Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2012
Door middel van deze brief informeer ik u over mijn besluit tot het stilleggen van
de Nederlandse ontwikkelingshulp aan de overheid van Mali.
In een eerste reactie op de staatsgreep van Mali van 21 maart heb ik besloten de hulp
aan de centrale overheid van Mali stil te leggen. Een belangrijke overweging bij dit
besluit was het feit dat de plegers van de staatsgreep iedere legitimiteit ontberen.
Vrijwel alle landen en internationale instellingen hebben de staatsgreep veroordeeld
en opgeroepen tot herstel van de democratische instituties en werking van de grondwet.
Nederland heeft zich hierbij in EU-verband aangesloten. Inmiddels zijn vrijwel alle
grote internationale donoren overgegaan tot bevriezing van de hulp aan de Malinese
overheid.
De stopzetting van de directe hulp aan de Malinese overheid zal, naast de inmiddels
door ECOWAS afgekondigde diplomatieke en financiële sancties, effecten hebben op de
Malinese bevolking. De Nederlandse inzet om de weerbaarheid van de Malinese bevolking
te versterken kan daarbij in het geding komen. Om deze reden heb ik dan ook besloten
de structurele hulp via NGOs wel voort te zetten, ook in die gevallen waar NGOs ondersteuning
krijgen van gedecentraliseerde overheidsdiensten. Het betreft hier met name programma’s
van NGOs op het gebied van voedselzekerheid, watergebruik, seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten, en beroepsgerichte opleidingen. Daarnaast zal worden gekeken
naar mogelijkheden tot financiering van kleinschalige activiteiten met katalyserende
werking ten aanzien van conflictoplossing en de bescherming van mensenrechten.
De stopzetting zal evenmin van toepassing zijn op de humanitaire hulp. De hele Sahel-regio
wordt getroffen door een voedselcrisis. In Mali hebben droogte en het conflict in
het Noorden geleid tot ontheemden en vluchtelingenstromen naar buurlanden. Nederland
heeft al EUR 4 miljoen toegezegd voor de bestrijding van de voedselcrisis in de landen
die het zwaarst getroffen zijn door de voedselcrisis: Niger en Tsjaad. Afhankelijk
van de ontwikkelingen, die ik nauwlettend volg, zal ik een bijdrage in verband met
de situatie in Mali in overweging nemen.
Ik zal de situatie in Mali zorgvuldig blijven volgen om te bezien of, en onder welke
voorwaarden, hervatting van de hulp aan de Malinese overheid mogelijk is. Hierbij
zullen de volgende algemene criteria worden gehanteerd:
-
1) Herstel van de democratie door vrije algemene verkiezingen;
-
2) Herstel van de grondwet;
-
3) Onderschikking van militaire macht aan democratische besluitvorming, en
-
4) Respect voor mensenrechten en expliciete naleving van internationale verdragen.
Het moment van hervatting zal in overleg met andere donoren en in ieder geval in EU-verband
worden afgestemd. Ik zal u over een dergelijk besluit informeren.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen