenigde Staten een Global Health Security Agenda gelanceerd. Één van de prominente onderwerpen hierin is de dreiging van antibioticaresistentie. Deze maand heeft in dat kader een internationale bijeenkomst plaatsgevonden in Helsinki. Hier heeft Nederland op hoog ambtelijk niveau de boodschap meegegeven dat het heel belangrijk is dat er internationale aandacht voor het onderwerp is en dat er internationale coördinatie komt, bijvoorbeeld door het Global Action Plan van de WHO, maar dat dit landen niet ontslaat van de plicht om zelf, nationaal, actie te ondernemen op het terrein van antibioticaresistentie. Nederland is, samen met andere landen, gevraagd om een belangrijke rol binnen de Global Health Security Agenda te spelen op het gebied van antibioticaresistentie. De Verenigde Staten zal in september een »White House»-bijeenkomst organiseren en heeft aangegeven dat Nederland hierbij ook actief wordt betrokken. Ik ben daarom uitgenodigd deze bijeenkomst in september a.s. bij te wonen. Gezien het belang van gezamenlijke internationale actie op het gebied van antibioticumresistentie en de leidende rol die Nederland in die discussie speelt wil ik graag gehoor geven aan deze uitnodiging.
Tot slot
Zoals u ziet is antibioticaresistentie in hoge mate een onderwerp dat, naast een zware nationale agenda, ook een internationale agenda kent. Ik maak me er sterk voor om dit op de internationale agenda te plaatsen en te houden. Het ontwikkelen en uitvoeren van het Mondiale Actieplan van de WHO heeft hierin prioriteit; er zal op dit terrein ook van mijn kant blijvende inspanning nodig zijn om collega’s, bijvoorbeeld door bilaterale bezoeken, blijvend te engageren voor dit doel. Dit heeft echter wel gevolgen voor mijn aanwezigheid in Nederland en daarmee ook mijn aanwezigheid in de Tweede Kamer.
Gezien het belang van het aanpakken van deze problematiek reken ik op uw begrip en verzoek ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, daarmee rekening te houden bij het plannen van overleggen met Uw Kamer, zowel voor mij als voor de Staatssecretaris van EZ op 25 en 26 juni aanstaande. In dit kader verzoekt de Staatssecretaris van EZ om de reeds geplande debatten op 25 en 26 juni te verplaatsen naar een andere datum.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32620-123.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.